1603-03-05
R.A.H. O.R.A. 2098 fol 12
Transportregister Egmond
schout en schepenen oorkonden dat Auwel Diercksz van Castricum, als man en voogd van Fytge Fijen Adriaensdochter, en Michiel Evertsz van de Camer als gerechte voogd van Maritgen Ariaensdochter, nagelaten erven van Ariaen Cornelisz Fyen en Guerte Diercksdochter, van Rinnegum, transporteren aan Cornelis Ariaensz en Claes Ariaensz, gebroederen en buerluyden tot Rinnegom: 1) ½ van een stuk land met ½ huijs daerop staende, gelegen tot Rinnegom, oost: de gemene wech, west: Tonis Gerritsz Lee.., zuid: de wildernis, noord: de Rinnegummerlaen, 2) een stuksken lant genaempt "benoorden thuijn", groot 500 roeden, oost: capiteijn Keijser, zuid: oude Reijn [Huijgen], west: Dierck Pietersz van der Hoeve, noord: Gerrit Jansz Haessen, 3) een partytgen lants genaempt Brantgys thuijn, groot 200 roeden, oost: de abdij van Egmond, west: de Heerewech, zuid: Jacob Gerritsz Voocht c.s, noord: Alijt Dierten, 4) een stucken lants genaemt Janne Gerrits waijtgen, 1 morgen, oost: de Cromme dyck, west: Cornelis Cornelisz Eger, zuid: Cornelis Geritsz, noord: Cornelis van Moriaenen. Belast met 100 gld hoofdsom die Garbrant Vincentsz hierop heeft. Kopers passeren een termijnbrief tbv hun zuster Maritgen Ariaensdochter, inhoudende 800 Kar gld en een obligatie van 800£ tbv haar zwager Auwel Diercksz (vgl 1609-02-25 en 1615-05-20)
Loeff van Haerlaer, schout, Cornelis Jansz Bestert en Clement Symonsz, schepenen te Egmond