Druijf | 1635-1645

Arch. Gecommiteerde Raden Noorderquartier Inv 51

Achternamenindex

losrenten kantoor Enkhuizen: 1635-05-18/06-20: burgemeester Henrick Freericksz Druyf fl 900 - fl 36; 1638-05-21/06-08: Druijff Freecksz fl 1100 - fl 44; 1638-12-03/12-13 burgemeester Hendrick Fredericksz Druijf fl 1200 - fl 48 en Olphert Freecksz Druijff fl 800 - fl 32; 1641-09-12/09-17: burgemeester Hendrick Fredricksz Druyf fl 1200 - fl 48; 1645-05-19/05-27: Olphert Freecksz Druijf tbv de erfgenamen van Lobberich Alberts fl 5500 - fl 220

Alkmaar

Beusichem, van | 1551-10-07

Ons Voorgeslacht 09-1988 p 387

Achternamenindex

leen van Amstel: no 66) een stuk land in Bylmerbroec bij Weesp genaamd Wedigenoord, beleend Jacob van Beusichem, apotheker te Utrecht, na overdracht door mr Willem van Waveren; 1568-07-06: mr Cornelis Oom voor mr Albert van Beusichem, bij dode van zijn vader mr Jacob van Beusichem, Raad en rentmeester van het land van Utrecht, met lijftocht van Alberts moeder Clara Doyer; 1580-04-01: mr Paulus Buys na dode van mr Albert van Beusichem

Berkenrode, van | 1626-11-13

G.A. Haarlem Not Protoc no 127 fol 201, 203v, no 59 fol 222

Achternamenindex

jhr Dirck van Berkenrode: attestatie (fol 201); 1626-11-18: (fol 203v) idem, attestatie; (protocol 59 fol 222) jhr Dirck van Berkenrode laat verklaren dat algemeen bekend is, dat jaren geleden op de hofstede van Sparenwoude een herenhuis gestaan heeft; Lysbeth Alberts, oud 80 jaar, verklaart dat in 1560 ten noorden van de kerk van Sparenwoude de hofstede van Sparenwoude lag, bewoond door Jan Gerritsz; deze hofstede was een heren huis met een kelder met een grote ingang en een secreet dat van de kamer boven door liep naar beneden

Aleman | 1702-07-13

Arch. Gecomm Raden Noorderquartier Inv no 51

Achternamenindex

lijfrenten kantoor Enkhuizen: Adriaan Aleman 600 gld hoofdsom ten lijve van zijn zoon Jan Aleman, oud 6 jaar, daar moeder af is Grietje Tieleman fl 54; 1704-05-10: Adriaen Aleman 300 gld hoofdsom, ten lijve van zijn zoon Jan Aleman, oud 9 jaar, moeder als voren fl 27. Dezelfde 300 gld hoofdsom ten lijve van Marytje Pieters, oud 24 jaar, daar vader af is Pieter Tielemansz en moeder Dieutgen Alberts fl 27; 1711-02-20: Adriaen Aleman fl 600 ten lijve van zijn zoon Jan Aleman, oud 17 jaar, de moeder is Grietje Tiellemans fl 54

Mulich, van | 1605-12-31

G.A.Amsterdam DTB 762a fol 112v, 224

Achternamenindex

Valerius Mellich, van Alkmaar, wijnverlater, oud 28 jaar, 4 jaren wonende op de O.Z.Voorburgwal, met consent van zijn moeder onder de hand van Lueff van Harlaer, schout van Egmond, ondertrouw te Amsterdam met Petronelle van Moerjaen, weduwe van Adriaen Willemsz Mota, van Alkmaar; 1606-01-14: Valerius Millich wordt poorter van Amsterdam; 1626-08-12: testament van Valerius van Meulich, wijnkoper en Petronella an Moerienne, zijn erfgenamen zijn de kinderen van zijn halfzuster Lysbeth Albertsdochter voor de helft en de kinderen van Trijntje Alberts voor ¼, Jannetje Jans, dochter van zijn overleden halve zuster Annetje Jans (ander testament 1634-02-09 te Alkmaar); 1646-11-29: begraven te Alkmaar Valerius Mulich, schepen; 1648-03-13: de executeur testamentairvan Petronella van Morienne weduwe van Valerius Mulich, schepen en Raad van Alkmaar, verkopen "de Tichel", 1½ morgen, benoorden Egmond op de Hoef (1657-01-16)

Hogendorp, van | 1594-11-02

G.A. Amsterdam Not Arch no 32 fol 262v

Achternamenindex

Jannegen Douwensdochter, 24 jaar, poorteresse van Amsterdam, weduwe van Jacob Jacobsz, droogscheerder, attesteert op verzoek van Simon van Hogendorp, poorter van Amsterdam, dat Maria Albertsdochter, de huisvrouw van Hogendorp, nadat zij omtrent 8 weken in de --- gelegen hadde op donderdag na Pasen 1593 "zelf persoenlick met haer getuyges Zal man mede bij begravenisse is geweest, ende dat deselve Marie Alberts nadat zij 1½ weeck daerna op ende neer uijt en ingegaen hadde zelf oock overleden is. Insgelijcx verclaert zij getuyge dat zij des vrijdaechs voor des vors Marie Elbertsz overlijden is gegaan ten huijse van deselve Marie Elberts, haer clagende ende segghende siende Marie Elberts: Hoe zal ik het doch maechen. Onse Jacob is doot ende hoe zal ick het maecken met de weeskamer, zij zullen veel van mijn willen hebben ende ick hebbe niet. Waerop Marie Elberts antwoorde: of onse Simon starff, daer behoeff ick niet voor te sorgen want wij hebbent malcander gemaeckt"