1608-12-05

R.A.H. O.R.A. 1064 fol 105v, 106
Transportregister Bloemendaal

schout en schepenen in Overveen oorkonden dat Griete Gerritsdochter, weduwe S. Willem Jansz Naegel, bleijcker, mitsgaders Jan Willemsz Naegel, Reijer Diercxsoon Suijker getrout hebbende Guerte Willemsz, en Pieter Jansz molenaer, man en voogd van Elijsabeth Willems, alle kinderen van de voors. Willem Jansz Naegel ende Griete Gerrets, ende verclaerden hoe dat Lysbeth Gerrits huerluyder suster en moeije respective, ut cracht van acte van 21 februari 1597 voor notaris Michiel van Woerden gepasseert, gecompiteert hebben de somme van 1000 Kar gld, de voorn. Willem Jansz Naegel haer in betaelinge gegeven heeft de helft van een stucke lants groot vyff maet gelegen in de banne van Overveen, daer van Dierck Willemsz bleecker de wederhelft toebehoort, volgende de opdrachtbrief bij Claes Hals Claesz den 11 Januari 1593 voor schout en schepenen verleden, belend oost: die Vaert, zuid: de erfgenamen van Floris van Adrichem, noord: Merten Spijcker tot Santvoort, west: Claes Willems. Sonder haer daervan te doen behoorlyke traditie en opdrachte. Soo ist dat sij comparanten de voorn. Lysbeth Gerrets ½ van t voors. lant als noch cederen, transporteren etc. mits desen. Eodem erkent Lysbeth Gerritsdochter geassisteerd met haer neve Jan Willemsz Naegel, schuldig te zijn aan de geinstitueerde erfgenamen van wijlen Dieuwertgen Adriaensdochter van Adrichem, laatst weduwe van Jan Pietersz Osseweijder, een rente van 7 Kar gld per jaar, losbaar met 125 Kar gld, onder verband van het bovenstaande land, 1608-12-06

Balthasar Cornelisz, schout, Aris Jacobsz en Cornelis Dierxz, schepenen