13 resultaten
Hamelenberge, van | 1467-05-09
Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 196
Achternamenindex
leen van de abdij St Paulus te Utrecht: Gysbert de Wolff van Hamelenberch draagt op tbv zijn zoon Dirc van Hamelenberch, alle lijftocht die hij had aan ⅓ deel, onderdeylt van 4 campen land, gelegen tot Zoes bij den goede te Hamelenberch, geheten: de Stocmaet, de Nijecamp, de Oude Weyde, de Hoetmaet, die Dirc in leen houdt; zijn dochters Mechtelt, Korstijn en Cornelis, die hij heeft bij zijn vrouw Angniese Gerytsdochter van Hensbeeck, met Jan van Lewen en Jacob Henricsz als mombers, afstand tbv van hun broer Dirc, elk van 1 Eng nobel per jaar rente uit dit leengoed; vervolgens draagt Dirc van Hamelenberch dit leen van ½ van ⅓ deel van deze 4 campen, over tbv Pouwels van Malsen, die ermee beleend wordt; "Pouwels is doot ende dit heeft ontfangen Jan sijn soen"; op dezelfde dag wordt met de andere helft van ⅓ deel van deze vier campen beleend Aernt Knoep, na opdracht van Dirc van Hamelenburch
mannen: Henrick de Wit, Jan van der Anxter, Tyman Mouwer van Heersel
Honswijk, van | 1410~
Leenregister Culemborg
Achternamenindex
leenregister Culemborg: - Hughe van Honswijc 1 viertel land gelegen tot Scalcwijc, belend boven: Gherijt van Oestrum met leen van Culemborg, beneden: Jan van Huemen, met leen van Culemborg (na hem is dit leen gekomen op Henrick Willemsz die het overdroeg aan Lambert Geritsz) (fol 4v); - Willem van Honswijc, een akker land te Honswijc, belend boven: Willem van Honswijc met een akker, leen van Vyanen, beneden: Willem die Heelt (fol 13); - Jan van Huemen 1 viertel land, als die ghelegen is, belend boven: Lysbet van Honswijc, beneden: Angniese Gheenkens (fol 30); - Gerit van Honswijc treedt op als momber voor Johan Coppier Dircsz bij een belening te Honswijk (fol 51v); - Heinric Willemsz, 1 hofstat met 2 morgen te Scalcwijk, waar hij zelf op woont, belend boven: de heren van St Martinus, beneden: Heinric zelf, na hem wordt Jan Willemsz met dit leen beleend en opnieuw in 1423 (fol 53); - Volcwijn Scelenz 1 hofstat met 3 akker land in Ryswiker maelscap, belend boven: Deenken en zijn vrouw Heilwich, beneden: Heinric Willemsz (fol 39v)
Duijst, uter | 1474-03-01
Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 444v, 472v, 97v
Achternamenindex
leen van de abdij St Paulus te Utrecht: Garbrant uter Duijst maakt tot lijftocht voor zijn vrouw Mechteld, 6 R gld per jaar uit alingen 27 dachmaet land in de Duysten, dat hij in tijns heeft; Garbrant maakt zijn kinderen Gysbert, Jan en Agnies bij zijn vrouw Mechtelt, na zijn dood, elk ⅓ van 15 dachmaet land in de Duijst, binnen de nije wech en de nederenwech, belend zuid: Geryt van Scadijc, noord: Ricout Steven Ricoutsz.z; "Mit sulke voorwaerde: ist sake dat Ricout Garbrants outste sone die buten lants is op dese tijt doot, is off waer t dat hij storve eer Garbrant syn vader wirg, so sellen Jan en Angniese na hun vaders dood elk ½ van deze 15 dachmaet ontvangen"; 1482-11-14: Johan Garbrantsz van der Duijst draagt zijn deel over aan zijn broer Ghysbert, die beleend wordt tegen een erftijns van 2 oude Vls per jaar; Ghysbert maakt aan zijn broer Jan een rente van 11 Rijnse gld per jaar deze 15 dachmaet; Agnijse Gerbrantsdochter geeft over 5 dachmaet hiervan, en heeft Jan Willem Tylmansz ontvangen, die het overdraagt aan Willem Evertsz
tijnsgenoten: Willem Adriaensz, Rutger Jan Tymansz, Tyman van Heersell; 1482: Geryt van Rijn, Willam Adriaensz