18 resultaten

Jutfaes, van | 1590-02-11

G.A. Haarlem Not Protoc Haarlem no 8 fol 197
Achternamenindex

testament van jvr Catarina Bitters, weduwe van Floris van Jutphaes: genoemd worden: Maria Bitters, dochter van haar broer, vrouw van Henrick Hoffman in den Hage, de vader van Maria, Herman Bitter, Gerryt Bitter, laeckenbereyder, zoon van haar broer, Jan Bitter, Hester het dochtertje van Johan Colterman de jonge, 50 gld om "daervan yet propers te doen maecken, ten eynde zij haer testatrice daer by noch gedencke"

Lienlaer, van | 1452-10-02

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 151, 152
Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: Evert Jacobsz van Lijenlaer beleend volgens zijn leenbrief dd 1442 zaterdag na H Sacramentsdach; Claes Jacobsz beleend volgens leenbrief dd 1449 dag na St Pouwelsdach conversio; Rutgher Jacobsz volgens zijn leenbrief 1450 Barth. avond, getuige Otto van Slingelant; Gerryt van Scaewijck Gysbrechts, volgens leenbrief 1442 maandag op O.Vr dach visitatis; Peter Lambrechtsz van Hamertfelt, leenbrief 1442 St Pancras

Bitter | 1590-02-11

G.A. Haarlem Not Protoc 8 fol 197
Achternamenindex

testament van jvr Catharina Bitter, weduwe van jhr Floris van Jutfaes; genoemd worden: Maria Bitter, dochter van haar broer Herman Bitter, vrouw van Henrick Hoffman in den Hage, Gerryt Bitter, laeckenbereyder, zoon van haar broer Jan Bitter, Hester, het dochterke van Johan Colterman de jonge, "hare alle de somma van 50 gld om daarvan ijet proper te doen maeken ten eynde zij haer testatrice daer bij noch gedencken"

Colterman | 1590-02-11

G.A.Haarlem Not.Prot Haarlem 8 fol 197
Achternamenindex

testament van jvr Catharine Bitters, weduwe van Floris van Jutphaes. Genoemd worden: Maria Bitter, dochter van haar broer, vrouw van Hendrik Hoffman in den Hage, de vader van Maria, broer van Catharine Herman Bitter, Gerryt Bitter, kueckenbereyder, zoon van haar broer, evenals Jan Bitter, Hester het dochtertje van Johan Colterman de jonge, "haere alle de somma van 50 gld om daervan ijet proper te doen maecken ten eynde hij haer testatrice daer bij noch gedenke"

Haarlem

Hoylede, van | 1394-09-16

Reg Rotterdam en Schieland no 1301
Achternamenindex

Wouter van Matenesse verklaart, nadat Hugo van Hekelinge hem van zijn eigen goed 1 ½ morgen had opgedragen, geheten Stinarts in het ambacht van Gerrit van Egmond te Vlaerdingen in Hoeylederhoeck, belend noord: Dirck Pouwelsz, zuid: Gheertruydt van Hoelyde, in plaats van 1 ½ morgen in Maeslanderambacht, die hij van hem in leen hield, en Hugo mocht verkopen, dat hij dit eerste land in erfleen heeft gegeven, na zijn dood te komen op Huych van Hoelyde, zijn middelste zoon uit zijn huwelijk met Gheertruydt Hugendochter, daarna evt op zijn broer Gerryt van Hoelijde

Does, van der | 1541-10-05

Hof van Holland no 1268 fol 13v
Achternamenindex

compareren voor het Hof van Holland: heer Vincent an Reymerswale Jacobsz, priester, namens Aleijd Adriaensdochter van der Does, en door Heynrick van der Does en andere naeste vrienden als curator gesteld over Aleijt "qualicke gestelt van hoofde ende crancksinnich geworden". Vincent zal haar goederen beheren, toeziende voogden zijn Jan van der Does heer van Noortwijk, Warnaer van der Does, Jacob van der Does en Gerryt van Lochorst. In vervolg der akte blijkt dat zij reeds veel schulden gemaakt heeft. 1544-01-04 (1543) vergunning goederen te verkopen ter alimentatie van Aleijd

