1628-04-12 (2)

R.A.H. O.R.A. 1066 fol 12v, 13
Transportregister Bloemendaal

schout en schepenen in Tetrode oorkonden dat Cornelis Jansz van der Tijn, poorter van Haerlem, als gemachtigde van Aechte Cornelis, laatst weduwe van Jan Ysbrantsz (procuratie dd 1628-04-11 voor notaris Jacob Benningh te Haarlem) erkende schuldig te zijn aan Egbert van Bosvelt 150 gld, ter zake van verdiende en verschoten penningen, onder verband van haar huijs, werf, boomgaert en hoogelant in de ban van Overveen, noord: de gemene wetering, zuid: Lysbeth Cornelis weduwe van Willem Cornelisz, oost: de Zeven Madt, west: de wildernis; afgelost 1629-05-16; 1628-04-14: Aechte erkent schuldig te zijn aan [haar zoon] Pieter Dircksz Roo, 350 gld uit zake van geleend geld, onder verband van hetzelfde huis

Jan Jacobsz Dickman, schout, Jan Aelbertsz en Gerrit Maertsz (met zijn merck), schepenen in Tetrode