1478-01-16 |
G.A. Amsterdam Weeskamer Amsterdam Lade 19
Jaartallenindex
schepenen in Edam oorkonden dat Cop Wit Jansz en sijn broeder Heynric Jansz, poorters van Amsterdam, ter eenre zijde, ende Wendelmoet Jansdochter met Geryt Pouwelsz, hoeren oeme ende ghecoeren voecht, an die ander zijde, hun geschil over de erfenis aan Wendelmoet voirs. aangekomen bij dode van haar vader Jan Pouwelsz en van haar broeders en zusters, verbleven zijn aan Jan van Oirgaet, Jan Braber [?] van Hoechswijck, Meijnert Jacobsz en Jan Claes Meestersz. De uitspraak luidt dat Cop Wit en Heijnric den voirs. Wendelmoet uitreiken zullen 81 R gld, in afkorting waarvan zij ontvangt een stuk lands gelegen te Middelie, bij die moelen, groot 2½ deymt lants geheten die Jarden, der lenden of siin noord: Peter Meeusz, zuid: Alit Peter oude Jansdochter. De 18½ R gld die Wendelmoet nu nog tekort komt, zullen zij betalen op St Martijnsmis in den winter. Wendelmoet scheldt hen vervolgens kwijt alle erfenis haar aangekomen van haar vader, broeders en zusters, ende noch daerenboven alsulcke giften als Wendelmoet in voirleden tiden gegeven sijn van Pouwels Jan Doeszoen, hoir oudevader, ende van hoir broeder Jan Does (vgl 1479-01-27)
zegels van Hilbrant Pietersz en van Simon Jansz, schepenen in Edam