Herlaer van Meerwijk, van | 1422>

Vorsterman van Oyen dl III i.v. de Roever

Achternamenindex

Dirk de Rover, ridder, heer van Aerle en Rixtel, Beek en Stiphout, hoogschout en schepen van den Bosch, overleden na 1422, nalatende bij zijn echtgenote Ermgard van Waderle Petersdochter één erfdochter: Agnes de Roever, vóór haar vader overleden, gehuwd met Johannes van Herlaer Gerardsz, ridder, heer van Ameijde [sic] Empel en Meerwijk

Leyenburg, van | 1394-09-19

R.A.H. Coll Aanw 46 fol 237v

Achternamenindex

hertog Albrecht oorkondt dat Heijnric heer van Vyanen, Ghoije en Ameijde hem heeft opgedragen het gerecht van Cort Bolgerij, in het land van Jan van Arkel, dat van Agniese vrouw van Goeswijn van Nyensteyn was, en Heylwijch vrouw van Jan van Hoemen was, en belend beneden de sloot naast het land van Vyanen: Herman Pille, Aleijt Heijnen en Stijn Claes met een halve hoeve land die boven deze hofstede van Jan van Leyenburch lag; de hertog beleent vervolgens Jan van Arkel ermee

Arkel, van | 1394-09-19

R.A.H. Coll Aanw 46 fol 237v

Achternamenindex

hertog Albrecht oorkondt dat Heijnric heer van Vyanen, Ghoije en Ameijde hem heeft opgedragen het gerecht van Cort Bolgerij, in het land van Jan van Arkel, dat van Agniese vrouw van Goeswijn van Nyensteyn en Heylwijch vrouw van Jan van Hoemen was, en belend beneden de sloot naast het land van Vyanen: Herman Pille, Aleijt Heijnen en Stijn Claes met een halve hoeve land die boven deze hofstede van Jan van Leyenburch lag; de hertog beleent vervolgens Jan van Arkel ermee

Nyensteyn, van | 1394-09-19

R.A.H. Coll Aanw 46 fol 237v

Achternamenindex

hertog Albrecht oorkondt dat Heijnric heer van Vyanen, Ghoije en Ameijde hem heeft opgedragen het gerecht van Cort Bolgerij, in het land van Jan van Arkel, dat van Agniese vrouw van Goeswijn van Nyensteyn was, en Heylwijch vrouw van Jan van Hoemen was, belend beneden de sloot naast het land van Vyanen: Herman Pille, Aleijt Heijnen en Stijn Claes met een halve hoeve land die boven deze hofstede van Jan van Leyenburch lag; de hertog beleent vervolgens Jan van Arkel ermee

Rieghe, de | 1407

R.A.H. Coll Aanw 96 fol 215 en 215v; Coll Aanw 99 Caput Arkel fol 33

Achternamenindex

Enghebrecht Willemsz van den Wee[r]de ontving 3 morgen in het land van Ameijde op de Weert, belend oost: Henrick Claisz met 3 morgen leenland, west: Jacob Dierck Rughenz met 6 morgen leenland; er zijn brieven van heer Otte van Arckel; Dierck Jacopse doet afstand. Oude Jacob Dirck Rughenz ontvangt bij opdracht van Enghebrecht Willemsz van den Weerde 2 vierendeel land, 6 morgen, gelegen in de Ameyde op de Weert, belend boven: Enghebrecht met 3 morgen, beneden: "datter costerien toebehoert van Thienhoven ende die kerck op staet"; idem 1415-02-22 (1414): Jacob Riege zoon van Dirc Riege

Oostende, van | 1463-04-19

Leenregister Abdij St Paulus te Utrecht 505 fol 377, 377v

Achternamenindex

de broers Willem die Vreze van Oestende en Jan van Oestende worden binnen jaar en dag na dode van hun vader Willem van Oestende beleend met de helft van ⅔ deel van de tienden die Jan de bastaard heer Vranckenz [van Borssele] te leen hield, gelegen in de parochie van Welsingen, waarvan de abdij van Middelburch de handere helft in leen houdt, jaarlijkse pacht 6£ Zwarte Tourn; dezelfde dag worden zij ook beleend met ⅓ deel van tienden in dezelfde parochie, waarvan de abt ⅓ deel heeft en het derde deel door de erfgenamen van Johan heer Vranckenz en de abt gezamenlijk in leen gehouden werden; 1463: Willem van Oestende heeft zijn ⅓ deel overgegeven aan zijn broer en Joest van der Ameijde

