9 resultaten
Zael | 1488-07
….... II fol 64 (Inbrengregister Weeskamer Amsterdam ?)
Achternamenindex
"goederen van Elyzabeth Gheryt Claes Pouwelszsdochter; behaechde: Pilgrom Pilgromsz, Ghysbert Heynricsz, die men Ghijs Zel noemt, ende Claes Zwittersz, het 'skints naeste maegen en Elijsabeths 's kindts oudemoeder"
Leyenburg, van | 1401
Reg Geld Leenaktenboeken 9e stuk p 460
Achternamenindex
40 morgen in het kerspel van Herwijnen, met een huis, hofstad, manne en toebehoren, gehouden door Arnt van Leijenberch Arntsz; 1403: Nelle van Tuel weduwe van Arnt van Hokulem, erve van haar zoon Arnt van Leyenberch; 1406: Arnt van Drakenborch, erve van zijn oudemoeder Nelle van Tuel
Horst, van der | 1466-03-22
Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 192v
Achternamenindex
leen van de abdij St Paulus te Utrecht: Aernt van der Horst daagt op de helft een ½ hoeve land gelegen tot Heesse, met bos, meent en utslach, dat hij met Peter Jansz gemeen had, en hen aanbestorven was bij dode van zijn oudemoeder jvr Lysbetten van Wee[de], behalve de lijftocht voor zijn vrouw Gongerat, tbv zijn zoon Pouwels van der Horst
mannen: Peter van Zuylen van Koelenberch, Jacob Stevensz, Evert van Heesse
Zael | 1522
Schepenregister Brea fol 91v
Achternamenindex
Adriaen wijlen Aert Adriaen Zaelsz, Adriaene, wijlen Anthonis Adriaen Zaelszsdochter met haar man Lambrecht Henric Stoppsz, Kertyne en Libbeken dochters van Anthonis Zael, met hun voogd Henric Woutersz van Keessel, Merten Jans Kocxz als voogd van Willemken, Neelken en Lijele, onmondige kinderen van wijlen Henrick Adriaen Zaelsz en Henric de Hoen als toeziend voogd, transporteren aan Jorys Wynantsz van Bernagien 2 huizen en erven groot 3 buijnre, de verkopers aanbestorven van hun oudemoeder wijlen Jaspare Aert Zibbendochter, staande aan een sandtberghe
Bye, de | 1521-02-21
Schepenregister Breda 738 fol 25
Achternamenindex
Barbare de Bije met Janne van Hoecklem, haar man en voogd, Katherijne de Bije met Jan van Ranst, haar man en voogd, voor hemzelf en Henrick van Bruheze als oom en voogd van Adriaen, Willem, Jan, Anneken en Metken, wettige kinderen van zijn broer Jan van Bruheze, moeder wijlen Leonarde de Bije en Gheryt de Bije als oom en toeziender van Jans van Bruhezen kinderen, hebben de goederen gescheiden hun aanbestorven na de dood van Willem de Bije en zijn vrouw Geertruid Coleners, hun vader en moeder, oudevader en oudemoeder van de kinderen van Jan van Bruheze, volgt een uitvoerige scheiding
Bruheze, van | 1521-02-21
Schepenregister Breda 738 fol 25
Achternamenindex
Barbare de Bije met Janne van Hoecklem, haar wettige man en voogd, Katherijne de Bije met Jan van Ranst haar wettige man en voogd, voor hemzelf en Henrick van Bruheze als oom en voogd van Adriaen, Willem, Jan, Anneken en Metken, wettige kinderen van zijn broer Jan van Bruheze, moeder wijlen Leonarde de Bije en Gheryt de Bije als oom en toeziender van Jans van Bruhezen kinderen, kennen en lijen dat zij gescheiden hebben de goederen hun aanbestorven na de dood van Willem de Bije en zijn vrouw Geertruid Coleners, hun vader en moeder, oudevader en oudemoeder van de kinderen van Jan van Bruhezen, volgt een uitvoerige scheiding
Heukelom, van | 1568-04-10
R.A.H. Coll Aanw 138, Caput Sticht fol 25, 26, 46 en 47
Achternamenindex
