21 resultaten
Alphen, van | 1392-11-20
R.A.H. Coll Aanw 516A fol 150v/Leenregister Egmond/Ons Voorgeslacht jg 1976 p 93
Achternamenindex
leen van Egmond: no 17) Monster, 3 morgen land langs de Loosduynrelaan en langs de Meynte, beleend Dirc van Alphen Huygensz, nadat het leen door verzuim aan de leenheer was vervallen, uit gratie wordt hij er toch mee beleend; 1410-09-25: Rissent, dochter van Dirc van Alphen Hughenz; 1448-07-12: Rissent, dochter van Dirc van Alphen Hughenz; 1448-07-12: Martyn [er staat: Cateyn]Willemsz na dode van Ryssens Dircsdochter
Wilde, de | 1398-12-10
R.A.H. Coll Aanw no 67 fol 59, no 49 fol 82/Memoriale B.M. fol 43v/Reg Albrecht XV fol 65
Achternamenindex
gratie voor Jacob Boterman Gheryts Wildenz "alse dat hi mit wanenversoecke jegens minen Heer niet en sal mogen versumen binnen eenen jare na den dach voirs. een stuc lants geheten Sabbinxhoeve gelegen in den Cabbau bi Schoenhoven, dat hi te houden plach van Grave Guy van Bloys"; 1399-10-20: Jacob Botterman zoon van Gheryt de Wilde draagt dit leen op tbv Wendelmoede, weduwe van Gherit die Wilden, en verkoopt het aan haar
1399: getuige o.a. Jorgel Aertwijnsz, onse camerlinc
Brouwer | 1482-1519
Grote Raad Mechelen Beroepen Holland dl III dossier 285
Achternamenindex
Dirc Jan Casynsz, brouwer te Leiden, zijn weduwe Brechte of Baerte: op 2/3 juli 1479 waren de heren van Egmond en Wassenaer Leiden binnen gedrongen en hadden een aantal burgers onder wie Dirc beroofd en verbannen; 1481-03-26: vonnis van het Hof, waarbij deze verbanning bevestigd was; 1487-04-13 (1486): ontving hij gratie, het verbeurd verklaarde huis was echter al verkocht en werd door de weduwe teruggevorderd met de vruchten van 20 jaar, dat zij het huis gemist had
Amstel, van | 1429-11-26
Memoriale Rosa no 67 p 39
Achternamenindex
hertog Philips maakt bekend dat gratie wordt verleend aan Ghijse van Aemstel, de te Amsterdam verbannen was en wiens goederen verbeurd waren verklaard, omdat hij gedurende de "veeden" tussen Philips en het Sticht een brief aan enige personen te Utrecht had geschreven; hij zal in Holland en Zeeland mogen verblijven en zijn goederen terugkrijgen. Alleen zal het hem niet geoorloofd zijn in Amsterdam te komen; de baljuw van Amstelland en de schout van Amsterdam en verder alle ambtenaren in Holland en Zeeland wordt geboden zich naar dit bevel te gedragen
Cock, de | 1321-04-23
Van Mieris II p 254
Achternamenindex
de Coc van Rubroek: graaf Willem oorkondt dat Jan van Rubroec en zijn vrouw Adelise "ons langhe tijd gevolgd hebben omme scout, die die grave Florens schuldig soude wesen Wisse Gillissone van Coudekerke" (eerste man van Adelise) met hun kinderen Jan, Simon en Lisebet van Coudekerke, van gekochte ambachten te Coudekerke en Vlissingen, daar Meyster Willem Loef en Simon van der Hoghen een segghen van gezegd zouden hebben, en van deze scout zou Adelise Jansdochter de helft toebehoren. De graaf heeft gratie gedaan en haar de helft van de scout gegeven, 50 £ Tornoys
Noorde, van | 1501-09-17
Grote Raad Mechelen Geëxtendeerde Sententiën 1966 p 361
Achternamenindex
Claes van Noorde contra Dirc Oem van Wyngaarden en Elisabeth weduwe van Gerrrit van Hammersteyn; eerste aanleg: stukken bedijkt en onbedijkt land van eiser bij Barendrecht waren na de jonker Fransen oorlog verbeurd verklaard en door verweerders in bezit genomen, ondanks gratieverlening weigeren verweerders de goederen terug te geven; Dirc zou zijn deel gekocht hebben van de dijkgraaf, die het land verkocht had om de bedijkingskosten te kunnen innen. Elisabeth zou een vordering hebben op eiser wegens niet betaalde renten; op grond van het gratie-tractaat is het land aan eiser toegewezen, geen uitspraak over de andere vorderingen (vgl 1502-09-09)
