1480-02-13 |

G.A. Amsterdam Inv B.W. no 553a regest 542/Cartul St Lucieconvent Amsterdam fol 334
Jaartallenindex

Aernt Steffensz, schout in Sloeten en in Ostorp, Pieter Janszoon en Ysbrant Dircxz, oorkonden een scheidingtusschen Griet Jacob Thoniszoonsdochter en het St Lucienconvent, van alsulcke erffnisse als hem anghestorven is van wijlen Willem Pietersz, als dat die susteren voirn. sullen hebben 2 R gld sjaars staande op een zaete lants gheleghen in die ban van Sloten, daer Claes Pieter Hackersz nu ter tyt op woent, daer bij belent is Claes Pieter Coppen an beyde zijden, duerende alsoe langhe als Cahtrijn Jacob Thoniszoonsdochter levet ende niet langer. Indien Cathrijn sterft zoo zullen de voorn. goederen weer komen op Griet of haar nakomelingen. Sterft Griet kinderloos vóór haar zuster Cathrijn, dan zal het St Lucienconvent deze goederen gebruiken zoolang als Kathrijn leeft en niet langer "dan weder vuijt te erffven" (vgl 1491-04-28)

Claes Wou en Pieter Jansz, schepenen