22 resultaten

Rode, de | 1451-1452

Rek Rentmeester Kennemerland
Achternamenindex

Willem de Rode gadert het haartstedegeld te Schoirle (882 fol 15); 1452-1453: idem te Groede en Schoorl (883 fol 15); 1453-1454 (884 fol 16v) en 1454-1455 (885 fol 16v): idem

Bemel, van | 1470

Quellen Stift Xanten p 341
Achternamenindex

confinationes curtis Xantensis: 6 maldersaet geheten die Hoensacker, gelegen in een kamp met wilgen bepaet in St Andriesvelde, belend: Gadert van Bemel en Henrick Haick van Zonsbeeck; 4 maldersaet, gelegen achter der Nonnen molen, belend: Henrick Raemsdonck en Henrick van Bemel

Coster, de | 1360

Rek Rentmeester Kennemerland 1475-1476, 907 achterin fol 4
Achternamenindex

Ghisebrecht de Coster gadert aan zeevond 300 wagen scots in den oghe (Callandsoog) en vervoert deze voor de zeevonder 16 sc; van t begraven van aangespoelde lijken op t kerkhof 42 sc 8d en van 5 dode mannen in de duinen 13sc 4d

Donk, van der | 1439

Reg Gelderse Leenakten 5e Stuk Uitheemse lenen p 62
Achternamenindex

8 morgen te Tricht in het land van Buren, belend tussen Johan van der Donck en Willem Rolofsz erfgenamen, geerfd van Herman van Hoekelum op Jut Wannen, weduwe Rolof Gadertsz; met haar zoon Gadert transporteert zij dit goed op Otto van Vueren

Assendelft, van | 1469-1470

Rek Rentmeester Kennemerland
Achternamenindex

Jan van Assendelft biedt met anderen op de pacht van het baljuwschap van Kennemerland (901 fol 21); (fol 24) hij pacht het schoutambacht van Wormer voor 33 £ 10sc per jaar, doch resigneert deze pacht; (fol 26) hij pacht het clercambacht van Beverwijc, en resigneert deze pacht; 1474-1475: Jan van Assendelft Gerytsz gadert als rentmeester het Coninginnegelt te Alkmaar (906 fol 10v); 1475-1476: (907 fol 23v) hij is rentmeester van Noordholland en pacht de duinen tussen Brederode en Heemskerk en tussen Bergen en Zijpe voor 25£ per jaar, 30 jaar lang; 1476-1478 (908 fol 10) en 1478-1479 (909 fol 10): hij gadert het Coninginnegeld te Alkmaar

Kedichem, van | 1326, 1402, 1408

Leenregister Gelre Overkwartier 1e stuk p 4 en 2e stuk p 34
Achternamenindex

Goswijn van Kedichem: -5 marck geld met de herfstbede in Gelreland, en de hof te Kedinghen, -de visserij erbij en 8 mannen, - het erf en goed dat Elbert van Kedichem hield en het erf dat Wolter van Vossem van Gadert van Kedichem hield; 1402: Steven van de Eger; 1408: Styne van Kedichem zijn weduwe

Sparenwoude, van | 1443-1444

Rek Rentmeester Kennemerland
Achternamenindex

Jan van Sparenwoude: ontvangt de herfstbede van Sparenwoude, 20 sc, als gift voor zijn leven (874 fol 2); (fol 15) van "haertstegelt van Spairnwoude bewint him Jan van Spaernewoude, daerom hier niet"; 1444-1445: (875 fol 2) de herfstbede, 20 sc, Jan van Sparenwoude; (fol 16) dezelfde post over het haardstedegeld als vorig jaar; 1445-1446: (876 fol 2) idem; (fol 13v) gadert het haardstedegeld zijn leven lang, daarom hier niet; 1446-1447: (877 fol 2) als voren fol 2

Veen, van | 1471-1472

Rek Rentmeester Kennemerland
Achternamenindex

Claes van Veen: (903 fol 33) zeevonder te Groede en Hondsbosch, voor zijn tabbert 3 £; 1472-1473 (904 fol 34v), 1473-1474 (905 fol 32v): voor idem 3 £; 1474-1475 (906 fol 40), 1475-1476 (907 fol 36v): gadert de zeevond te Zevenhuijsen, voor zijn tabbert 3 £; 1476-1478: (908 fol 48v) bewaart de zeevond te Groede en Honsbosch, te Scoorle en de Bergen, voor zijn tabbert van 2 jaren 6£; tussen 1478-1479 (909 fol 39v) en 1482-1483 (913 fol 30): zijn tabbert 3£; 1483-1484: (914 fol 30) Aernt van Veen bewaart deze zeevond

Bolle | 1411-1419

Rek Rentmeester Kennemerland
Achternamenindex

Floris Bolle: van zijn leen elk jaar 10 £; 1419: bedrag onleesbaar, (fol 4) mijns heren bode tot Aelbrechtsberge en Tetrode, van sinen roc 3 £ 10sc; 1419-1420: (850 fol 6, 8v, 9) van 4 ½ hoet coorns tot Castricum 12 £, van zijn roc 3 £, zijn leen 8£ 10sc; 1420-1421: (851 fol 8v, 9) bode te Aelbrechtsberg en Tetrode, 3£, van zijn leen 8£ 10d, (fol 6) hij betaalt van 3½ hoet coerns tot Casterkem 12£ 10sc; 1422-1423: (852 fol 1v,7) Floris Boll heeft nog geen bewisinge gedaan van de erfhuur omtrent Haarlem, bode 3£, roc 3£; 1423-1424: (854 fol 9v) Floris Bol: 5 jaar lang voor zijn wedde, per jaar 10£; 1424-1425: (856 fol 10) van zijn leen 10£, wedde 10£; tussen 1419-1425 gadert hij ook nog de herfstbede, 3£

Heukelom, van | 1439

Reg Leenakten 5e stuk Uitheemse lenen p 62
Achternamenindex

8 morgen te Tricht in het land van Buren, belend tussen Johan van der Donck en Willem Rolofsz erfgenamen, geerfd van Herman van Hoekelum op Jut Wannen, weduwe Rolof Gadertsz; met haar zoon Gadert transporteert zij dit goed op Otto van Vueren; 1468: Ot van Asperen van Vueren ontvangt 8 morgen gelegen in de Maet, de Arkelse hoeve geheten, naast Jan van der Donck; 1473-10-05: vernieuwt eed, te vererven op Alyt van Heukelom Adamsdochter; 1475-09-24: Alijt van Heukelom vrouw van Jan van Weerdenborch; 1481-10-15: Dirck van Weerdenborch, onmondig, erve van zijn moeder Aleyt, behalve lijftocht voor zijn vader Johan; 1487-01-02: zijn broer Johan vernieuwt eed; 1495: Catrin van Vueren weduwe van Gysbert van Giessen en vrouw van Johan van Bomel met lijftocht voor haar man; 1495: Johan van Weerdenborch, Dircks broeder kent dit leen voor sijn nyet ende begeerde het nyet te verheffen