1583-06-03

R.A.H. O.R.A. 1062 fol 39
Transportregister Bloemendaal

schout en schepenen in de ban van Overveen oorkonden dat Jan Matijsz linnewever als man en voogd van Cateryna Claesdochter ende Cornelia, Neeltgen en Alyt Claesdochteren en gesusteren, met mr Jacob Everadt van Medenblick als hun gecoren voogd, gelijden verkocht te hebben aan Cornelis Jansz, burger en poorter der stad Haerlem, een stucke lants gelegen in den Koeckoeck in de banne voors, groot 3½ morgen, in sulken schijne alst selfde lant nu ter tijt bij Willem Joesten moutmaker nu ghebruijckt wordt, oost: zeker land ghenaemt het Bordelant, toecomende Annitgen Kueijers, zuid: Adriaen van Berkenrode, burgemeester van Haerlem, west: enich lant toecomende enige Amsterdammers, noord: die Doetkamp

Dirck van Bronchorst van Batenburg, schout, Pieter Cornelisz en Tonis Jansz, schepenen