Leyden, van | 1323-10-03

Arch Kerken Leiden Regest no 7/Arch St Pieterskerk Fundatieboek Inv no 322 fol 1v

Achternamenindex

Volcwic Alewyds weduwe ?, Gerijt Alewynsz en zijn vrouw Machtelt Aernoutsdochter stichten een kapelrie in de St Pieterskerk op het St Catharina altaar, "int utlaet" aan de zuidzijde en schenken hiertoe: - ¼ weer land van 2 ½ morgen; - 5 morgen genaamd de Ydel aan de Vliet; - 1 morgen bij Buschusen genaamd heer Gillesmorghen of Jannekijsland, in Zoeterwoude; - 7½ morgen en 20 roe bij de Zuete in Zoeterwoude en Haeswaertswoude; - een rente van 20 sch verzekerd op het huis van Dierck van Waddinghe

Leyden, van | 1325-01-27

De Geer: Arch Duitsche Orde II p 714, 715

Achternamenindex

de raadslieden van Leiden oorkonden dat de landcommandeur van het Duitse huis te Utrecht beloofd heeft dat het begevingsrecht der capelriëen gesticht in de St Pieterskerk te Leiden o.a. Ghereit Aelwiinsz capelrie, op verzoek van graaf Willem van Holland en van Gheraert Alewynsz zal blijven bij de erfgenamen van de stichters; 1325-09-28: Gheraerd Alewijnsz uit Leyden oorkondt dat zijn ouders en zijn vrouw Machteld de capelrie gesticht hebben in St Pieterskerk up Sinte Katerinen outare

raadslieden van Leiden: Jan van den Rine, schout, Dieric van der Dobbe, Jan van der Bregghe, Domaes Jansz, Heyne Milde, Reynier Gouburghenz, Gheryt Heyne Rotiersz, Jan van Brabant, schepenen; Willem van der Are, Hugghe van der Bregghe, Pieter Gouburghenz, Dieric Vrankenz

Dobbe, van der | 1325-01-27

De Geer: Arch Duitsche Orde II p 714, 715

Achternamenindex

de raadslieden van Leiden oorkonden dat de landcommandeur van het Duitse huis te Utrecht beloofd heeft dat het begevingsrecht der capelriëen gesticht in de St Pieterskerk te Leiden o.a. Ghereit Aelwiinsz capelrie, op verzoek van graaf Willem van Holland en van Gheraert Alewynsz zal blijven bij de erfgenamen van de stichters; 1325-09-28: Gheraerd Alewijnsz uit Leyden oorkondt dat zijn ouders en zijn vrouw Machteld de capelrie gesticht hebben in St Pieterskerk up Sinte Katerinen outare

raadslieden van Leiden: Jan van den Rine, scoute, Dieric van der Dobbe, Jan van der Bregghe, Domaes Jansz, Heyne Milde, Reynier Gouburghenz, Gheryt Heyne Rotiersz, Jan van Brabant, schepenen; Willem van der Are, Hugghe van der Bregghe, Pieter Gouburghenz, Dieric Vrankenz

Brugge, van der | 1325-01-27

De Geer: Arch Duitsche Orde II p 714, 715

Achternamenindex

de raadslieden van Leiden oorkonden dat de landcommandeur van het Duitse huis te Utrecht beloofd heeft dat het begevingsrecht der capelriëen gesticht in de St Pieterskerk te Leiden o.a. Ghereit Aelwiinsz capelrie, op verzoek van graaf Willem van Holland en van Gheraert Alewynsz zal blijven bij de erfgenamen van de stichters; 1325-09-28: Gheraerd Alewijnsz uit Leyden oorkondt dat zijn ouders en zijn vrouw Machteld de capelrie gesticht hebben in St Pieterskerk up Sinte Katerinen outare

raadslieden van Leiden: Jan van den Rine, schout, Dieric van der Dobbe, Jan van der Bregghe, Domaes Jansz, Heyne Milde, Reynier Gouburghenz, Gheryt Heyne Rotiersz, Jan van Brabant, schepenen; Willem van der Are, Hugghe van der Bregghe, Pieter Gouburghenz, Dieric Vrankenz

Berkel, van | 1334

Rek Hen Huis I p 201 t/m 204

Achternamenindex

landhuur in Berkel: Melys van Berkel 21 d, verder nog: jonghe Melis 4 sc 2 d, Melys Alewynsz 15 sc 5½ d, Arind Melisz 16 d, Volprecht Melysz 7 sc 2 ½ d, Melis Volprechtsz 7 sc 10 d, Clais Melisz 6 sc negatur, Melys van Berkel 21d, Ghise Melysz 18 sc, Grote Melys 16 d; in die Leede: Melys Arindsz 13½ sc; in 's Gravesande, in het Nortland: Dieric Melysz 8sc 8d (p 30); afterstal landhuur in Hazerdswoude: Albaren Melis swagher 3 £ (p 77)

