1581-04-05

R.A.H. O.R.A. 1062 fol 10
Transportregister Bloemendaal

schout en schepenen in de ban van Overveen etc oorkonden dat Adryaen Pietersz Matten erkende schuldig te zijn aan zijn onmondige dochter genaemt Maritgen Adryaensdochter geprocreert bij zijn overleden huisvrouw Meyns Willemsdochter van Oestgeest, 500 Kar gld voor haar moeders erve. Hij geeft haar voor deze som een losrente van 31 Kar gld sjaars, zolang de hoofdsom niet is afgelost. Als onderpand stelt hij zekere huysinge, hofstede en 10 morgen land gelegen in die banne van die Vogelesanck, noordwest, zuidwest: Willem Dircsz Deyman, noordoost: Willem Willem Verdel, zuidoost: die wildernis. Belast met 30 Kar gld sjaars

Dirck van Bronchorst en Batenburg, schout, Cornelis Pietersz alias Langeneel en Cornelis Jansz, schepenen