1e zijtak

Berkenrode, van | 1583-03-28

Bibl Seminarie Warmond 0078
Achternamenindex

schepenen van Haerlem oorkonden dat Geertruijt van Berckenroede, weduwe van Cornelis Gerrijtsz Kelom met haar neef en voogd Cornelis van Berckenrode, tresorier van Haerlem, verkocht heeft aan haar neef Nicolaes van der Hooch, haar neef, ¼ deel van de pachten welke Gerryt van Berckenrode, schout van Haarlem, in 1504 in leen had ontvangen van koning Philips van Castilië, welke pachten geheven worden van het St Lysbetten gasthuis te Haarlem en van verschillende plaatsen in Kennemerland en het Noorderkwartier. NB op een aangehecht strookje papier staat: "desen brieff comdt meij Catharijna van Berckenroede half toe ende hebben se samen an geleyt in t jaer 1583"

Haarlem

Assendelft, van | 1533-06-18

G.A. Haarlem (R.A.H. ?) Inv I no 1633/Cartul H. Geest Haarlem fol 82; G.A. Haarlem Inv 1657 Lade T/Arch St Barbara Gasthuis Haarlem
Achternamenindex

mr Huge van Assendelft, licentiaat in beide rechten, kanunnik in de Raad in den Hage, draagt over aan de H Geestmeesters te Haarlem 13 ½ gaarden land gelegen in het dorp Assendelft, gemeen in Jan Heynenweer, met heer Pieter van der Molen, ridder, of zijn kinderen, gebruikt door Adriaen Willemsz en Ghijs Claes Ghyssenz jaarlijks voor 45 Kar gld en 6 coeye casen, belend noord: Symon Dircksz weer, zuid: het Froonweer, oost: de Twisk, west: de Wykermeer. De H. Geestmeester beloven hiervoor elke dag een mis te lezen in de parochiekerk van Haerlem, te weten elke week 3 missen op het H. Cruisaltaar (na de mis Miserere mei Deus met een collect opt graf van die van Assendelft), en elke week 4 missen in de capelle van die van Assendelft, of Floris Schoddy over dat getijdehuijsken. Zij zullen 3 gld sjaars geven om waskaarsen of ornamenti te kopen voor de genoemde kapel, en op mr Huygens jaergetijde 72 wittebroden van ½ st stuk en nog 13 grootgens brooden in het gasthuijs van OLVr in St Jansstraet den armen vroukens daerinwonende aldernaest den abt van Engmondt huijse. Verder nog op genoemde dag 3 R gld voor een maaltijd voor mr Huijgen naeste maghen van zijn broeder mr Baertout van Assendelf of van zijn zuster van Treslonghe. Voldoen H. Geestmeesters niet aan al deze voorwaarden dan komt het land aan de arme vroukens van OLVr gasthuis, bij de oude mr Huyge van Assendelft gefundeert, staende tot Haerlem in St Jansstraat, en zullen als dan de capelmeesters van OLVr capelle alleen laten lezen ten eeuwigen dage de 7 missen per week. Mr Huijge bedingt verder dat hij deze rente zijn leven lang zelf nog zal mogen incasseren indien hij dit zou wensen. H. Geestmrs beloven dit land nimmer te zullen verkopen of belasten; 1533-10-03: voor schepenen van Assendelft transporteert mr Huyge van Assendelft dit land

schepenen van Assendelft: Gerrit Henricsz, schout in Assendelft, Claes Jacobsz, Willem Claesz, Adriaen Willemsz; Gerryt Steffensz en Jan Duvesz, schepenen in Haerlem; Claes Gerytsz van Houten, Jan Nannincsz, Jan Mathijsz, Willem Dircsz en Jan Pietersz, H. Geestmeesters