12 resultaten
Zuylen, van | 1438
Codex Dipl Neerl Serie 2 dl 4 afd 2 p 57
Achternamenindex
Lysbeth met haar voogd Peter Over die Vecht, Geertruid, Mechteld en Dirk, dochters van Herman Over de Vecht dragen het goed Over die Vecht op aan Bartholomeus van Zuylen van Nyevelt, terwijl Elsebe Over de Vecht, weduwe van Dirk Taetzen (Taets) haar rechten afzonderlijk overdraagt; Bartholomeus draagt dit goed vervolgens op aan zijn broer Steven van Zuylen van Nyevelt Willemsz; Willem van Zuylen van Nyevelt draagt de helft op tbv van Roelof van Zuylen van Nyevelt en in 1474 het geheel; 1475: scheiding tussen Roelof en Steven van het goed; 1485: Roelof draagt zijn helft over aan het klooster Oostbroek, 1487 doet Steven van Zuylen van Nyevelt Stevensz idem
Baer, van | 1532-03-24
Leenregister Gelre
Achternamenindex
lenen van Gelre: - 1532-03-24: het goed te Wijnbergen in het kerspel van Doetinchem: Willem van Baer, bij transport Sweders van Wynbergen ontvangen de helft van Wynbergen, de andere helft is van Gerrit Horstinck. Eed vernieuwd: 1538-09-21, 1544-05-26, 1556-06-10; 1553-02-24: Anthonis Horstinck, erve van zijn vader Gerrit, belast de andere helft met 20 Joachimsdaler per jaar aan Willem van Baer, te lossen in 6 jaren. 1561-05-22: Willem van Baer, drost van Lingen, bij transport Anthonis Horstinx, ontvangt de helft zodat het weer één leen wordt. 1568-09-24: Frederick van Baer Willemsz krijgt uitstel, idem: 1569-01-20, 1570-01-20; 1571-06-29: Dirck van Baer erft het leen van zijn vader Willem; 1588-11-01: Willem, Fredrick, Eggerick en Willem van Baer met hun 4 zusters als erven van hun vader Diedrix beleend, en hun moeder Else Ripperda en haar hulder Giellis Englenen. 1625-08-30: Diedrick van Baer, onmondig, als erve van zijn beste vader Diederick en vader Fredrix beleend, zijn moeder Judit Ripperda gebrukende tot hulder Henrick van der Capellen. 1625-09-07: Eggerick van Baer als erve van zijn moeder Elsebe Ripperda beleend, stierf: 1625-09-22. 1637-05-27: Herman van Baer als erve van zijn broer Dirck beleend tot een vijfmarkleen volgens de oudste belening (1642-02-23: bevrijd van leenplicht)