9 resultaten

Muylwijk, van | 1532-1533

Rek Drossaard Land van Arkel no 3849 fol 3v
Achternamenindex

ontvangen van breuken: van een genoemt Floris van Muylwijck omme dat hij gecomen is ten huijse van Hans van Lubyck ende heeft aldair zijn huysvrouwe gehoirt mit meer leelicke woorden, hierof mitten heer gedanict om 5 £

Nisse, van der | 1319-04-26

Reg Hann p 80/Reg Voorne AB fl 60, B fol 20v
Achternamenindex

jvr Lisebeth Willemsdochter van der Nisse en haar zoons Daniel, Willem, Pieter, Jan en Tonis woorden door de heer van Voorne beleend met 3 gemet 100 roeden tienden, gelegen in der Nisse, Zinoutskerke en heer Abbenkerke

Fey | 1335-06-11

Cartul Marienweerd no 427
Achternamenindex

schepenen in Zaltbommel (Henricus de Werva en Paulus Bart) oorkonden dat Ghiselbertus Fey verklaart slechts recht te hebben op 5 £ uit een schepenbrief houdende 6 £ uit 6 jugera land in Hyr in loco dicto Worden; Petrus van Beusichem is dan overleden (de rubriek luidt: op ten Woorden)

Arkel, van | 1283-04-29

De Fremery no 220
Achternamenindex

Aernt van Liesvelt en Ghysbrecht van Langheraeck bekennen: "want onse voorvaders [Matthaeus heeft hier iplv "vorvaders" "vaders". Bij hem ontbreken de woorden "in goeden gedachten"] heer Herberen van den Berch ende heer Wouter van Langheraeck, ridders, der goeder ghedachten, hebben ghezworen ende ghegheven vrijheyt den Nyewepoort tussen Ammers ende Lecke tussen floeytinghe Aernts ende Zegers, wij gheven vrijheyt den voors Nyepoirt"

Brederode, van | 1596-03-29

V.R.O.A. 1909 p 141 no 183/Arch Detmold Brederode
Achternamenindex

waarschuwing van den Burgemeester en Raad van de stad Zürich voor Johan Albercht en Ulrich George, vrijheren te Hohensax, om met woorden of werken niets te misdoen tegen hun broer en neef Johan Filips; 1596-05-17: bericht van gemelde Johan Filips over zijn mishandeling door zijn neef Ulrich George; 1596-07-10: verklaring va nde burgemeester en Raad van Zürich over den doodslag van gemelden Johan Filips, man van Adriana Francisca gravin van Brederode, door zijn neef, en de strafvervolging. Not afschrift van 7 augustus d.a.v.

Arkel, van | 1272-11-04

Arch Duitse Orde no 494/5 p 589; v.d. Bergh II no 244; Noordbrabantse Charters fol 4; Van Mieris I p 365, 366; Hist Episc Ultrj I p 226; Kerkelijke Oudheden Bisdom Utrecht II p 311; Mathaeus: Analecta V p 216
Achternamenindex

Johannes heer van Arkel bevestigt het Duitse Huis te Utrecht in het bezit van alle goederen en rechten te Schelluinen, geschonken door wijlen Theodericus van Altena ("zijns vaders") (1265-03-27 en 1268-05-02), die deze van Muloc gekocht had. [de toevoeging "zijns vaders" ontbreekt in het origineel in de archieven van de Duitse Orde onder 2476; Een afschrijver moet de woorden toegevoegd hebben. Hij zou dan geweten moeten hebben dat bv Dirc van Altena stiefvader van Jan van Arkel was, waardoor ook het verband van Arkel met Altena verklaard zou zijn]

testes: Wilhelmus de Horne en Otto de Heuclum patruus meus

Eck, van | 1445-10-23

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 290, 275
Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: Deuken van Eck en zijn vrouw Alijt dragen over "dat oude erff tot Scerpenzeel ende dat getimmert dat daer op staet. Uytgeseyt dat bosch", zoals Willem Lambertsz gebruikt had, en Deuken en zijn voorvaders van de abdij in tijns hielden, belend oost: Jan Ottenz nacomelingen mit Berckhorst ende Rodenwinckel, west: Ot van Scerpenzeel mit den derp van Scerpenzel ende mit Rynesse, noord: Ot voirs. mit sinen bosch, zuid: jonge Egbert die Beer mit Winniclaer; Wouter die Beer ontvangt dit goed tbv zijn vrouw Mergriete van Huekelem, 2 oude groet tijns per jaar, te betalen in onsen wthoff te Heyligenberge; 1457-04-01 (1457-04-16): Wouter die Beer en zijn vrouw Margriet dragen dit goed over tbv Dyrck van Oestrum; "Dit heeft nu Egbert de Beer per resignationem dicti Theoderici tempore domini Joh. Clauwert" en "item ontfenc Wouter de Beer syn soen [doorgehaald de voorgaande 5 woorden] Egbert de Beer door overgift Dyrx van Oestrum", belend west: Otto van Scherpenzeel met den dorp van Scherpenzeel en met Rynes

tijnsgenoten: heer Lambert van Spuel, commelduer te Calenbroec, Goessen Mom, Jacob van de Weteringe; 1457: Gheryt Scaeij, Jan die Wolff

