17 resultaten
Berendrecht, van | 1483<
Kenningboek Leiden D fol 211/Ned Leeuw jg 1915 p 105
Achternamenindex
dingtael van meester Willem van Berendrecht tegen Marie Jan van Berendrechts weduwe. Hij eist dat zij "onder den gherecht van Leyden" zal brengen alle schepenbrieven enz "mentice makende ende sprekende alsoe wel van tleen van berendrecht, den thijnsen van hodenpijl ende tleen van Raephorst als anders van andere goederen ende saken den voorsz meester Willem van berendrecht of Jan van berendrecht kinderen dair meester Willem voirn bestorven voicht of is enict sijns"enz. Verder staat er doelende op het leen van Berendrecht: "gemerct dat het halve leen den voorn meister Willem toebehoort"
Smit | 1505-02-10
R.A.H. Recht Arch 4682 pak 5
Achternamenindex
Claes Claesz, van Edam als bestorven voogd van Claes Symonsz anders [?] Claes die Wit geheten Dirck Symonsz en Lysbeth Symonsdochter, kinderen van later bedde en Claes Jansz Smit; Claes Jansz smit en Claes Claesz verkopen aan Claes Woutersz Smit een huis en erf op 3 R gld jaarlijkse pacht daaruit gaande, staande in de Oosterstraat, belend oost: Claes Pietersz Haeck, west: Jan Jansz Bleeser; op dezelfde dag verkoopt Claes Woutersz Smit aan Claas Claasz, als voogd an de 3 kinderen van later bedde van Simon Jacobsz een jaarrente van 3 R gld
Alphen, van | 1392-05-25
R.A.H. Coll Aanw 46 fol 55v, fol 55
Achternamenindex
Dirc van Alphen Hughenz koopt ten vrijen eigen van hertog Albrecht de leengoederen die Claas van Oudenburch en zijn zoon Dirc van Alphen van hem in leen hielden, en nu aan hem "met recht bestorven" zijn: de helft van 11 morgen met husinge in het ambacht van Monster bij de kapel, waar Dirc Claesz van Alphen op woonde, "doe hi binnen zinen lesten live was", belend noord: de Poeldijcse weg, oost: erve van het klooster Rijnsburg, zuid: de Gantel, west: Philips Nachtegael; 1392-05-25: de magen van Dirc van Alphen Claesz kopen de verbeurd verklaarde goederen terug, zij worden met name genoemd
Bekesteyn, van | 1380-03-25/26
Batavia Illustrata bl 857; Van Mieris dl III p 370; Kroniek Egmond in not Ant. Matheei p 233 en 234
Achternamenindex
Wouter van Bekesteyn, schildknaap, bloedverwant van heer Wouter van Heemskerk, gesproten van een jongere zoon van de huize van Heemskerk, ontvangt van de abt van Egmond in leen 13½ maden in de Grote Waert bij Haarlem, die aan de abdij bestorven waren bij dode van heer Wouter van Heemskerk, ridder, die stierf sonder wettig kind, en wettige broer of zuster. Een vidimus van 1427 op OL Vr. avond te Lichtmisse van Jan de Grebber en Ocker van der Crimpen. Copie van Michiel van Woerden secretaris van Haarlem en notaris publijk d.d. 1615-01-27. Jan van Bekesteijn houdt diezelfde 13½ maden in de ban van Liede in leen in 1430. Hij ontvangt een nieuwe brief op 1430-11-03 daar de oude verloren is gegaan
mannen: Willem van Akendam en Gerrit van der Burg
Haarlem
Monijck, de | 1454-09-30
Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 366v, 392v, 380, 398
Achternamenindex
leen van de abdij St Paulus te Utrecht: de abt verkoopt aan Claes die Monijck als momber van zijn neef Jan Gerijtsz in Borselen, ½ tiende in Hoegenlande, zoals heer Phillips van Borssele heer van Cortgene van ouds in leen hield, en aan zijn nicht de vrou van Poeck bestorven zijn, en bij wanverzoek van haar man heer Daniel van Boechout, aan de abdij vervallen waren, daarlaatstgenoemde deze halve tiende zonder consent van de abt aan Geryt Jansz des voirs Jan Jansz vader verkocht had, hij wordt beleend tegen een jaarlijkse pacht van 18 groten oude Coninx Tourn; "heeft verzocht Claes Jan Betsz in eodem libro fol 398v"; 1472-07-21: beleend mr Henric Walichsz als momber van zijn neef Claes Jan Betsz, na dode van zijn oom Jan Gerytsz in Borssele; "dit heeft ontvangen Peter Cornelisz in libro abbatis de Stege fol 15"; 1473-03-25: beleend Petronella Goijert Mensendochter met haar man Joest zoene Dircsz, na dode van haar oom Jan Gerijtsz; "dit heeft Claes Beth"; 1478-06-21: beleend Claes Jan Bethsz, nu mondig
