18 resultaten

Gellicum, van | 1461-10-01 - 1462-09-30

Rek Rentmeester land van Arkel no 2181 fol 7
Achternamenindex

rekening rentmeester land van Arkel: landhuur in het land van Gorinchem: van de Grote en de Cleijne Twijschilden die Huge Muijl en Herman Stevensz voor 10 jaar in pacht hebben, groot 33 morgen, het eerste jaar (1460/59) 38 st per morgen, daarna 41 st, met voorwaarden: "of in die Twijscilden binnen den tijde huers pachte van die van Gellichem wonende in den lande van Gelre, ende die hem rechts vermeten totten vors Cleijnen Twijscilt, dat hem die scade die waerachtelic aengebracht ende gebleken zijnde, verstoirt ende gecorte zoude wesen van hoeren voirs pachte"

Arkel, van | 1400

Bijdr en Meded. Gelre V p 150/akten Gelre en Zutfen 1400-1404
Achternamenindex

Het Hof van Arkel te Tiel: hertog Willem van Gelre verkoopt aan zijn zwager Jan van Arkel "item tot Tiel een huijs ende 1 hofstat ende eynen toern staende yn der mueren mit hoeren toebehoeren bi der poerten daer men tot Wadenoye rijdt, item dat halve veer tot Wamell". De Tielse bezittingen komen voor in de leenboeken van Baer en Lathum (kasteel Anholt); het was een Lathums leen door de dochter van Jan van Arkel die getrouwd was met Jan van Egmond, wiens zoon Willem huwde met Walburg van Meurs vrouwe van Baer en Lathum

Teylingen, van | 1507

Grote Raad Mechelen Beroepen Holland dl III dossier 224
Achternamenindex

de weduwe van Pieter van Teylingen wilde haar dochter uithuwelijken aan Joost, zoon van wijlen Jan van Schoonhoven. Zijn moeder weigerde dit daar de bruidschat te klein was; zij beweerde dat zij "profijteleker soude doen hoeren soen geven aan een schoemakers dochter, den hem een jonffrouwendochter te geven". Tegen de wil van zijn moeder ging het huwelijk door en er kwamen kinderen; na de dood van Joost is er een geschil tussen zijn aangetrouwde familie en zijn moeder over zijn aandeel in de erfenis van Jan van Schoonhoven, die bij testament bepaalde dat zijn weduwe en kinderen in de gemene boedel zouden blijven

Haestenberch, van | 1381-01-07

A.R.A. Leenkamer 51 Reg Oostervant XIV fol 14
Achternamenindex

schepenen van Woudrichem oorkonden dat de burgemeesters vanwege de poort van Woudrichem "op drogen ende gaven Claese van Haestenberch alle recht, dat si hadden aen die husinge ende ghesaet mit hoeren toebehoeren die ghelegen sijn in die oude Steenstrate, dat Liebrecht Liebrecht Pelsers soen plach te wesen"; belend tussen: Aleyde Liebrecht Goedevaertsz wijf was ende hoere kinderen hus ende hofstat en Liebrecht Peter Helvoertsz huus ende hofstad; welk huis en erf de stad aangekomen was van Liebrecht wegens schuld. Anno 1380: zaterdag na O.Vr dag Purificatis had Willem van Hoorn en Altena deze hofstede in leen gegeven aan Claes van Sevender [dezelfde als Claes van Haestenberch]

Zevender, van der | 1381-01-07

A.R.A. Leenkamer 51 Reg Oostervant XIV fol 14
Achternamenindex

schepenen van Woudrichem oorkonden dat de burgemeesters vanwege de poort van Woudrichem "op drogen ende gaven Claese van Haestenberch alle recht, dat si hadden aen die husinge ende ghesaet mit hoeren toebehoeren die ghelegen sijn in die oude Steenstrate, dat Liebrecht Liebrecht Pelsers soen plach te wesen", belend tussen: "Aleyde Liebrecht Goedevaertsz wijf was ende hoere kinderen hus ende hofstat en Liebrecht Peter Helvoertsz huus ende hofstad"; welk huis en erf de stad aangekomen was van Liebrecht wegens schuld. Anno 1380: zaterdag na O.Vr dag Purificatis had Willem van Hoorn en Altena deze hofstede in leen gegeven aan Claes van Sevender [dezelfde als Claes van Haestenberch]