Oem van Wyngaarden | 1501-09-17
Grote Raad Mechelen Geëxtendeerde Sententiën 1966 p 361
Achternamenindex
Claes van Noorde contra Dirc Oem van Wyngaarden en Elisabeth weduwe van Gerrit van Hamersteyn, eerste aanleg, stukken bedijkt en onbedijkt land van eiser bij Barendrecht waren na de jonker Franssenoorlog verbeurd verklaard en door verweerders in bezit genomen. Ondanks de gratieverlening weigeren verweerders de goederen terug te geven. Dirc zou zijn deel gekocht hebben van de dijkgraaf die het land verkocht had om de bedijkingskosten te betalen. Elisabeth zou een vordering hebben op eiser wegens niet betaalde renten; op grond van het gratie-tractaat is het land aan eiser toegewezen. Geen uitspraak over de andere vorderingen (vgl 1502-09-09)
Poelgeest, van | 1353-02-16
A.R.A. leenkamer 32 Copie fol 47/EL 25 fol 29
Achternamenindex
de baljuw van Rijnland en de stad Leiden gaan voor de hertog een zoen aan met heer Gheryt van Poelgeest "en mit sinen gesellen die met hem t huys tot Poelgeest gehouden hebben", onder volgende voorwaarden: 1) zij zullen in slechte kleren en ongewapend het huis verlaten, 2) mogen niets meer tegen de hertog ondernemen, 3) Gherit krijgt als welgeboren man en ridder gratie, hij verbeurt het slot en ambacht van Coudekerke; het verbeurde land te Coudekerke wordt verkocht; van zijn gezellen behoudt de hertog de helft van hun goed, hun vrouwen en kinderen ontvangen de andere helft, 4) zij zijn hun renten kwijt etc
Wilde, de | 1437-01-29
Inv Arch Abdij Egmond no 337 regest 959, 962
Achternamenindex
geschil tussen de abt van Egmond en Pilgrim Loefsz over de vervallen-verklaring van 3 geersen leengoed, daar Pilgrim zijn belofte tot wederbelegging van de koopsom van 2 geersen leenland die hij mocht verkopen binnen 3 jaar niet nagekomen is: uitspraak van de vierschaar van leenmannen: zij bepalen dat Pelgrim de 3 geersen aan de abdij als vrij goed zal moeten opdragen en dat de abt uit gratie aan Pilgrim 25 Phili schilden zal betalen; transfix bij 1437-05-25: Pelgrim Ysbrant Loefsz en zijn oudste zoon Loof dragen de 3 geersen gelegen in de Candelaer, in de ban van Egmond, over aan de abt van Egmond
vierschaar van leenmannen: Wouter Buze, Willem uten Hage, Gerut uten Hage, Claes van Warder
Voorne, van | 1340-07-09
R.A.H. Coll Aanw 35 fol 180/Reg EL 32 fol 27v
Achternamenindex
graaf Willem oorkondt "dat wi bi onsen bailju van Rynland ende Woirden, ende bi Gheret Heynenz onsen rentmeiser van Noirthollant ende van Woirdenlandt geloven dien van Coenecoop alse van den 100 morgen lants die si coften jegens onser nichten der Vrouwe van Voirn, die coep gestade te houden", "voirt soe hebben wi hun gratie gedaen, dat alle diegene die wonnen in ons selves ambacht in Waddincxveen land mogen hebben in Coenencoep ende dat oirbaren geliken dien van Coenencoop. Voirt ist voirwaerde soe wie van hun luden een hond landts van Wittenveen opbouwt te corenlande, die heeft oirlof te delven t synen goeddencken 20 hond turfs, ende diet daerboven, ende na dien dat si veel opbouwen ist meer ist min, dairna mogen si turf delven alst voirs is"; daarvan moeten zij 60£ afdragen