1634-06-04
R.A.H. O.R.A. 2101 fol 182v
Transportregister Egmond
baljuw en schout, en schepen van Egmond oorkonden dat Adriaen Janse van de Camer nomine uxoris, Gerrit Janse, wonende in de Beverwyk, Aelbert Jansdochter wonende tot Egmond Binnen, geassisteerd met Cornelis Janse Bestert en Dirck Michielsz van de Camer wonende tot Reynegum, hare gecoren voogden ende mede erfgenamen van Cornelis Gerritsz Louwen, haer overleden oom. Zij verkopen aan Frederick Dircsz, wonende te Reynegom, eerst elke een gerecht 1/7 part in de westerhelft van oostercant van Cruijs [horne ?], groot deze westerhelft 2 morgen, oost: Adriaen Pietersdochter [ouders: Pieter Thonisz en Barbara Jansdochter], weduwe van Cornelis Gerritsz Louwen, zuid: Pieter Pietersz erve, west: Adriaen van Veen c.s, noord: de Hoevervaart; een 1/7 part in een crofte lants genaamd Joppencrooftie, groot in het geheel 700 roeden, west: Joost Adriaensz, oost: Engel Adriaensz en Willem Florisz, noord: Adriaen Pietersdochter, zuid: Luijtgislaen. Alle haer opgecomen door het overlijden van de voorn. Cornelis Gerritsz, in welke partije den coper mede 1/7 part
Pieter Adriaensz Heyligedach, substituut baljuw en schout, Engel Adriaensz en Jacob Pauwelsz, schepenen van Egmond