mannen: heer Peter van Dam, abt van Middelburg, Peter van Schoenenburch; 1472, 1473: Geryt van Ryn, Tyman Mouwer van Heersell; 1478: Eerst van Meerten, Johan Taets
Dongen, van | 1522-11-03
Schepenregister Breda 1522 fol 119v, 120
Achternamenindex
Claes Vyerlinck, griffier van de rekenkamer van de graaf van Nassau in de ene partij en de broers Jan en Peter, zonen van wijlen Jan Wemmer Swert in de andere partij, oorkonden dat zij onderlinge afspraken gemaakt hebben over: "een erfs magelingen in der manieren hier navolgende: te weten hebben de broers Jan en Peter ut cracht van de mangelinge voirs opgedragen ende overgegeven den voors Claese Vyerlinck, alle alsulcken recht ende besterfte als hen na den doot van wijlen jouffrou Cornelien van Donghen hoire oudemoeder vrij bij successie, ghifte, testament, makinge of andersins toecomende vervallen ende bestorven is, zoowel in de leengoeden ende andere erffelicke goederen als in de haeffelicke baverlicke goeden bij der voors wijlen Cornelia van Donghen achtergelaten, hoedanig die goeden zijn en tot wat plaetse die binnen den lande van Breda, tot Donghen of elders dair omtrent gelegen zijn". Claes Vierlinck draagt hiervoor aan Jan en Peter op tienden op Zuid Bevelant in de parochies van Scoudee en Ouwerdingen door hem verkregen van heer Adriaen Adriaensz, deken van Reijle, Janne Petersz van de Loo en van Cornelis Ewoutsz, leen van het kapittel van Oudmunster
Dongen, van | 1473-11-06
R.A.H. Coll Aanw 104 Caput Kennemerland fol 32-37/Ned Leeuw 1887 p 88/Reg Kar A Cas G Caput Kennemerland fol 10/Batavia Illustrata p 888~
Achternamenindex
huwelijksvoorwaarden Jan van Dongen Jansz en jvr Marie Philips Ruychrocksdochter van de Werve; Jan van Dongen brengt aan: 1) de ambachtsheerlijkheid van Neder Swaluwe, hem aangekomen van zijn vader, 2) een huis en hofstede te Dongen met 2 hoeven land, met thijns van hoenderen, capoenen en ganzen, met een warande van conijnen, en een deel hoeven moers, alles hem aanbestorven van zijn vader en in leen gehouden van zijn oom Roelof heer van Dongen. Philips Ruychrock geeft aan zijn dochter 20 £ per jaar. Met voorwaarde dat indien jvr Janne, moeder van jvr Marie, sterft vóór haar man Philips, ende bij der dood van deselve jvr Janne aan jvr Marie aanquamen en bestorven alsulke 100 overl. Rynse gld jaarlijkse renten als haar moeder in leen houdt van Holland uit alle goeden van Schagen, dat als dan dieselve 100 R gld strecken sullen in betalinge van de 20£ gr die Philips aan zijn dochter als medegave ten huwelijk beloofd heeft. Na haar vaders dood zal jvr Marie nog 10£ gr Vls per jaar erbij krijgen van haar vaders leenvolger, bovendien zal zij dan haar aandeel ontvangen in Philips eigen goederen. Jan van Dongen zal haar binnen een maand nadat hij haar beslapen zal hebben, haar een duarie maken van 20£ Vls per jaar. Met regelingen van hun erfenis, met of zonder kinderen. Op 1474-03-10: bevestigd door hertog Philips
bezegeld door hertog Philips, Geryt heer tot Assendelft, zwager van Jan van Dongen, zijn broer Jan van Assendelft; voor Philips zegelt zijn broer heer Willem Ruychrock van de Werve, ridder, Dirck van Swieten, Raad van de hertog