1476 |

Grote Raad Mechelen E.A. Dossiers dl I dossier 53/Aanz. Geslachten serie A 589
Jaartallenindex

Jehan van der Meere en zijn vrouw Machtelt van Uutham [Utenhamme] contra Jehan de Hodempyl en Jehanne Barlemont (zijn vrouw later weduwe). In 1476 ontstond tussen partijen geschil over een geldlening van 1200 R gld door eisers aan verweerders geleend om een proces (tegen Jehan van Zweeten) voor de Grote Raad te Mechelen mogelijk te maken, rente 87 R gld sjaars. Verweerders kwamen in nood toen zij in genoemd proces tot betaling van ± 20000 £ werd veroordeeld. Hun grondbezit hadden zij toen o.a. aan de heer van Gruythuyse verkocht. Op een gedeelte van deze gronden kon verweersters haar recht op douarie laten gelden. Verweerders wensten niet meer dan de hoofdsom terug te betalen. Het vragen van de rente (eisers vorderden bijna 400 R gld) beschouwen zij als woeker. Na de dood van verweerder, tussen Juni en Oktober 1476 [?] meende verweerster, dat zij slechts voor de helft van de schuld aansprakelijk was, zich beroepende op het "droit commun des pays de Hollande, Zeelande, Flandre" en van Mechelen waar haar man overleden was. Aanwezig zijn drie stukken A, B en C