Albout | 1424-03-01

Rechtspraak Graaf van Holland III p 296
Achternamenindex

uitspraak in het geschil tussen Claes Zeelander en Doeve van Rietwyk betreffende Hugo Albouts goederen, dat eerst voor het gerecht van Haarlem gediend had; Doeve moet "overgeven alle brieven die hij sprekende ende gewonnen hadde op Hugo Albouts goeden. Ende die brieven die Claes Zelander van mijn genadige heer heeft sprekend op Gheryt en Hughe Albout in hoeren macht te bliven. Ende des sal Doeve van Rietwyk hebben en delven wyl den venen die Claes Zelander toe behoren en toe plagten te behoeren Gerrit Albout en Hugo Albout, gelegen bij t Manpad 20 dachvelts turf, daer Doeve die kiesen zal. Ende Bertout van Assendelft (de arbiter) scide hemselven toe 4 dachvelts turfs, daers se Doeve voors. gecozen hadde". En hiermee zijn Claes en Doeve verzoend en weer goede vrienden

Beresteyn, van | 1463-11-03

Amsterdam Archief Weeskamer lade 22
Achternamenindex

Wybrech Willem Heinricxzs weduwe met haar vader en voogd Aelbert Gerytsz aan de ene zijde en Geertruydt, Alijdt haar twee kinderen met hun voogd Jan die Wael aan de andere zijde en met Jan Vrese, Hilbrant Jacobsz, Aernt Ghijsbertsz Lastman Bardinz en Jacob van Berensteijn, "hoeren alre vier vierendelen" , voor haar twee kinderen de helft van haar vaders erfenis: een vrij huis en erf gelegen achter de Oude kerk aan de Burchwal, een huis en erf gelegen bij de Pylsbrugge, daar Wybrich in woont, een huis en erf in de Calverstraet aan de Burch walle, noordzijde Meeus Mathijszoon met zijn pachtbrief, rente op huis en erf in de Kercstrate, daar Godevert die schemaker in woont. Item die helfte van een stuk land geheten Reggerssen bij Monkedam, daar de andere helft aan Simon Janszoen toebehoort. Item een deel van jonge Jans roggescip met vracht etc en geld en goederen tot Conyncxbergen en nog vele andere zaken

Grawert | 1465

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 189
Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: mr Dirc Grawert, deken van Oudmunster, wordt na dode van zijn broer Gherijt Grawert beleend met: 1) ½ van ter ouder Zijlhorst, 2) stuk land, "Bredersveen", belend noord: Airnt Zeghersz van Emmelaer, zuid: de geer met de brenck, west: Reyner Evertsz, daarnaast: Jacob van Lyenlaer, 3) "Alferslant", west: de abdij, oost: Egbert de Beer, 4) "de Bredeacker en de Geer", oost: Jacob van Lyenlaer, west: Egbert de Beer, 5) "Hoeveracker", oost: Egbert de Beer, west: de abdij, 6) "Coepskamp", oost: de abdij, west: de Zijlhorst zelf, 7) "dat Huysstuck", oost: Egbert de Beer, west: de abdij, 8) "dat Winckelstuck", oost: de abdij, west: Egbert de Beer, noord: Reyer Evertsz, 9) "dat stuck dat Gysbert Gysbert Lambertsz.z. gepangelt heeft tegen Egbert die Bere aen die Vaeste", belend beide zijden: de oude Zijlhorst, 10) de Duijstcampen, onderdeylt, tegen nyewe Zylhorst, belend zuid: Derick die Coninck, noord: Goesen van Voerde en Egbert die Beer, 11) een Duijstcamp, onderdeijlt met nijer Zylhorst, noord: Deric die Coninc, zuid: de abdij, 12) stuk veen geheten "Henrickscamp", onderdeylt met nyer Zylhorst, noord: Jan Pouwelsz, zuid: Claes Ban, 13) alsulke utslage en veen als totter Ouder- en Nyer Zylhorst hoeren, 14) an der helfte van den leen en goede ter Nyer Zylhorst: aan Evert Freijse van Dolre behoort de andere helft van deze goede; Melis uten Enge doet eed en hulde; ["item dit heeft nu Jan van Doornick ut infra fol 189"] 1468: overdracht aan Jan van Doornick