Blochoven, van | 1463-02-19

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505

Achternamenindex

Jan van Blochoven Henricszone van Vlaanderen draagt op aan Gheryt Herman Egbertsz.z 4 morgen in Vuylcoep in den gerecht van Scoenouwen in een weer land, groot 6 morgen gemengder vore met Jans wijf van Tyel c.s, boven: Gheryt Jansz van Velde, beneden: Jans wijf van Tyel met haar kinderen. Vervolgens doet Machtelt vrouw van van Jan Blochoven afstand van haar lijftocht aan dit goed

Aelst, van | 1460-12-20

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 38

Achternamenindex

Dirc Foijert als hof- en tijnsmeester van de abt van St Paulus oorkondt dat Jan Vonck Hillensz hem opdroeg tbv Gheryt van Aelst, een camp land van 3 morgen gelegen in de kerspel van Lienden in de maelscap van Aelst, geheten die Moutcamp, belend oost: Arnt van Zoemeren met zijn kinderen, zuid: de landwetering, west: Arnt Walravensz, noord: de gemene straat, te houden in een goede onversterfelijke erftijns; ¼ deel van 7 mouwer mouts, dit tweedeel haver en dat derde deel wintergerst etc

tijnsgenoten: Jan van Meerten, Geryt van Grotenvelt

Cloetinge, van | 1423-06-24

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 332v

Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: abt Gerardus de Damasco oorkondt dat hij de 4 ½ gemeten tienden in parochia ter Nyesse op Zuidbeveland, die filii Johannis Willoudi de Cloetingen houdt et una predictarum mensurarum quas Johannes filius Willoudi filli Danielis houdt, doch door verzuim van Johannis Willoudi aan de abdij vervallen waren, en vervolgens door Daniel filius Willoudi, broer van genoemde Johannis gekocht was, en vervolgens ontvangt Daniel dit in leen, tegen een pacht van 3 oude groten Tourn per jaar (vgl 1440-06-30, 1473-03-19)

presentibus: de abt van Middelborch en Gysbert Godscalc, nostris vasallis

Crabel | 1428-12-04

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 321v

Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: abt Gerardus de Damsco oorkondt dat Henricus Crabel zoon van Henricus Crabel hem verklaarde dat zijn vader van de abdij in leen gehouden had ¼ deel van de grote en kleine tienden van 150 gemeten land gelegen in Hogelande; de abt verleent hem dit goed tegen betaling van 10 sol zwarte Tourn per jaar

presentibus: Hermanno de Oemeren, Egidio de Keene

Colster, van der | 1427-05-10

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 320

Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: dominus Nicolaus van der Colster, abbas monasterii et ecclesiae sue [abt van Middelburg] verzoekt belening met de tienden in Zwalingen en met de tienden die Henricus dictus Bruusche en zijn nakomelingen van de abdij gehouden hadden en nu door de abdij van Middelburg; actum in Tula in domo domini de Arckell

presentibus: Gerardo de Beynem, Rodolpho De Wissell, nostris vasallis; dominus Henricus dictus Vynck, subprior en Wilhelmus Henricusz de Grijpskerke, canonicus

Cats, van | 1448-04-07

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 354v

Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: de abt beleent Hugo van Bergen als een procurator en momber van jvr Marien van Catss en van Sobburch, binnen jaar en dag na dode van Florens van Borselle, met ½ van ⅛ deel van de tienden in den kerspel van Coudekerke en 7 quartier land daarbij gelegen, tegen een jaarlijkse pacht van 15sc Coninx Tourn en een goede maaltijd (gegeven 1458 des Sondages post octavas Pasche); 1454-09-26: beleend Arijaen van Bersell als voogd van zijn vrouw jvr Marien Jansdochter van Cats met: ¼ van de tienden in het kerspel van Coudekerke, ½ van het ⅛ deel van tienden in hetzelfde kerspel en 7 quartier land

mannen: Jan van Huekkelem, Ott Tengnagel; 1454: heer Peter van Dam, abt van Middelburg, Peter van Sconenburch

Culemborg, van | 1480-11-18

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 17v

Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: abt Johan Clauwert beleent jhr Jasper heer toe Culenborch, ter Weerde, toe Lijenden en toe Borssele, na dode van zijn vader jhr Gerart van Culenborch met: 1) den oldenweert mitten gherichte, hoghe ende leghe min sinen thyenden, gelegen bi der Nyerlede, belend oost: den Amstelschen boomgaert, west: den Scullenborchsen weert, noord: die Meersschen, zuid: de oude Rijn; 2) den Sculenborchschen weert in het kerspel van Lienden, belend an die oversijde: heer Johan heer tot Ghymnich, nederzijde: de bisschop van Utrecht; 3) al hetgeen Gerard van de abdij hield; jhr Jasper ontving ook: 4) de halve tiende te Kesteren; opschrift: "Jonchere Jasper here tot Culenborch to Weerde mo [do ?] vrouwe Anna van Pallant ejus filia, ut in libro abbatis Wilhelmi de no fol 174"

mannen: Bernt uyten Enghe, Ott van [der] Oird

Cuijl, van der | 1424-11-17

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 32v

Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: abt Geryt van Damasch oorkondt dat zijn hof- en tijnsmeester Beernt van Broichagen er over stond toen Johan van Triest Claesz en zijn vrouw Margriet, jvr Margrit, jvr Volquin en jvr Dirc, kinderen van Johan van Triest, hem opdroegen een stuk land van 3 morgen 2 hont, geheten Trudenkempken, gelegen in de maelscap van Lijnden, belend oost: land van de abdij, west: de heerlijkheid Lyenden, noord: die aa grave, zuid: Hubert van Triest Claesz, vervolgens ontvangt Aernt van der Cuijl Jacobsz dit goed ten tijnsrecht, per jaar voor 8 penn; "In mo h .. Lysbette van Triest. Nu heffer die koeck the Lienden"

tijnsgenoten: Hubert van Triest Claesz, Dirc Foyert

Cuijl, van der | 1427-04-22 (1427-11-22?)

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 33

Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: abt Gerit van Damasch oorkondt dat voor zijn hof- en tijnsmeester Beernt van Broichagen verschenen is Arnt Jacobsz [van der Cuijl] en zijn vrouw Eef, heeft opgedragen van Hubert van Triest Jansz namens zijn dochter Lysbeth van Triest, 3 morgen 2 hont land in de maelscap tot Lyenden, geheten "Truden kempken", belend oost: land van de abdij, west: de heerlijkheid Lienden, noord: de aa grave, zuid: Bernt van Brouchagen en Hubert van Triest Claesz; Hubert ontvangt dit goed voor zijn dochter Lysbeth tegen 8 penn per jaar; "Nu heffer die kerck te Lienden"

tijnsgenoten: Eernst van Ewick, Willem Gerytsz

Kolc | 1436-11-26

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 14

Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: Henric Kolc wordt beleend met de tiende ten Negelgaer, gelegen in den kerspel van Weell [Gelreland]; vervolgens draagt zij met haar man Zijbert van Erwen als voogd deze tiende over tbv Dirck Toelner, te houden tot een onversterfelijk erfleen

mannen: Zoude van Rijn, Mattheus Gijsbertsz