18 resultaten

Dalem, van | 1386-10-25

Arch Nassau Domeinraad regest 771
Achternamenindex

de officiaal van Luik, gehoord de aanklacht van de procurator van het Hof tegen Wilhelmus van Donghen heer van Donghen inhoudende, dat deze achtereenvolgens gehuwd is geweest met Badeloga, dochter van Johannes Bije, en Elisabeth, dochter van Wericus de Jonghe, die elkaar in de vierde graad verwant waren, beslist, dat de aangeklaagde kerkelijk gestraft zal worden volgens zijn uitspraak

Kerkhof, van den | 1325-12-09

Cartul Marienweerd no 260
Achternamenindex

Adolf bisschop van Luik oorkondt het resultaat van het onderzoek door Jacob van Zuilichem, priester, als gemachtigde van de abdij Marienweerd, ingesteld aangaande een eventuele afscheiding van de kerken te Meer [Boxmeer] en te Mill, waarbij o.a. Lambertus de Cymiterio als getuige gehoord is. Verder genoemd: Arnoldus decanus concilii Kukensis, Arnuldus parochianus in Meer, Arnoldus Vilroc, commorans in parrochia de Mylle, Ruthgerus ecclesiam de Mille, Johannes, presbyter officians ecclesiam de Meer, Godefridus dictus Goddo, parochianus de Meer, Henricus, investitus ecclesie de Meer

Dalem, van | 1361-03-19

Arch Nassau Domeinraad regest 599
Achternamenindex

notaris Johannes van Arle instrumenteert dat een aantal getuigen uit Donghen, door hem op verzoek van Rodolphus van Dalem onder ede gehoord, verklaard hebben dat Hector zoon van Johannes Compeijnsz in het bijzijn van zijn broer Laurentius en zijn zwager Gerardus Note zijn goederen verkocht heeft aan heer Wilhelmus van Duvenvoorde, heer van Oesterhout, en dat de overdracht heeft plaats gehad na een verklaring van genoemde broeder en zwager en nog twee personen dat de verkoper ouder dan 15 jaar was

Dalem, van | 1454-09-16

Arch Nassau Domeinraad regest 1703
Achternamenindex

hertog Philips gehoord de klacht van Roeloff van Dongen als voogd van de kinderen van zijn broeder Jan over het halen van aarde en zoden uit het uitgors te Zwaluwe, dat die kinderen van de grafelijkheid in leen hebben, door dijkers die aangenomen hebben de dijk bij de tol te maken, gelast zijn secretaris Gysbert van der Mije zulks te verbieden, wanneer dat even goed uit andere gorzen, de grafelijkheid toebehorende, gebeuren kan, of anders een vergoeding te eisen voor de leenman

Bemmael, van | 1445-03-15

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 289v
Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: Gheryt van Bemmael en zijn vrouw Alyt dragen over: - 3 acker land in Zoeskerspel, tijnsgoed, dat op die beeck leyt, met alle tymmer als daer op staet, strekkende van de brenck tot aan de Torffwech toe, belend oost: Johan Jan Goutsz met Geryt Haessen acker, west: Ricout Ricoutsz, - 6 veen acker als van ouds daartoe gehoord heeft, belend oost: Nanne Tymensz, west: die veengraft, noord: Jacob Ghysbertsz, zuid: Geryt van Bemmael met vergraven veen; vervolgens ontvangt Goedert Henricsz dit goed tegen een tijns van 1 penn, ieder jaar te betalen in onsen hof tot Emiclaer

tijnsgenoten: Willem Henricsz, Jacob van der Weteringe

Thou | 1553-1554

Grote Raad Mechelen E.A. Dossiers dl III dossier 955/1
Achternamenindex

Tryntgen Jansdochter weduwe van Claes Thou, haar kleinzoon Jan Cornelisz gehuwd met Anna Claesdochter, Delft, contra Claes Claesz Thou, priester, Claes Claesz Maritgen Claesdochter, bagijn, Jacob Jansz x Zoetgen Claesdochter, kinderen van Trijntgen Jansdochter, overleden in 1536, zij was ook moeder van de vrouw van Lenaert Jacobsz; 1554-08-02: Tryntgen verpachtte in haar leven land in de Lier aan: Fytgen Martynsdochter, weduwe van Neel Pietersz, aan de vader van Maritgen Jacob Pieterszdochter, vrouw van Jan Jacobsz; 1554-06-01: verklaring van Aeltgen Fransdochter te Delft over hetgeen zij van haar ouders Frans Claesz en Maritgen Gerritsdochter had gehoord over de verdeling van de boedel van Trijntgen

Bruyn, de | 1758-10-06

Inv Arch Bennebroek no 267
Achternamenindex

beedigde verklaringen van inwoners van Bennebroek, op verzoek van Willem de Bruyn als ambachtsheer, dat zij steeds gehoord hebben van de oudste inwoners dat Adriaen Pauw, in leven ambachtsheer, na het graven van de Leidse Trekvaart aan de ingezetenen dezer heerlijkheid geaccordeerd heeft om van en na de trekschuit te mogen gaan over het hem toebehorende land, genaamd sGravenmade. Welke gunst de twee laatste vrouwen van Bennebroek hebben uitgestrekt tot derzelver Roomsche ingezetenen om over het gemelde land na en van de Roomse kerk in de Voglensang te mogen gaan, vermits dezelve tevoren altoos door het Quaad Laantje moesten gaan. Het rijden met wagens tot vervoer van goederen of personen naar de trekschuiten was een gunst en geen recht

Herlaer, van | 1604-03-26

R.A. Arnhem Arch Heerlijkheid Ammerzoden no 8
Achternamenindex

Frederick Conrelisz Heller ingeboden; 1604-04-11: vonnis tussen Willem Jansz Rossem als aanklager jegens Fredrick van Heller, zij moeten 2 gld inleggen; idem in de zaak met de mulder; Dierck Woutersz als volmacht van Fredrick van Heller gekost Lendert Jansz Duijtsz van wege de molder van Oers, 18 gld; 1604-11-19 ingeboden van sheren wegen Fredrick van Heller; 1604-12-03: Arien Manusz derde klacht op Fredrick van Heerlaer, inhoudende singenaat; 1604-12-15: ingeboden Fredrick Cornelisz van Herler, getuigt tussen Adriaen Manusz en Joest Heijmensz, dat hij bij de Stelte gehoord heeft dat Joest zei: "Heb dat ick hebbe. Ick bender met tevreden ons volck die begeren dat soe te hebben dat ick die sij kiesen soude"

Ammerzoden