Coebel | 1507-1508

Grote Raad Mechelen Beroepen Holland dl III dossier 220

Achternamenindex

mr Frans Coebel: Claes van Brouchorst [!] en de heer van Wassenaar hadden de tol aan de Goudse sluis gepacht

Wassenaer, van | 1507-1508

Grote Raad Mechelen Beroepen Holland dl III dossier 220

Achternamenindex

de heer van Wassenaer, mr Frans Coebel en Claes van Brouchorst [!] hadden de tol aan de Goudse sluis gepacht

Bronkhorst, van~ | 1507, 1508

Grote Raad Mechelen Beroepen Holland dl III dossier 220

Achternamenindex

mr Frans Coebel, Claes van der Brouchorst [Bronchorst ?] en de heer van Wassenaar hadden de tol aan de Goudse sluis gepacht

Sassenheim, van | 1284-09-25

De Fremery no 226/v.d. Bergh II no 525 [verminkt]

Achternamenindex

graaf Floris V veroorlooft zijn getrouwe luden woonachtig in de ambachten van Alphen, Randenborch, van de heer van Brederode, Snidelwijk, van Dirc van Sassenheim, de deur van de Goudse sluis uit te lichten, mits zij het omliggende land tegen overlast van water beveiligen

Brederode, van | 1284-09-25

De Fremery no 226/v.d. Bergh II no 525

Achternamenindex

graaf Floris V vergunt zijn getrouwe luiden die woonachtig zijn in het ambacht van Alphen en Randenborch, het ambacht van Brederode en Snidelwyck, het ambacht van Dirk van Sassenhem en Groensvoerde, in Frilant [Boskoop] het abdissengerecht, en in Snywyck, het gerecht van Splinter uit de Wairde, de deur der Goudse sluis uit te lichten, mits zij het naliggende land tegen overlast van water beveiligen

onnauwkeurig naar Van Mieris

Waerde, uten | 1284-09-25

De Fremery no 226/v.d. Bergh II no 525

Achternamenindex

graaf Floris V vergunt zijn getrouwe luiden die woonachtig zijn in het ambacht van Alphen en Randenborch, het ambacht van Brederode en Snidelwyck, het ambacht van Dirk van Sassenhem en Groensvoerde, in Frilant [Boskoop] het abdissengerecht, en in Snywyck, het gerecht van Splinter uit de Wairde, de deur der Goudse sluis uit te lichten, mits zij het naliggende land tegen overlast van water beveiligen; [Snijwijck = Suywyck of Suytwyck, 1464: "Zuytwyck geheten Splintersvort" en 1545: "Zuytwyck geheten Splintersambacht"

Schoonhoven, van | 1532-1533

Grote Raad Mechelen Beroepen Holland dl IV dossier 373

Achternamenindex

Aelbrecht Jansz van Schoonhoven leidde een losbandig leven, ook na zijn huwelijk met Gese Jansdochter van Campen; in 1531 eiste Albrecht van zijn moeder Machteld Joostendochter te Gouda goederen die hij van zijn vader geerfd zou hebben. Moeder was intussen hertrouwd met een Goudse schepen Henrick Woutersz, en liet Aelbrecht gijzelen op de Gevangenpoort te 's Hage en daarna op het slot te Woerden. Ghese trachtte haar man vrij te krijgen en spande een proces aan tegen Henrick Woutersz x Machteld Joostendochter, ook om rekening en verantwoording van de erfenis van haar schoonvader