27 resultaten
Pauw | 1579-12-03
Schepenrol van Monnikendam 3537
Achternamenindex
heeft Adam Pietersz van Randorp, eysscher, ter eenre, op ende tegens Pauw Isbrantsz gedaechde, ter andere zijde, geprotesteert van alle costen, schaden ende interessen die hij soude moghen doen. Schepenen condempneren Pau Isbrantsz op te legghen ende te betalen Adam Pietersz van Randorp alsulcke bomerije als hij hem is eysschende na vermelden zijnen obligatie
Asperen, van | 1578~
Partic Leenkamer Asperen II fol 6V
Achternamenindex
"weder verhuurt. Jan Jansz van Asperen versocht (vide reliqua in cedula propria) als hij mits consent unseres heren van sijn …… M. Herman Rutgersz van Elisabeth Rutgers zijn moeye gekofft ….. 6 Tourn ofte enen pondt goets gelts. Ist bewillicht dat syn huysvrou Alit Jacobsdochter na dode van Jan Jansz voorn. sal haar leven lanck alsulcke 2 lossinge besitten ende gebruycken"
Grebber | 1579-06-09
Schepenrol Monnikendam no 3537
Achternamenindex
schepenvonnis Monnikendam: tussen Jan Grebbersz en jonge Arent als voogden van Jan Claesz Zoetendoots kinderen, dat Eeff Reijnes, de huisvrouw van Krijntgen t Leven zal opleggen en betalen alsulcke bedaengde penningen, 19 gld en 50 gld etc. Op 24 november d.a.v. genoemd: Jan Jacobsz Grebber , voogd van Jan Claesz Zoetendoots kinderen en Eeff Reijnes; 1582-02-24: schepenvonnis: Arent Claesz is ontseijt van synen eysche en de verweerder vrij ende geabsolveert van de voors eysch
Goer, van | 1488-04-12
R.A.H. coll Aanw 108 Caput Arkel fol 57/Reg Max. en Philips fol 18
Achternamenindex
Yde Jan Sculpendochter met Jordyn van Goer als haar gecoren voogd, draagt over aan haar zuster Yde twee morgen land, uyt alsulcke 7 morgen lands gelegen in den lande van Arkel, als wij hair op huyden onder mer bij doode Willem Sculpen verlyet hebben, lenden of syn aen die een sijde die Arkelsche wech, ende aen die ander syde Yde voorn. selve. Max. en Philips belenen haar als heren van Arkel hiermede. Hulde doet voor haar Jan Schout Claesz
Does, van der | 1469-09-23
R.A.H. Coll Aanw 465 fol 25v/Leenregister Brederode (oud) fol 12v
Achternamenindex
Rynolt heer tot Brederode oorkondt dat Fueij van der Does hem heeft opgedragen een camp land van 4 ½ morgen in het ambacht van Leiderdorp, bij de hofstede van der Does, belend tussen de Does wetering en heer Willem Jacobsz, priester, streckende van den lande die Fueij van ons te lene houdende is tot achter an enen camp lant, die geheten is den Derwer. Willem van der Does wordt er vervolgens mee beleend tot een onversterfelijk erfleen, te verheergewaden met een rode sperwer of 5 schell Holl. Mit vorwerden, waert sake dat dit voors. lant ijet becommert waer of belast dat soude Willem voors. voirt mogen verhalen op alsulcke goeden ende landen als Fueij voers. noch van ons te lene hout, sonder enich weer van recht daer tegens te doen of doen doen in eniger manieren hoet genoemt mocht wesen. Item tot welcker tijt Fueij van der Does Willem van der Does voors. vernuecht heeft van alsulcke brieve als Fueij van Willem heeft, soe sellen wij willich wesen Fueyen voors. dit voors. lant wederomme te belenen ende Willem voors. daeroff quijt te scelden
mannen: Reynolt en Henric van Brederode, basterden, Foij voors. selve
hoofdtak
Gellicum, van | 1407-04-06
R.A.H. Coll Aanw 70 fol 20v, 26
Achternamenindex