Arkel, van | 1399-03-26 (1398)

R.A.H. Coll Aanw 47 fol 583v

Achternamenindex

hertog Albrecht beleent zijn neef en getrouwe Johan van Arkel met het huis en land van der Ameijde met gerechten en heerlijkheden, zoals heer Heynric van Vyanen en vr Heijlwijck van Haerler vrouwe van Vyanen hadden. De hertog belooft hem vervolgens "dat wij hem doen sullen 400 à 500 mannen gewapent een huijs ende veste mede te maken in den lande van der Ameyden bi den slusen ende bi hem te bliven ende te dueren als lange als hise behoven sal". Verder belooft hij dat degenen die Johan nog niet gehuldigd hebben dit onverwijld zullen moeten doen. Tenslotte belooft hij geen zoen met de heer of vrouwe van Vyanen te zullen sluiten voordat deze beloofd hebben Johan in het rustig bezit te laten

Oostende, van | 1463-04-19

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 377, 377v

Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: de abt beleent Willam die Vreze van Oestende en zijn broer Jan Oestende binnen jaar en dag na dode van hun vader Willam van Oestende, met de helft van ⅔ deel van de tienden die Jan de bastaard heer Vranckenz [van Borssele] hield, gelegen in de parochie van Welsinge, waarvan de abt van Middelburg een deel bezit en Willem van Oestende het wederdeel, pacht 6£ zwarte per jaar; en met ⅓ deel van alinger riende in de parochie van Welsinge, waarvan ⅓ deel aan de abdij van Middelburg toekomt, en het 3e deel aan de abdij St Paulus, pacht 6£ zwarte; "ende dese twe brueders en sellen dese tyenden bij horen live nyet versueken mitter lediger hant"; Willem van Oestende heeft zijn ⅓ deel overgegeven aan Joost van der Ameijde en zijn broers

mannen: Zoude van Rijn, Goesen van Voerde

Brederode, van | 1653-07-04

R.A.H. Coll Aanw 459

Achternamenindex

testament van Jan Wolphert van Brederode (verkort): I) zijn oudste zoon Henric erft [hij sterft 1657-07-01]: 1) de heerlijkheid Brederode met het huis te Cleef, 2) Viane, Haerlaer, Ameijde en Tienhoven, met het huis Batesteijn, 3) het erfbuurgraafschap van Utrecht, 4) de heerlijkheid Noordeloos, 5) zijn huis in den Hage genaamd Blyenburg aan de Bospoort, leen van Holland, met beschrijving inhoud slaapkamer, 6) al zijn goederen, hij moet wel de begrafenis en schulden betalen, 7) zijn ongetrouwde zusters krijgen alimentatie tot hun huwelijk, elk met camenier; II) zijn tweede zoon, Wolphert krijgt: huis en heerlijkheid Harwynen, huis te Nievelt en de heerlijkheid van Swammerdam, Rheewijk, Cort- en Langer Aer; III) zijn derde zoon Floris Aelbert Belgicus krijgt de heerlijkheid Cloetinge in het land van der Goes, de heerlijkheid van Haeften en Hellouw, de koeywaert onder Aelst, met verdeling van meubelen, servies, o.a. door de prins van Oranje geschonken. Zijn drie getrouwde dochters krijgen hun bruidschat van fl 20000, de 6 ongetrouwde dochter idem op hun huwelijksdag, met jaarlijkse uitkering van fl 500; ook worden executeurs testamentair benoemd. Testament geopend 1655-09-06. Zijn 2e vrouw heet Loyse Christine van Solms, zuster van Amelia

executeurs: Jacob van Wassenaer heer van Obdam, mr Johan de Wit, na zijn evt overlijden jhr casyn van Bemmel, jhr Godart Adriaen van Rheede heer tot Amerongen