127 resultaten

Dalem, van | 1460-04-24

A.R.A. Holl Leenkamer 117B reg Charolais fol 15v
Achternamenindex

Anthonis Michielsz, stadhouder, oorkondt dat Herberen van Dalem de graaf van Charolais te kennen gegeven heeft dat zijn voorvaders van de heerlijkheid Arkel in leen hielden 7 ¼ geerden land in het ambacht van Grote Waspik, in een weer land geheten Gillis Schoenmakersweer, belend oost: Lijsbeth vrouw van Dirck Zegersz, west: Matheus Jansz, hem aangekomen bij dode van zijn vader, doch 38 jaren lang onder water gelegen heeft en nog ligt, waarom hij dit leen ook niet verzocht heeft. De graaf vergeeft hem dit verzuim en beleent hem ermee

Wormer, van | 1366

v.d. Brandeler: Wapens Magistraten Amsterdam p 12, 37, 60, 62; Batavia Illustrata bl 1045, 1046
Achternamenindex

schout van Amsterdam: Gerred Jansz van Wormer, zegel: in zilver 3 rode kepers; 1457: zegelt met dit wapen ook Gerred Gerreds Matheus, als burgemeester voerde hij in 1462 dit wapen gedeeld met in goud een blauwe dwarsbalk, beladen met een zwemmende zwaan (wapen van jonghe Grebber Dirksz in 1456); 1425: Dirck van Wormer, schepen van Amsterdam, zegel: in zilver 3 rode kepers met in de rechterbovenhoek een zespuntige gouden ster; 1469, 1473, 1479: Jan Dirksz van Wormer, diverse functies, zegel als voren; 1474: Boel Dircksz van Wormer, schepen, zegel idem

Woude, van den | 1406-02-14

Rechtspraak Graaf van Holland II p 207
Achternamenindex

hertog Willem bepaalt de zoengelden voor de gedoden en gekwetsten binnen Haarlem: de dood van Willem van den Woude en zijn zoon Symon, 3000 £, waarvan de magen 2000 £ krijgen, te voldoen door Claes Symonsz van Zaenden bastaard, Claes Buyse Bertoutsz, Matheus Claes Gherytsz, ieder 200£; de dood van Jan van Zaenden, 1500 £, die voldoen zullen de kinderen van Willem van den Woude; de doodslagen op Bertout Huge Rodenz, Dirc Symonsz, Claes Kodden en Huge Valken, 2000£, te betalen door heer Jan van Heemstede, de drie zonen van Willem van den Woude en nog 5 anderen

Cock, de | 1436-04-25

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 344
Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: abt Willem van Huekellem oorkondt dat jvr Adriaen Johan Cocksdochter hem opdroeg "die tiende in oudelant van der Rotte totter ouder Vrijer Wedeme toe, die nu heet Oudsiers ka[de] van Kralingen, ende voirt gaende totter ka van den Nywenlande toe. Ende den smaltiende van Geilwijck", zoals wijlen haar vader van de abdij in leen hield; vervolgens wordt Geryt Petersz hiermee beleend, tegen een pacht van 8 scellinge Holl per jaar; in margine: "anno 1499 Jan Jansz bij Rotterdam"

mannen: Tyman Deel [= Dedel], Matheus Gysbrechtsz

Amstel, van | 1436-07-26

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 141
Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: abt Willem van Huekelem oorkondt dat Alyt Daemsdochter van Amstel, vrouw van Hughe Vlerijnghen, een belening verzocht en kreeg, na dode van haar vader Adam van Aemstell, met tienden: 1) goed tot Aller, 2) Broeckhusen, 3) in der Else, 4) Tutenberge, 5) t Overenge, 6) van de geestelijcker heren van Monnicke, 7) van goeden te Opperburgh, 8) ter Leijenberg, 9) van goeden Jacob Lambertsz, 10) van goeden Roters geheten Duvels necke, 11) een stuk land Evert Goesens, te houden tot een onversterfelijk erfleen, hulde doet haar zoon Dirck van Vlerijngh; "item nu Steven Ploech", boven staat: tienden omtrent Reden en Velp in Gelria, leengoed; 1442: beleend Steven Ploech na dode van zijn vader Dirc Ploech, hij draagt dit meteen over aan juffrouw Jan, weduwe van Gysbert van der Hoeve, die beleend wordt (vgl 1436-05-27)

