1474-02-12 |

Inv Arch Abdij Egmond no 241
Jaartallenindex

Jan Pietersz, schout van Egmond, oorkondt dat Gheryd Enghebrechtsz erkend heeft dat hij in voirtiden verkocht heeft met zijn evenknieen aan heer Aernt Philipsz, monnik en priester t'Egmond, tbv de abdij, een stucke lants gelegen in den ban van Backum, gelijk de opdrachtsbrief inhoudt, bezegeld met het zegel van de schout van Backum, doch dat hij daarna dit land weer aangesproken heeft, waarvoor hij penitentie gedaan en vergiffenis verzocht heeft. Ende dat convent heft hem dat vergheven om Goeds willen op sulke penitentien als Jan van Egmond en Jan Pietersz, scout voerg, hem overgeseyt hebben. Hij belooft dit land niet meer te zullen aanspreken. Bezegeld door den schout (zegel: klimmende leeuw ?) in presentie van Jan van Egmont en mr Willem barbier, als getuigen