hertog Willem scheldt kwijt "alsulcke ongecofte gevangen als wij noch hebben den Arkelschen ofgevangen, ende mede die noch tot Vyanen gevangen ende ongecoft sijn", behalve Aernd van Schonouwen, Splinter van den Dudengheijn, Otken an Gellinchem en Heijn van der Poorte; hij zal zich nimmermeer verzoenen met: Jan van Weerdenburch, Otto van Asperen en van Vueren of Otto van Gellinchem, tenzij met toestemming van de stad Gorinchem en goeddunken van Jan en Coen van Herlaer, Bruenis van Bloclandt en Bruenis Witte Bruenisz
Blokland, van | 1407-04-06
R.A.H. Coll Aanw 70 fol 20 ?v
Achternamenindex
hertog Willem scheldt kwijt "alle alsulcke ongecofte gevangen als wij noch hebben den Arkelschen ofgevangen, ende mede die noch tot Vyanen gevangen ende ongecoft sijn, uytgenomen heren Aernde van Schonouwen, Splinter van den Oudengheyn, Otken van Gellinchem en Heijn van der Poorte. Behoudelic dat alle gevangen die wij quijtscelden mit desen brief sullen bliven standen aen handen Jans van Herlairs, Coenen van Heerlaers, ende Bruenys van Bloclants, hoeren wille mede te doene, uitgenomen dat sij oervede sullen doen tot onsen genuegen"
Rossem, van | 1567-02-05
R.A. Arnhem R.A. Heerlijkheid Ammerzoden Inv 242
Achternamenindex
Scalck Ariensz droeg op aan Jan bastaard van Rossem een erfbrief van 11 hont land op de Welsche Hoeve; Arien Hanricksz belooft Jan bastaard van Rossem schadeloos te houden van "alsulcke waerschap als Scalck gedaen heeft Heynen Jansz ut Johan van Rossem geseeth gelegen op het Welsche Hoof in den gerichte van Maersoyen, hercomende van 1 morgen land die Heyman van Scalck gekocht heeft op ter Stelt naest den Waijacker"; 1566-03-03: Maes Jansz promisit Johan van Rossem bastaard, 18 gld; Hanrick Claesz promisit Jan van Rossem 18 gld
Does, van der | 1412-08-20
R.A.H. Coll Aanw 53 caput Zeeland p 95
Achternamenindex
hertog Willem oorkondt dat Mouwerijn van der Does hem heeft opgedragen tbv "zijn zoon Willem van der Does dinair en meester bottelgier onser liever gesellinnen Margriete van Bourgoignen, alle alsulcke heerscappie, ambacht ende ambachtsgevolge mit sinen toebehoren, gelegen in onsen lande van Seelandt, in Walcheren binnen Biggenkercke ende Crommenhoeck, also groot ende also cleijne als onse lieve heer ende vader ende ons die aenquamen bij dode Jans van den Wairde, ende Mouwerijn in leen gegeven waren in verrichtinge van alrehande scaden ende vangenisse die zijn ouders om onser onder wille gehad ende geleden hebben". Willem wordt ermee beleend tot een Zeeuws leen
hoofdtak
Wateringe, van der | 1352-12-22
A.R.A. Leenkamer 32 (39 ?) Copie fol 28v/Reg EL 23 (25 ?) fol 19
Achternamenindex
hertog Willem oorkondt: dat wi bevolen hebben heren Willem van der Wateringe, onse baljuw van Rynland en den lande van Woerden of wien hi in syn stede set, te vercoopene alle dergheenre lande die op den huse te Poelgeest leggen, mit twee mannen die onse stede van Leyden daertoe setten sullen, ende wat sij daer toe doen, dat sullen wi ghestade houden, ghelyc of wyt selve gedaen hadden. Ende alsulcke brieve daer of geven dat goet te waren alse denghenen denct diet copen dat si daermede verzekert zyn. Dit sal geduren tot onsen wederseggen, en de baljuw moet hem goede rekening doen [jaartal ontbreekt, = 1352]
Florentii de Borsalia filii domini Nicolai, Wilhelmi Heerman, Ysbrant [Bertouts]