mannen: Zuide van Rijn, Matheus Gysbertsz

Mathenesse, van | 1436-03-16

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 344
Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: abt Willem van Huekellem oorkondt dat Wouter van Matenesse maakte tot lijftocht voor zijn vrouw, jvr Durff van Rijn Evertsdochter van Rijn, alsulke tienden gelegen tussen Scherpendrecht en Langersloet [!] in den kerspel van Hillegaerdsberge, groet en smal, die Wouter van de abdij in leen houdt

mannen: Zoude van Rijn, Matheus Gysbertsz

Taets | 1437-01-06

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 129v
Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: Evert Taets Jansz draagt op ½ van ¾ land op Zeldert, strekkende van de Zeldersche weg tot aan de nije wetering toe, belend oost: St Peter te Utrecht, west: Evert Ricoutsz, waarvan Geertruid vrouw van Steven Maesz de andere helft van de abdij in leen houdt; Steven Maesz wordt vervolgens beleend

mannen: Goert die Coninck, Matheus Gysbertsz

Vauderick, van | 1435-12-10

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 13v
Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: abt Willem van Huekellem beleent Henric van Vauderick na dode van zijn vader Bernt van Vauderick met 5 morgen land geheten die Parry scat (leengoed in Gelria), belend boven: Gerijt van Jutfaes, beneden: Willam Remboutsz; "nu Beernt van Vauderick Henricksz"

mannen: Zonde van Rijn, Matheus Gysbertsz

Adrichem, van | 1406-06-18>

Alg Ned Familieblad jg 1884 no 127 fol 2
Achternamenindex

lijst van personen die het zoengeld voor de doodslag binnen Haarlem op Jan van Sevenbergen moeten betalen: o.a. Floris van Adrichem, Willem van Adrichem Dyedwijnsz, Clais Zielander, Clais van Assendelft Jansz, Clais Putken, Clais Meynaertsz, Clais Jansz van Hillegom, Clais Pouwelsz, Clais Bavinc, Clais Godevertsz, Clais Diedaert, Clais Jansz Kenning, Clais Heinricsz van Sloten, Clais Kenresz, Clais Jacob, Clais Claisz Jan Eylaertsz neef, Clais Eylaert, Clais van der Stege, Clais Symonsz 's profests neef, Meynaert Claesz, Jacob Claes Hillincsz, Jorden Claes Hannenz, Bertelmees Claes Hannenz, Jan van Spernewoude Claisz, Pieter Gheryt Claisznzn, Dirc Jan Claes Florisz, Matheus Geryt Clais Claisznzn, Simon Clais Valkenz

Mathenesse, van | 1329-01-25

Reg Rotterdam en Schieland no 377, 379
Achternamenindex

Adolf bisschop van Luik schrijft aan deken van het kapittel te Beele aan de pastoor te Breda en aan heer Johannes Scureman, pastoor te Kessel, indien zij Theodericus de Mathenesse als erfgenaam van wijlen Theodericus Bokel, Everocker, broer van Theodericus Bokel, Johannes Boues, Johannes Gheldolf, Johannes Jonghe, Matheus baljuw van de stad Geertruidenberg, destijds in Raemsdonc vertoevende, en Johannes Deken, het in de doorgestoken brief aangekondigde heeft aangezegd,en dat zij niet daaraan voldaan hebben, hen in de ban te doen; Johannes pastoor te Breda antwoordt dat hij de twee eerstgenoemden voor de kerk van Ramesdonc in de ban heeft gedaan