1601-05-29
R.A.H. O.R.A. 1064 fol 25
Transportregister Bloemendaal
op 29 Mei zoe zyn vergadert ten huijse van Baltasar Cornelisz schout t.o.v. schout en schepenen van Overveen, Anne Woutersdochter, wonende in de ban van Aelbrechtsberge, weduwe van Henderick Thamisz, Anthonis Woutersz en Cornelis Woutersz, haar broeders als voogden, Gerrit Willemsz Haecken en Willem Claesz Brammer, als arbiters, ter eenre zyde, ende Cornelis Thamisz, broeder van Henrick Thamisz, als oom en bloedvoogd van de nagelaten weeskinderen van Henric Thamisz, verwekt bij Anna Woutersdochter, Gijsbert Jansz Teylingen (er stond achter: poorter van Haerlem, maar deze woorden zijn doorgehaald) als arbiter, ter andere zyde. Om tesamen in der minne te accorderen "aengaende ende belangende den voors. naegelaten weeskinderen haere vaders ende bestemoers erve". Het accoord houdt in dat de voors. kinderen voor haar overleden vaders en bestemoers erven zullen hebben ⅙ part in "het Velletgen" achter t huijs, belend zuid: Thonis Jansz, pottebacker, noord: Cornelis Thamisz ende die weduwe van Jan Ollij, west: dat morgen dat met gerst besaijt is. Noch ⅙ part van de benen bleijckerij met die huijsgen daerop staende, oost: de voors. pottebacker, zuid: Florijs Jacobsz, west en noord: Meynert van Heussen, gelegen in de ban van Aelbertsberg. Anna Woutersdochter zal behouden en blijven zitten in de geheele boedel, van landen, huijs, huijsraet, linnen en wollen, koeijen e.a, de inschulden, waartegenover zij de uitschulden zal betalen. Anna zal verder de weeskinderen tot hun 20e jaar uit deze boedel onderhouden. Tot onderpand verbindt zij de helft van haar eigen landen in de voors. banne, belend oost: die gemeene morgen waarin aan Anna ⅙ deel competeert, zuid: Cornelis Thamisz en de weduwe van Jan Olly, west: Meynert van Heussen, noord: die Cleverlaan