Binchorst, v.d. | 1344

Rek Hen Huis II p 413

Achternamenindex

uitgaven van de rentmeester van Kennemerland: - cost van de heren van de Merwede, van Egmonde, Willems van Outshorne, Dierix van Brederode, Symon van Teylingen, Jacobs van der Binchorst, ridders; Henric van Heemskerk, Gherard Alewynsz, Heinric die Rode, knapen, "ghedaen tot Medemleke, met horen gheselscip tsaterdaghes ten avont, tsonnendaghes ende tsamenendaghes na ons Heren Hemelvaert al den dach, doe si dair ghecomen waren van myns heren s graven weghen, als om den dach te houden die ghesproken was jeghens die Oost Vriezen, dair die somme of loipt 25 £, 18 sc 9 d"

Spiegel | 1315

Rek Hen Huis I p 18, 26, 46, 88/Rek Rentmeester Noordholland

Achternamenindex

ontvangen van achterstallige renten van landhuur in den Hage, meente Eykendunen: Franke Kerstans Spieghelsz, 12 sc; 1316: idem Franke Kerstans Spieghelsz, 12 sc; van lavengierster land,(p 88) jaarlijks verhuurd: Symon Mouwe, Clays Colyn, afterstal: Kerstans Spieghel 2£; van de Cnoepstoc: Pieter Beyersweduwe, Kerstans Spieghel, -; - landhuur in Sciedam: Kerstans Alewynsz en Gherard Claisz, 13£ (p 46), Kerstant Enghelsz 35sc, idem: 15sc (p 117); - in Rotterdamme van de visserij van de sluizen: Vranke Ysbrantsz 3£ 12d (p 18); van hofstedehuur in Scyedamme: Kerstans Veynoudsz 5sc, Kerstekijn 8d (p 46)

Wilde, de | 1339-10-21

R.A.H. Coll Aanw no 36 Amstelland, Waterland en Gooiland fol 400/Reg EL 32 fol 68

Achternamenindex

een aantal personen waaronder Gheret die Wilde, oorkonden van wege ons gemeen land van Gooiland, dat zij hun twist met die van Eemnes, over veen dat zij van de graaf gepacht hadden en in het bezit waarvan zij door die van Eemnes gestoord worden, zijn verbleven aan heer Jan van Pollanen, heer Gerid van Eemskerk, Jan van Sasnem en Gherit Alewynsz; op dezelfde dag doen zij uitspraak, genoemd: Jacob die Wilde, buerman te Eemnes, pachten die van Eemnes van de grafelijkheid in een eeuwige erfpacht veen te Eemnes: o.a. Jacob die Wilde, buerman aldaar

Molenaar, de | 1330-11-18

Van Mieris II bl 505

Achternamenindex

Jacob van Moordrecht verkoopt zijn ambacht van Moordrecht aan graaf Willem

Pieter van der Lecke, Clays van der Merwede, ridders; Tielman die Moilnaer, Gherid Alewynsz, Pouwels die Toilniar

Leyden, van | 1316-11-10 (09)

Van Mieris II p 174, 175

Achternamenindex

testament van Pieter van Leiden, kanunnik van St Pieter te Utrecht en pastoor van Soeterwoude: genoemd worden zijn kerken te Benschop en Zoeterwoude; - hij sticht 4 kapellen in de St Pieterskerk te Leiden voor 50 £; - Coningsvelt krijgt 20 sc Tourn, waarvan Aechte van Leyden 5sc krijgt; - klooster Loosduinen, 20 sc, waarvan Margirete van Walcheren 5sc per jaar krijgt; - zijn neef Arnoud de Smit krijgt zijn woonhuis te Leiden; - de begijnen te Leiden, 5 sc per jaar, Bertrade en zijn nicht Thete resp 40sc en 3 £ per jaar; - heer Henrick Spiker 4£; - zijn neef Philips Heinricz een nap met een voet; - het leen van de graaf aan zijn broers en zusters; - zijn huis te Zoeterwoude aan de papelijke provende aldaar

executeurs: zijn neven Henrick Spiker, Jan van Cloetinge, Jan Rutgersz, pape van de Westerkerke in Wolfertsdijk, zijn neef Philips Henricsz, zijn zwager Gerrit Alewijnsz; bezegeld door: graaf Willem, de abt van Middelburg, zijn broer Jan van Leyden, zijn zwager Geraert Alewynsz, zijn neef Philips Heinzone