Beresteyn, van | 1614-01-07

Not Arch Nicolaes Jacobs Amsterdam no 377 fol 3
Achternamenindex

Coenraet van Beresteyn, koopman te Amsterdam, oud 61 jaar, attesteert, op verzoek van de gemene reders van het schip van Jan Pietersz Proost van Enckhuysen, dat hij ongeveer een maand geleden op verzoek van zijn broer Ghijsbert van Beresteyn, als gecommitterde van de Kamer van de Oost Indische Compagnie van Enckhuysen, er bij is geweest in de herberge genaamd de Prince op den Dam, dat zijn broer in conferentie was met de broers Pauwels en Steven Pelgrom, Lambert van Twenhuyzen als bevrachters van het voornoemde schip, "op de afdoeninge ende te niet latinge van de selve bevrachtinge, ende heeft hij getuyge alsdien gehoort dat de voors. bevrachters tegen sijnen voorn broeder seyden in substantie diese woorden: wij eysschen duysent guldens ende ghy bied ons 600, doch wij stellent aen u selven, die camer van Enckhuysen is ons soo veele weert ende soo lieff dat wij om een hondert guldens twee oft drye niet hier geen verschil en willen hebben, laet hun met het schip doen dat sij willen, wij stellent aen hunne discretie. Daerop sy alsoo syn gescheyden"

Bekesteyn, van | 1530-01-07 (5)

Ms op Straeten v.d. Molen dl III fol 719 t/m 730, verkorte versie
Achternamenindex

testament Margriet van Bekesteyn: Henric van Berkenrode ontvangt nomine uxoris (Erkenraet): 1) een losrente van 2 £ 3 sc 4 penn sjaers op de stad Haerlem sprekende op Dirc van Bekesteyn, brief dd. 01-09-1517; 2) losrente van 15 R gld sjaers op Haerlem, de penn. 16 op Haerlem, sprekende op Dirc van Bekesteyn, d.d. 01-11-1485; 3) rente van 4 £ Vl. sjaers op de vleysexcijs binnen Haerlem ter losse den penning 18, sprekende op die voors. weduwe van Bekesteyn, d.d. 31-10-1522; 4) ½ van de rietbroucke en utergorsse van Spickenisse ende Brabant daer ut gaet tot een erfhuer 10 R gld sjaers, daer en boven geltet vrij gelt 39 R gld sjaers mijn deel; 5) 48 gemeten lants leggende in Scuddebeurs, gebruict bij de weduwe van Beije Wollebrantsz om 60 R gld sjaers; 6)2 erfpachtbrieven van 14 hont sjaers, daer men of betaelt 21 en 21 st woorden (?) goutgulden, sprekende op sekere hofstede en erve gelegen in Alblas, facit 14 R gld en 16 st sjaers; 7) twee morgen in Assendelft, welke zijn 2 gaerden ende bruict Willem Clorisz om 6 R gld 10 st sjaers; 8) 1¼ gaerde in Assendelft, bruict Lysbeth Claes weduwe om 3 R gld en 5 st sjaers; 9) 2¼ gaerde in Assendelft, bruict Claes Martsz en Jan Martsz om 7 R gld 3en 14 st sjaers; 10) 4¼ gaerden land in Assendelft, bruict Claes Jacobsz Banninck om 9 R gld sjaers; 11) ¾ morgen gebruict Henrick Enghebrechtsz om 30 st sjaers; 12) 13 gaerden in Assendelft, bruict Henric Gerritsz om 34 R gld sjaers; 13) een huis en erve, beijde saetland en weylant gelegen aen geen syde van de Heemste (Heuster) beeck [bij de Regulieren buiten Haarlem], bruijct Jan Henricxz om 42 R gld sjaars; 14) ½ van die Overwerff, groot 7 geersen, gelegen tot Utgeest, bruict Dirc Bruijnsz om 12 R gld sjaers; 15) 5½ made in Wessanen, en bruict Claes Jan Dirc Gerritsz om 14 R gld sjaers; 16) 1 morgen geheten die Werff mede in Wessanen, ende bruyct Marten Jan Yewijnsz om 5 R gld en 15 st sjaers; 17) een stuck weylants en 4 ackeren weijlant, daeraf 1 acker leengoet is, welcke acker behoort toe Wouter van Bekesteyn ende dit leyt nu all in een stuk lants in de ban van Castricum; 18) 2 ackeren saetlants dat men ploecht somtijts in 2 ackeren ende somtijts in 3 ackeren, leggen omtrent Limmervoerde, bruict Nanne Gerritsz om 16 R gld en 5 st jaers; 19) 6 geersen lants in de ban van Limmen, ende bruyct Claes Jacobsz Kaij? om 5 R gld en 5 st sjaers, belast met een oortje tins die de huerman betaelt; 20) een losrente den penn. 16 van 1 £ gr Vl. sjaars op de 5 grote steden van Holland, sprekende op St Michielskl. binnen Haerlem, dd. 25-04-1528; 21) losrente van 1 £ 10 penn. Vl. sjaers den penn. 16 op de voors. 5 grote steden, sprekende op Dirc Dircsz weduwe, 1528-04-27; 22) stuk hoylants gelegen in Heemskerk, groot 5 geersen en bruijct Dirc Gerritsz om 4 R gld sjaers, belast met 1 oortje tins, die de huerman betaelt; 23) twee stucken weylants gelegen bij t Manpadt ende bruijct Bartelmeus Petersz om 4 R gld 15 st sjaers; 24) 4 percelen saetlants gelegen in de ban van Aeckersloot; 25) 1 geersen lants in de ban van Graft. Ende sijn tesamen groot 1 morgen 2 voeten, bruijct Dirck Claesz om 6 R gld 10 st sjaers

Haarlem en Heemstede