4 resultaten
Els, van | 1615~
Kroniek Hist Gen jg 1853 p 164
Achternamenindex
Gerard van Els, lieutenant onder de compagnie van wijlen de kapitein Jacob van den Eynden de jonge, die hij als lieutenant 15 jaren geleyt heeft, solliciteert naar een kapiteinschap
Schoten, van | 1424-05-26 - 1425-02-09
Rechtspraak Graaf van Holland I p 48
Achternamenindex
tresoriersrekening van Boudyn van Swieten, van brueken ende fourfeyten: "item so was Jan van Schoeten tot Hairlem ballinc geleyt overmits dat siin soon een jonge maecht ontvoert hadde buten consent van horen magen tegen der stede hantvesten van Hairlem, des Jan voirs. sijn goede ende 't lant weder gecoft heeft gelijc dat bij den rade ende bij der stede van Hairlem gedadingt wort om 400 Holl scile, facit 50£ 10 sc 6d gr"
Berkenrode, van | 1583-03-28
Bibl Seminarie Warmond 0078
Achternamenindex
schepenen van Haerlem oorkonden dat Geertruijt van Berckenroede, weduwe van Cornelis Gerrijtsz Kelom met haar neef en voogd Cornelis van Berckenrode, tresorier van Haerlem, verkocht heeft aan haar neef Nicolaes van der Hooch, haar neef, ¼ deel van de pachten welke Gerryt van Berckenrode, schout van Haarlem, in 1504 in leen had ontvangen van koning Philips van Castilië, welke pachten geheven worden van het St Lysbetten gasthuis te Haarlem en van verschillende plaatsen in Kennemerland en het Noorderkwartier. NB op een aangehecht strookje papier staat: "desen brieff comdt meij Catharijna van Berckenroede half toe ende hebben se samen an geleyt in t jaer 1583"
Haarlem
Zevender, van der | 1434-12-11
R.A.H. Coll Aanw 204 fol 573, 212 fol 305, 311v, 323v
Achternamenindex
Floris van Alkemade contra Jan van der Zevender, gedagvaard op 1434-11-15 met jvr Liesbeth van Vlueten, Willem van Bouchout, Jacobus van Dobben, Daniel Dirksz, schout van Langerak; 1434-12-11: Jan van der Zevender zal zich verantwoorden bij de Raad betreffende zekere brieven die Floris "ontzeyt ende verbernt waren bij zijnen wijve, ende geleyt hadden geweest onder de priorin van de Witte Vrouwen te Utrecht"; 1441-03-12 (1440): geschil van Jan van de Sevender van de Wael met Floris Willemsz en Henric van Alkemade over de erfenis van Florys van Alkemade, leengoed en tiende; Jan was te Den Haag verschenen doch de anderen niet; 1441-05-21: Jan is in het bezit van dit leengoed en hij verweert zich door te zeggen dat deze zaak voor leenmannen thuishoort; de Raad wijst sententie en Jan wordt in het gelijk gesteld omdat zijn brieven een jaar ouder zijn dan die van Floris en Henric