1629-04-04 (3)
R.A.H. O.R.A. 1066 fol 36v
Transportregister Bloemendaal
Jan Willemsz als man en voogd van Feytgen Cornelis, weduwe van Philips Claesz, wonende in de Vogelesanck, ter ener zijde, met de naer volgende 6 kinderen: Marritgen Philips, oud 20 jaar, Neeltgen Philips, oud 17 jaar, Claes Philipsz, oud 14 jaar, Nanninck Philipsz, oud 12 jaar, Jacob Philipsz, oud 9 jaar en Anneke Philips, oud 6 jaar. Voor welke kinderen mede voor ons compareerden Jan Philipsz en Wouter Philipsz, voor zonen van Philips Claesz, als halve broeders en naeste bloedvoogden van deze 6 kinderen, ter ander zijde. De moeder bewijst haar kinderen gezamenlijk voor hun vaders erve: een stuk land genaempt "die Zudsse", groot 6 morgen, in de ban van Vogelesanc, belend oost: Jan Cornelisz Blij en JAcob Jeroensz, noord, west, zuid: die wildernis, belast met erfpacht. Hun stiefvader zal dit land nog 6 jaar mogen gebruiken, tegen onderhoud van de zes kinderen. Feytgen Cornelis zal behouden het huijs in deze banne, daar zij in woont, met al de andere landen die aan Philips Claesz hebben toebehoort. 1649-11-05: compareerde Claes Phillipsz voor hem zelf en als gemachtigde van Jan Cornelisz x Maritgen Phillipsz, Nanninck Philipsz, Willem Jansz x Neeltgen Phillips, Claes de Boer x Jacoba Phillips en Claes Havicksz x Anna Phillips, en bekenden gesamen van dit voors. bewijs door handen van haar vader en moeder door seeckere somma van penningen voldaen te zijn
1649: secretaris van Vogelensanck D. Keijser