13 resultaten

Goes, van der | 1503-01-02

R.A.H. Coll Aanw 111, 112 Caput NH fol 179v, Zeeland fol 83
Achternamenindex

Heindrick van der Goes, oudste zoon van wijlen Willem van der Goes, in leven Raad van Holland wordt beleend met lenen van Putten: - een tiende in Zeeland, bij Goes in het ambacht van Cloetinge, naar jvr Maria van Doorn, moeder van Hendrick verklaart, groot 10 gemeten, met jaarlijkse pensie; - ⅙ deel van een kwart en 1/16 deel van de hele heerlijkheid van Middelharnis; - een tijns binnen Beverwijk, die zijn vader in koop verkreeg van Bouwen Albout Hendricsz, tot een onversterfelijk erfleen; - 4 hont in het ambacht van Rijswijk, aan de oostzijde van de kerk, belend oost: Engelbrecht Cammeling, zuid: de brede weg, west: Catrijn Claes Jansz weduwe, noord: idem met een woning; jvr Maria van Doorn houdt haar lijftocht hieraan

Rijn, van den | 1374-04-21

Ons Voorgeslacht 09-1988 p 397
Achternamenindex

leen van Amstel: no 103) 8 morgen te Jutfaas, is een ½ hoeve, Hendrik van den Rijn zoals zijn vader Herman; 1380-09-29: Gerrit van den Rijn Evertsz, Hendrik van den Rijn, Hendrik van den Rijn Hendricsz bij overdracht door Gysbert van den Rijn, aangekomen van zijn vader Herman; 1387-04-30: Hendrik en Gerrit van den Rijn ten eigen, in ruil voor ander leen; 1390: Gerrit van den Rijn met ledige hand; 1391-02-08: Gerrit van den Rijn Evertsz en Herbaren van Rijn, aangekomen van diens broer Hendrik, zoals Gysbert van den Rijn uit eigen ontving; 1401-10-09: Hendrik na dode van zijn vader Herbaren; 1412-04-21: lijftocht van Agnes, vrouw van Hendrik van den Rijn Herbarensz; 1430-12-10, 1439-03-21: Hendrik; 1449-12-01: Herbaren van den Rijn na dode van zijn vader Hendrik; 1479-08-07: lijftocht van Elisabeth, vrouw van Herbaren die ziek is; 1516-03-09: Herbaren van den Rijn, na verzuim wegens oorlog draagt over aan Catharina Arnout Binops alia Busersdochter

Bies, van der | 1534-12-06

R.A.H. Coll Aanw 118 Caput ZH fol 277, 299, fol 278, 299v
Achternamenindex

leenmannen van Holland oorkonden dat heer Lodewijk van Praet geseyt van Moerkercken, ridder, opdroeg t.b.v. Willem van der Bies Jansz, 22 morgen land gelegen in den houffslagh binnendycs in den Pietershouck [Puttershoeck ?], belend noordoost: Gheen Luyten, oost: Willem van Drenckwaerde, noord: de dyck, zuidwest: de Groene dyck, zuidoost: Staets Govertsz. Met het verzoek willem van der Bies hiermede te belenen. Op 1535-01-27 oorkondt Karel dat hij Willem Jansz van der Bies hiermede beleend heeft, te houden tot een onversterfelijk erfleen. Het einde en de datering ontbreken, deze vindt men op fol 279v

Staetst Govertsz, Willem van Drenckwaerde Bouwensz, Govert Staetsz, leenmannen van Holland; 1535-01-127: mr Reynier Brunt, onse Raet en Proc. Gen, Jan Hendricsz, ontfanger van onse exploicten, Cornelis Barthout Jansz, Willem Pietersz Criep, leenmannen