Baexem, van | 1592-05-20

Ms Opstraeten van der Molen III fol 1522/Gaasbeek

Achternamenindex

beleend jonker Frederick van Baexen als enige geinstitutioneeerde erfgenaem van jvr Gysberta van Suylen van Harmelen, syn moeije, vermogens testament bij haar gemaeckt op ten 16 mei 1591, een tiende geheten Seysterstraete te Seijst; hulde doet zijn vader Maximiliaen van Baexem

present: Dirck van Suylen, Aert van Hardixvelt

Arkel, van | 1336-08-24

R.A.H. Coll Aanw 63 fol 228v

Achternamenindex

brief van Jan heer van [Cuyck?], Reynout graaf van Gelre, Gerardt heer van Oije en Ghijsebrecht van Daer, "daerbij sij hem borgen stellen voor de tuchte die Jan van Hoesden gemaeckt heeft vrou Conegonde, sinen wijve, suster des Heeren van Arckele"

Ketel, uten | 1355-09-22

A.R.A. Leenkamer 32 Copie fol 112/Reg EL 25 fol 73

Achternamenindex

hertog Willem oorkondt dat "Dirc van der Does Hugenz bi onser hant gemaeckt heeft Joncvr Lisebetten Heynrics heren Dircszoensdochter, sinen wive, tot hore lyftocht die minre helft van alle sinen leengoede dat hi van ons hout: 1) 12 morgen in Wermonde bi den Zile 2) 3 morgen in Leyderdorp tussen den Zile en die Maerne"

ad relationem domini Johannis de Drongelen, milits, D. de Tolloysen, S. de Teylingen, Jo de Bueren

Egmond, van | 1352-09-02

A.R.A. Leenkamer 32 copie fol 21/Reg EL 25 fol 14

Achternamenindex

hertog Willem oorkondt dat wi machtich gemaeckt hebben etc heeren Gheryt van Egmonde onsen trouwen ridder in te nemen alsulc goet ende renten als ons aengecomen syn van heren Willem van Outshorne ende sijn waren, ende daer sel hi ons goede reeckening of doen tot allen tiden alse wys hen vermanen. Dit sal geduren tot onsen wederseggen. Gegeven tot Rynigen anno (13)52 des Sondachs na StJansdach decollatio. sig ex cophio H. Amerongen

ad relationem dominorum de Egmonde, G. de Marcsen (?), Jo Blomesteyn

Spijk, van | 1466-06-17 - 1467-09-30

Rek Rentmeester Lederdam en Scoenrewoerdt no 2188

Achternamenindex

tijns te Spijk, toebehorend aan de heerlijkheid van der Lede: Jan van Spijck van 3 hont 31 scacht; afzonderlijk voorin liggend: Walraven en Corsthen Herberenszonen samen van 2 hont en 40 scacht; erftijns te Lederdam en de parochie van Spijc: leenman Jan van Spijc heeft de helft van de heerlijkheid, de heer de andere helft "verschinende op huijsen ende percelen van lande, ende is van den zelven thynze een hantboecxken gemaeckt, ende hiervoren in gespacyt"

Schermer, de | 1507-08-13

Inv Arch Kerkvoogdij Haarlem no 104

Achternamenindex

mr Reyer Symonsz en Harman Engbrechtsz Ramp, schepenen in Haarlem oorkonden dat mr Jan Sybrantsz de schermer, "om zekere merckelicke redenen en saicken daertoe porrende, bij goeder voorsienicheyt wel bedocht en beraden, gemaeckt en de besproken heeft tot een vrijen eigen aan de parochiekerk van St Baef te Haarlem in een recht testament al zijn goederen, hetsij de huysinge en erve die hij bewoont, gelegen in de Batte Jorysstraat; noch een huys en een schuyr mitten erve op die Voldersgraft en daartoe al zijn andere goederen: inboel, huisraet, etc (vgl 1489-04-12)

