1621-11-06

R.A.H. O.R.A. 2100 fol 106
Transportregister Egmond

baljuw en schout en schepenen oorkonden dat Adriaen Cornelisz Groen, wonende ter halver Houve, erkende schuldig te zijn aan Maritgen Garbrantsdochter weduwe Cornelis Cornelisz, wonende tot Alcmaer, ende dat deur assignatie ende overwijsinge van Thobias Cornelisz, timmerman tot Alckmaer, die mede comparant, de somme van 290 gld van arbeitsloon en materialen voor de bouw van het huis ter halver Houve, daer comparant in woont. Onder verband van dit huis en erve, gelegen ter halver Houve, oost, west en noord: Gerrit Adriaensz Grotelant, zuid: die Vaert. Thobias Cornelisz stelt zich borg voor Adriaen

Jacob v.d. Nieustadt, bailliu en schout, Jan Heyndricksz en Gerrit Pietersz (met zijn merck), schepenen