714 resultaten
Putten | 1406-06-18>
Rechtspraak Graaf van Holland o.a. II p230
Achternamenindex
lijst van personen die het zoengeld voor de doodslag binnen Haarlem op Jan van Sevenbergen moeten betalen: o.a. Claes Putken; 1407-02-11: vrijgeleide aan Claes Puttgen en zijn zoon Jan Jacopsz; 1407-03-16: vrijgeleide aan: Willem van Zaenden, Clais die Zeelander, Clais Putgen en Jan Jacobsz
Putten~ | 1407-02-12>
Rechtspraak Graaf van HollandII p 228
Achternamenindex
dit syn diegene, die besculdicht sijn ende des niet bliven en willen tot Hairlem, o.a. Claes Jan Jacobszsz en zijn zoon Jan Jacobsz
Putten, van |
R.G.P. Grote Serie dl 171 Rek Dom van Putten dl I p 34 bijlage II/Ned Leeuw Jg 50 (1932)/Batavia Illustrata bl 739 no 69, 1205, 741 no 73, 739, 742 no 75, 76, 77, 1014, 1152
Achternamenindex
informatie over de heren van Putten
Putten, van | 1216-12-05
De Fremery no 36
Achternamenindex
graaf Willem I bevestigt een gift te Heimond onder Naaldwijk, aan de abdij Marienweerd; onder de getuigen: Johannes de Putthen
Putten, van | 1229
v.d. Bergh I no 317; R.G.P. Grote Serie no 171/Rek Dom van Putten dl II p 253 no 1
Achternamenindex
Nicolaus heer van Putten beleent Arnoldus en zijn broers, zoons van Henricus met de helft van de tienden en het hoge en lage gerecht van Drencwaert. Drencwaard was na 1300 verdronken land. Het is in 1415 met Suutoirt, den Andel en Quateen bedyct in de polder Westenryk (gemeente Zuidland). Het dorp Zuidland heeft in de eerste eeuwen Blencvliet geheten
Putten, van | 1230-05-07
v.d. Bergh I no 322
Achternamenindex
Nicholaus de Putte is getuige in een akte van Dirk van Altena
Putten, van | 1231
R.G.P. Grote Serie dl 171 Rek Dom van Putten dl II p 253
Achternamenindex
heer Nicholaes van Putten geeft [in leen aan ?] Pieter Wissenz de helft van het ambacht van Spijkenisse met de lage ban en het ¼ deel van de tienden, en Schadencamp (nu Schiecamp op het eiland Putten), ten Zeeuwsen leen
Putten, van | 1235-06-23
v.d. Bergh I no 356; Leenregister Putten: Ons Voorgeslacht 1979 p 192
Achternamenindex
Nicolaas heer van Putten geeft in leen aan Willem Hughenz, consanguineus meus [zijn neef, zoon van zijn broer Hugo ?], 8 £ Holl per jaar uit zijn bede te Putten (Pittis); indien de bede niet toereikend is dan uit zijn visserij aldaar. Bij kinderloos overlijden te versterven op zijn "proximi heredes"
getuigen: Landricus, Theodericus, Petrus de Spykenisse, Nicolaes en Everocker filii Farelt, Hessel filius Theoderici, Hugo frater domini Nicolai, Henricus de Orde, Arnoldus de Drencwerde, medebezegeld door dominus Henricus de Vorne