5 resultaten
Freijs | 1410~
Leenregister Culemborg fol 75v
Achternamenindex
leenregister Culemborg: - Willem van Middelwijck een camp land in de Merssche, geheten de Hoge Mate, belend boven: Gerit die Brune, beneden: Evert Freise; - Fije van der Woerde Jansdochter van Myddelwijck een camp in der Merschen, geheten die Hogemate, strekkende zuidwaarts op die Ledegrave. Belend boven: Geryt die Brune (vervangen door Lambert die Brune), beneden Evert Freijse (vervangen door Dirc van Dolre Dircsz) anno 1423
Woert, van der | 1410~
Leenregister Culemborg
Achternamenindex
leenregister Culemborg: - Alaert Vreent 2 acker land strekkende van de bandijck tot in de Leck, belend boven: Jan Vreentszs kinderen, later: Ponsken van den Woerde, beneden: Heinric Loef Gysbertsz (1409 belend: Guedert Ponskensz, de kerk van Culemborg) (fol 54v); - Claes Holle van der Woert, getuige (fol 62v); - Fije van der Woerde Jansdochter van Myddelwijck een camp land gelegen in de Merschen geheten de Hoge mate, strekkende zuidwaarts tot de Ledegrave, belend boven: Gerijt (Lambert) die Brune, beneden: Evert Freijse (fol 75v); - Ponsken van Utwijck, 1 acker geheten dat Kromlant, belend boven: de kinderen van Willem van der Woerd, beneden: Ponsken en Ruever van der Woerdt, 1417: Wyer die Witte Willemsz (fol 76)
Siongen | 1437-09-03
Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 36
Achternamenindex
leen van de abdij St Paulus te Utrecht: abt Willam van Huekellem oorkondt dat voor hem en tijnsgenoten Agniese Siongen met haar zoon Henric de Wilde heeft opgedragen tbv Willam Claesz als gasthuismeester tot Renen, een stuk land gelegen in der Mersschen in het kerspel van Renen, 14 hont land, geheten "den Dweerhicker", belend oost: Claes van Aelst, zuid: Henrick Bor van Plueren, west: Pieters kinder van Westreren [te lezen: Westrenen ?], noord: Dirck Freijse van Dolre; erftijns 1 goede oude Gelre gr per jaar, en op Agniese's sterfdag zullen de gasthuismeesters voor haar zieleheil en dat van haar ouders ten eeuwigen dage doen delen tbv de armen "zo wes boven 3 Vl gld, jaerlics te pachte van den voors. lande comt, aen weijten schonen brode, ende den weyte selve copen en doen backen", voorts ontvangt elke gasthuismeester dan 1 mingel wijn
Grawert | 1465
Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 189
Achternamenindex
leen van de abdij St Paulus te Utrecht: mr Dirc Grawert, deken van Oudmunster, wordt na dode van zijn broer Gherijt Grawert beleend met: 1) ½ van ter ouder Zijlhorst, 2) stuk land, "Bredersveen", belend noord: Airnt Zeghersz van Emmelaer, zuid: de geer met de brenck, west: Reyner Evertsz, daarnaast: Jacob van Lyenlaer, 3) "Alferslant", west: de abdij, oost: Egbert de Beer, 4) "de Bredeacker en de Geer", oost: Jacob van Lyenlaer, west: Egbert de Beer, 5) "Hoeveracker", oost: Egbert de Beer, west: de abdij, 6) "Coepskamp", oost: de abdij, west: de Zijlhorst zelf, 7) "dat Huysstuck", oost: Egbert de Beer, west: de abdij, 8) "dat Winckelstuck", oost: de abdij, west: Egbert de Beer, noord: Reyer Evertsz, 9) "dat stuck dat Gysbert Gysbert Lambertsz.z. gepangelt heeft tegen Egbert die Bere aen die Vaeste", belend beide zijden: de oude Zijlhorst, 10) de Duijstcampen, onderdeylt, tegen nyewe Zylhorst, belend zuid: Derick die Coninck, noord: Goesen van Voerde en Egbert die Beer, 11) een Duijstcamp, onderdeijlt met nijer Zylhorst, noord: Deric die Coninc, zuid: de abdij, 12) stuk veen geheten "Henrickscamp", onderdeylt met nyer Zylhorst, noord: Jan Pouwelsz, zuid: Claes Ban, 13) alsulke utslage en veen als totter Ouder- en Nyer Zylhorst hoeren, 14) an der helfte van den leen en goede ter Nyer Zylhorst: aan Evert Freijse van Dolre behoort de andere helft van deze goede; Melis uten Enge doet eed en hulde; ["item dit heeft nu Jan van Doornick ut infra fol 189"] 1468: overdracht aan Jan van Doornick
Doorninck, van | 1468
Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 203v
Achternamenindex
leen van de abdij St Paulus te Utrecht: mr Dirc Grawert, deken van de kerk van Oudmunster, draagt over al zijn leengoed, hem aanbestorven bij dode van zijn broer Gerijt Grawert, aan Jan van Doornick; 1472-01-08: Jan van Doornick draagt over: 1) ½ van alingen goede en leen ter Ouder Zijlhorst, 2) land geheten Bredersveen, noord: Aernt Zegersz van Emmiclaer, zuid: de gheer met de broeck behorend tot Ouder Zijlhorst, west: Reijer Evertsz, de Gheer belend : Jacob van Lijelaer, 3) Alfertsland, west: de abdij, oost: Egbert de Beer, 4) "de brede acker" en de Geer, oost: Jacob van Lijenlaer, wes: Egbert de Beer, 5) Hoevenacker, oost: Egbert de Beer, west: de abdij, 6) Coepscamp, oost: de abdij, west: Zijlhorst, 7) Huijsstuc, oost: Egbert de Beer, west: de abdij, 8) het Wijnckelstuc, oost: de abdij, west: Egbert de Beer, noord: Reijer Evertsz, 9) land dat Gysbert Gysbert Lambertsz gepangelt heeft tegen Egbert die Beer an die Baeste, belend beide zijden: de Oude Zijlhorst, 10) 3 duijstcampen, onderdeijlt tegen die Nije Zijlhorst, zuid: Deric die Coninc, noord: Goesen van Voirde en Egbert die Beer, 11) een duijstcamp onderdeylt met nijer Zijlhorst, noord: Deric die Coninc, zuid: de abdij, 12) veen geheten Henricscamp, onderdeylt met nijer Zijlhorst, noord: Jan Pouwelsz, zuid: Claes Ban, 13) utslagen en veen die tot ouder en nijer Zijlhorst behoren, 14) ½ van het leen Nyer Zijlhorst, eggen ende eyden, bodem ende voirt veen en velt; vervolgens wordt Willem Claesz then Hove beleend met de helft, onderdeylt met Evert Freijse an Dolre die de andere helft heeft; "dit goed heeft ontfangen Gysbert Willemsz in eodem libro fol 223"
mannen: Eerst van Drakenborch, Willem van Lochorst, Geryt van Ryn, Jan van der Anxter; 1472: Geryt van Rijn, Alfer Ruysch, Tyman Mouwer van Heersel