19 resultaten
Cosyn | 1410~
Leenregister Culemborg fol 19, 56v, 60v
Achternamenindex
leenregister Culemborg: - Johan Claesz dochter 5 hont land geheten de Korte Stucken, te Waterbuesinchem, belend boven: Zurmont Petersz kinderen, beneden: Kosijn Pauwe Guedekensz; - Ghysbert Cosijnsz 4 ½ morgen te Hauten; - Willem van Oestrum 1 viertel in Scalckwijck, belend boven: die kercke van Scalckwyck, Willem van Mynden op t einde aan de Goyerdyck, Kasyn die Heelt op dat einde tot Schalckwycker wetering waart, beneden: Huge van Honswijck met leen van Culemborg
Beresteyn, van | 1557-02-11
Arch Ned Herv Gemeente Amsterdam, bijlage Grafboek Oude Kerk no 126, dossier no 101, ong 1662
Achternamenindex
"mijn vader zaliger Ghysbert Janss van Beresteijn was de oudste zoon int huys in den Warmoesstraet genaamd Het Hert, heeft bij ghunste van zijn broeder Jan Janss wonende in het huys Het Hert, het beste graff met eenen groten blawen zarck, dairt het Hert everlick van dien tijden opghehouden es, hem voor zijnen huyze eijghen laten behouden ende heeft een ander dubbelt graf midts in de Oude Kercke aent Comensoutaer voor hemzelf ende zijnen huyze eijghentlich bezeten ende es op den XI dach February anno XV c heren ende vijftich [82 jaar oud?] eerlich daerinne begraven, wiens ziele God believe ghenadich te zijn, daern heb ie al over zeeckere jaren als eenich erfgenaem onze huysmercke dairop laten inscribpeeren als mijn eyghen, begerende vrundtlich aen u E heeren den kerckmeesteren mij oock zulcx met vreden te willen laten gebruycken. U. E. dienstwilligen vriendt wg. Cornelis van Beresteijn" Achterop stond: Memorie voor E. heren kerckmeesteren van de oude kercke. Met merkteken
Asperen, van | 1494
Partic Leenkamer Asperen 1 fol 16, 46
Achternamenindex
de heer van Asperen beleent Adriaen Dirck Glimmerszdochter met een uterweerd te Ackoy; 1529-05-04: beleent Adriaen Dirck Glimmerszdochter enen uterweerdt gelegen op Ackoy tusschen erffve die kercke van Ackoy boven en beneden Drick Franckensz erffven, streckende van den dyck totter Linge. Te versterven bij kinderloos overlijden op haar zusterszoon, zooals haar moeder Adriaen dat bepaald had. Hulde doet voor haar haar man Dirck van Zonsbeeck (vgl 1551-12-06, 1547-08-06)
mannen: Mathijs Folpertsz van Asperen en Aert Claesz
Does, van der | 1600-12-22
P.N. van Doorninck: Inv Charters van der Does regest 138
Achternamenindex
vice domdeken en het kapittel der kercke ten Dom te Utrecht, als in curatele genomen hebbende Antonis van Boussu, domproost te Utrecht, belenen Henrijne van der Does, nagelaten dochter van Pieter van der Does, in zijn leven ambachtsheer van Rynsaterwoude, Leimuiden en Vriesecoop, bailliu en dykgrave van Rynland, bij Philippa van Duvenvoorde, hare testamentaire voogdesse, met ½ van een hofstede met 29 morgen land gelegen in den Achthoven in den ambacht van Leiderdorp. Joncheer Hugo Ruijsch, Raad in den Hove van Utrecht, doet voor haar hulde, eed en manschap als daartoe gemachtigd (vgl 1599-04-04 en 1599-03-05)
t.o.v. mr Willem van Otterspoor, Dirck van der Hoeven, leenmannen van de domproosdij
Speyaert | 1394
Rek Baljuw Rijnland fol 9 p 54, 9v p 55
Achternamenindex
de kerk te Woerden moet opnieuw gewijd worden, vanwege de aanslag op de substituut-baljuw Simon Speyaert; 1394-04-14: de baljuw Gerrit van Vliet werd naar den Haag ontboden, vanwege een brief betreffende de gewonde Symon Speyaert; de arrestatie van de daders was een inbreuk op het asylrecht, waardoor de kerk opnieuw gewijd moest worden; (fol 9 p 55) Symon Speyert haalt Henric van Haersloe en zijn gezellen van Utrecht naar Den Haag en terug, 13£; Symon Speyert verteerde met Coen Cuser en Henric van de Woert te Catwyc, "doe si den man daer uter kercke namen 4£ 12½ sc"
Hack | 1292
Van Mieris II p 409, 410
Achternamenindex
