1620-02-05

R.A.H. O.R.A. 1065 fol 18v
Transportregister Bloemendaal

schout en schepenen in Tetrode oorkonden dat Gerrit Claesz, als procuratie hebbende van Joachim Darkouw, hem onthoudende bij Tigenoort, in huwelicken gehadt hebbende Aelbrechtje Willemsdochter, nagelaten weduwe van Pieter Cornelisz. Procuratie gepasseerd voor burgemeesteren en raedsmannen der Conincklijke Stad Elbing, den 28e November 1619. Ende bekende uijt cracht van het accoort bij de voorn. Gerrit Claesz van wege Pieter Cornelisz, Willem Cornelisz, Isbrant Jansz ende Aechtgen Cornelisdochter metten voorn. Joachim Derkouw gemaact tbv voorn. Pieter Cornelisz, Willem Cornelisz, Isbrant Jansz ende Aechte Cornelisdochter, getransporteert te hebben 1/10 part van een hoffstede ende landen: 1) 1/10 part in 4 morgen 4½ hont hooch landt, 2) 1/10 part in 9 morgen 2 hont laechlant, gelegen in de ban Overveen, noord: de erfgenamen van Baeff Arensdochter, Willem Cornelisz, die camer van Bakenes, de Leprozen buiten Haerlem, het gasthuis binnen Haerlem, oost: Arent Arentsz, zuid en oost: Maijken Jansdochter, zuid en west: de wildernis, met alle recht, actie en toeseggen dat hem doort overlyden van syn voors. huijsvrouwe heeft gecompeteert, en dat voor zekere somme waarvoor Joachim der kouw zich voldaan en betaald verklaart

Hans Aelbertsz Colterman, schout, Joost Cosijn en Ismael Jorisz, schepenen