zegel: H.E. Ramp: molenrad, mr Reyer Symonsz: 8 puntige ster

Haarlem

Doem, van | 1466-02-01

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 192, 179v

Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: Wouter Scaeij als voogd van zijn vrouw Evert, wordt na dode van haar vader Willem van den Doem, beleend met ½ van een stuk erf gelegen tot Soes, onderdeylt met haar zuster Geertruyde, vrouw van Jan Taetsen, belend boven: Aernt van Drije, beneden: de heren van Oudemunster, "alse Willam van Doem hoir vader beijde sinen dochteren dat gelijc gemaeckt hadde"; Everts moeder Janna, vrouw van Willam van Doem, behoudt haar lijftocht aan dit goed; dezelfde akte: Jan Taets als voogd van zijn vrouw Geertruijd beleend met ½ van dit erf te Zoes, onderdeijlt met haar zuster Evert (ander fiche heeft: 1476-02-01)

mannen: Jan Camp, Aelbert Botter, Evert Petersz van Heesse

goudsmit | 1537-1550

Kerk Rek Haarlem

Achternamenindex

Joost van Neck, de goudsmit: 1537-1540: (fol 69v) -Jan van Neckenzoon van wat zilver te fineren en 2 engelen te helpen van t Heilig Sacrament, betaelt 11 stuiver, Palmarum 1538; (fol 73v) - Joost van Neck betaelt 21 st van seker silverwerk dat hi scoen gemaeckt ende gereformeert heeft voor die kerck [09-1540]; 1542-1547: (fol 60) - Joest Jansz van Eck 10 st gegeven anno 1544 van t silver scoen te maken, nog een dergelijke post (fol 81v) - Jan van Neck, die goutsmit en zijn zoon, hem gegeven 30 st van reparatie van t silveren cruys, t wierook vat scoon te maken etc, 30 st [1543]; 1550-07-11: - Joost Jansz van Neck, de goudsmit borg

goudsmeden Haarlem

Groesbeek, van | 1569-05-17

Recht Arch Hoorn 4577 fol 305v

Achternamenindex

voor schepenen van Hoorn kwam Symon van Groesbeeck, coopman tot Utrecht, ende verclaerde hij comparant dat volgende zeeckere sententie interlocutoir alhier bij scepenen gewesen tusschen hem comparant ende Mary Gerrit Brallersdochter, om welcke sententie interlocatoir te volcomen verclaerde hij comparant tot Hoorn gecomen te zijn waertoe die voorn. Mary Gerets haer nyet heeft willen verstaen deur absentie van Pieter Wiggersz burgermeester deser stede, ende voor alle onnutte costen te emteren, soe heeft hy comparant mits desen geconstitueert ende machtich gemaeckt d'ersame Jan Gerretsz van Vollenhoven, notaris publiek van myn Here de deken van Westvrieslant, ende mr Ellert Warwijc, procureur deser stede, tesamen ende elc bysonder om de voornoemde sententie te volcoemen, ende dies achtervolgende van zyn t wegen met den selven Marije te veraccorderen

Zurk, van | 1725

R.A.H. Bibliotheek no 19A 21/Kronyk van Alkmaar anno 1725

Achternamenindex

Bergen (Kennemerland) voor dezen onder de vrouwe van Gaveren ende van Holstein, doch nu bij koop onder den heere Antonius van Zurk here van Bergen. Het dorp Bergen bestaat uit vier gedeelten: 1) t Hoff, toebehoord hebbende jhr Diedrig Sonnoy ende nu bij koop toekomende juffrou van Teylingen; 2) t Bosch, altijd geweest een vermaerde plantagie genaemt Rampenbosch, daarna door derselver geslachten tot een hoeve gemaeckt, is in den troebel verbrant, doch daerna weder herbout, ende nu heerlijk met een stint opgetimmert door jonker Engelbrecht Ramp, onder wiens voorouders het altijd geweest is; 3) t Wout, altijd toebehoord hebbende en noch tegenwoordich t geslachte der Foreesten; 4) dat tegenwoordig met grachten en uitnemende plantagien wordt gereed gemaekt door Sr Antonius van Surk here van Bergen, om een heerlyk slot ofte kasteel te bouwen