verlaring onder ede afgelegd door Loper van Bridorp omtrent de paalscheiding tussen Holland en Brabant dd 1326-12-26: 32 mannen "sceyden die pallen met tonnen op masten ghesteken van den Hollanschen weghen, die van Oisterhout loept tote Gheldolf Haecs waert, ende benoirden Gheldolf Haecs ommetrent 100 roeden, ende alse westwaert op Clippelberch, die leghet in t moer, ane die noirtzide ane die berch, ende alzo te Sonsele, mar die kercke van Zonsele stond binnen 's Hertoghen palen ende also doir dair een Vlederbose stond, in die Merke lopende; ende dat doe Gheldolf Haec liet was, dat hi buten den palen van Hollant ghevallen was, ende dit was doe men scref 1292"
Vriend | 1410~
Leenregister Culemborg
Achternamenindex
leenregister Culemborg: - Alaert Vreent 2 acker land van de bandijck tot in de Leck, belend boven: Jan Vreentszs kinderen, later: Ponsken van den Woerde, beneden: Heinric Loef Gysbertsz (1409: verstorven an Alarts kint; later belend: Guedert Ponskensz, de kercke van Culemborg) (fol 54v); - Guedert Aelbertsz 1½ acker ter goeder maten, gelegen te Rijswijk, tussen de Wyfdijck en de Broecstege, belend boven: Jan Scelen kinderen, beneden: Geryt Vrient en Aernt Scele (fol 84); - Dirck Vrint Dircxz, dat Jan Jorden Alartsz opdroeg en van Gerefaes van Holland geweest is: 4 morgen in Maldricker maelschap in de vrije weyde, 3 morgen belend oost: jhr Gerit van Kulenborg, west: de heer van Mere, strekkende van de Homoetsestraat tot aan het leenland van Gerit van Kulenborg, 4 morgen belend boven: de heer van Mere, beneden: jonker Peter van Culemborg, strekkende idem; 1424: dit land heeft opgedragen Gerijt Holle Deryck Vrijntsz, beleend Willem Ponsken Willemsz (fol 84)
Zuilen van Nyevelt, van | 1443-04-12
Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 76, 76v, 100v
Achternamenindex
leen van de abdij St Paulus te Utrecht: abt Willem heeft een overeenkomst gesloten met Steven van Suylen van Nyenvelt Willemsz, waardoor Steven overdraagt 5 morgen land met huysinge en hofstede, gelegen tot Vlueten bij der kercke, belend oost: Gheryt van der Mije, west: de kerkweg van Themaet en Hildegont Splinters, tevoren zijn goed, waar hij nu mee beleend wordt; Splinter uten Hamme, schout tot Vlueten oorkondt dat Steven deze 5 morgen aan de abt transporteert; Steven geeft dit voor hem en voor zijn vrouw Mechtelt van Appeldoren "daer hy nu ter tyt blikende boorte by hadde" over aan heer Willam uten Hage, monnik van het St Paulusklooster; 1443-04-13/03: Willem uten Hage toont de brief waarin Steven ontslag ontvangt uit de leenband van een camp lants gelegen in den slage in het gerecht van Zoes, geheten Nonnenmate, belend oost: Willem Smits, Jacop Pothofs, zuid: Rutger Jacobsz Eesgl (?), noord: Geryt Jansz, hiervoor draagt Steven de 5 morgen in het kerspel van Vlueten over
mannen: Johan van Hamelenberge, Goessen van Schadijcke Willemsz; schout van jhr van Gaesbeeck: Egbert Nagell Jansz, schepenen tot Zoes: Jan Claesz, Jan Heynricsz, Pieter Gysbertsz, Heijn Nagell, Henric Heymansz, Geryt Evertsz en Goessen Gerytsz
Waal, de | 1397-10-05
Rechtspraak Graaf van Holland II p 89
Achternamenindex
"gaven over minen here ende sinen rade Claes Jan Claesz.sz en Hannekin Claesz zijn oem van Monikedamme, een cedel jeghen Jan die Wael ende Jan sinen soen, roerende van Jan Claessoens doot, ende geloefden bi der cedel te bliven op hoer lijf ende goed ende die waer te maken welke cedel hier in dit boec gesteken is": "als dat Jacob Avenz quam in Jan Claesz huus, die een poirter was tot Monikedam, met vele quade woirden ende Jacob lode Jan Claesz uut zinen huse op der strate ende aldaer toech Jacob zijn mes ende stac Jan doet over een recht afterzusterkints vreed; ende voirt soe quam Jan die Wael die een onderbaeliu is ende was op die tiit, ende het ghesciede in der jaermercte, daer jonge Jan die Wael op die tiit aldaer tolnaer was, ende dese twije, Jan die Wael ende zinen zoen, quamen met ghewapender hant met horen maghen ende brochten Jacop den quadader in die kercke"
Jan de Wael onderbaljuw van Waterland en zijn zoon jonge Jan die Wael, tollenaar te Monikendam