Johan van Rossum heer tot Bruychuysen, leenman van de hertog van Gelre en Jan Loeff leenman van het huis Heukelom, certificeren dat vr Katrina van Gelre weduwe tot Heucklum, Amerzode ende duwagiere tot Weerdenborch als oudemoeder, met de jonkheer Charles van Arckel heer tot Weerdenborch en Nederrines als "swerto" (swert-oheim) hem van haar beminde nichte jvr Maria van Arckel onmondig kind en enige nagelaten dochter van wylen Otto van Arckele heer van Heuckelum, van Leyenborch, haar overleden zoon en broeder, gestorven op 1567-06-27 en machtigen beiden Joris van Arckel hun resp zoon en broer en Deterijck Vermericken om namens jvr Maria de heerlijkheid Heuckelum te verheffen op 1568-04-10; Philips doet de belening op 1568-04-14 (1567); 1568-06-22: verzoekt Maria van Ymmerseele weduwe, als moeder van jvr Maria van Arckel, belening namens haar dochter; deze belening geschiedt op 1568-07-22
Dongen, van | 1522-11-03
Schepenregister Breda 1522 fol 119v, 120
Achternamenindex
Claes Vyerlinck, griffier van de rekenkamer van de graaf van Nassau in de ene partij en de broers Jan en Peter, zonen van wijlen Jan Wemmer Swert in de andere partij, oorkonden dat zij onderlinge afspraken gemaakt hebben over: "een erfs magelingen in der manieren hier navolgende: te weten hebben de broers Jan en Peter ut cracht van de mangelinge voirs opgedragen ende overgegeven den voors Claese Vyerlinck, alle alsulcken recht ende besterfte als hen na den doot van wijlen jouffrou Cornelien van Donghen hoire oudemoeder vrij bij successie, ghifte, testament, makinge of andersins toecomende vervallen ende bestorven is, zoowel in de leengoeden ende andere erffelicke goederen als in de haeffelicke baverlicke goeden bij der voors wijlen Cornelia van Donghen achtergelaten, hoedanig die goeden zijn en tot wat plaetse die binnen den lande van Breda, tot Donghen of elders dair omtrent gelegen zijn". Claes Vierlinck draagt hiervoor aan Jan en Peter op tienden op Zuid Bevelant in de parochies van Scoudee en Ouwerdingen door hem verkregen van heer Adriaen Adriaensz, deken van Reijle, Janne Petersz van de Loo en van Cornelis Ewoutsz, leen van het kapittel van Oudmunster
Arkel, van | 1568-04-10
R.A.H. Coll Aanw 138, Caput Sticht, Heukelom fol 24v, 25, 26, 36, 46 en 47
Achternamenindex
Johan van Rossum heer tot Bruychuysen, leenman van de hertog van Gelre en Jan Loeff, leenman van het huis Heukelom, certificeren dat jvr Katrina van Gelre weduwe tot Heucklum, Amerzode en douariere van Weerdenborch als oudemoeder, met jhr Charles van Arckel heer tot Weerdenborch en Nederrines als "swerto" (swert-oheim) van haar nichte jvr Maria van Arckel, enige onmondige dochter van wijlen Otto van Arckele heer van Heuckelum, van Leyenborch, haar overleden zoon en broer, gestorven 1567-06-27 en machtigen beiden Joris van Arckel hun resp zoon en broer en Deterijck Vermericken om namens jvr Maria de heerlijkheid Heuckelum, mitsgaders de heerlijkheid van Leyenburch te verheffen op 1568-04-10. Op 1568-04-14 (1567) beleent koning Philips jvr Maria van Arckel na dode van haar vader jhr Otto van Arkel met: 1) de heerlicheit, stede ende sloete ende lant van Huyckelom met zyn toebehoirten, vrijheden, rechten en privilegien, behoudelick onse Procureur-generaal zijn actie an derselver heerlycheit omme die te intenteren ende te vervolgen daer ende t allen tyden alst behoiren ende hem goetduncken sal. Stad en slot zullen voor de graven van Holland "open poirte" zijn, 2) dat huys, hofstede en goet van Leyenburch, met de heerlycheyt etc, tot een erfleen. Hulde doet voor haar haar oom jhr Joris van Arckel heer tot Ammerzoden (procuratie 1568-04-10) ; 1568-06-22: verzoekt Maria van Ymmerseele weduwe, als moeder van jvr Maria van Arckel, belening namens haar dochter; deze belening geschiedt op 1568-07-22