14 resultaten

Nyenrode, van | 1515-09-24

Berigten Hist Gen IV p 118/Arch Nyenrode Afschrift
Achternamenindex

gerechtelijke verklaring van Hendrik bastaard van Nyenrode, oud ruim 80 jaren, en anderen, dat in de Kerkstraat en ook in de Klapstraat te Breukelen een hek stond, waardoor er geen wagen of paard door mocht rijden, en dat op het water die Dan geheten, een plank lag, aan het ene eind vastgemaakt met 2 kettingen ten einde de plank aan het andere einde op te kunnen lichten tot het doorvaren van grotere schuiten

Waerde, uten | 1284-09-25

De Fremery no 226/v.d. Bergh II no 525
Achternamenindex

graaf Floris V vergunt zijn getrouwe luiden die woonachtig zijn in het ambacht van Alphen en Randenborch, het ambacht van Brederode en Snidelwyck, het ambacht van Dirk van Sassenhem en Groensvoerde, in Frilant [Boskoop] het abdissengerecht, en in Snywyck, het gerecht van Splinter uit de Wairde, de deur der Goudse sluis uit te lichten, mits zij het naliggende land tegen overlast van water beveiligen; [Snijwijck = Suywyck of Suytwyck, 1464: "Zuytwyck geheten Splintersvort" en 1545: "Zuytwyck geheten Splintersambacht"

Cralingen, van | 1420-01-30

Reg Rotterdam en Schieland no 2037
Achternamenindex

Gillis van Cralinghe, baljuw en rentmeester van der Goude verkaart dat zijn zoon Vranc beschuldigd wordt van de dood van Alfert van Polanen die in Den Haag doodgeslagen werd, maar dat dit onmogelijk is omdat zijn zoon op dat moment in Medemblik was, dat ook zijn knechten en bloedverwanten onschuldig zijn. Indien Willem van Polanen en zijn vrienden daarmee niet te vreden zijn, de beslissing te willen opdragen aan vier van Alffers naaste bloedverwanten: Dirc van der Lec, Arnt van Duvenvoirde, Jan van Hodenpijl, Jan van Yselsteyn; hij verzoekt zijn neef Jan van Heemstede, Willem van Polanen hierover in te lichten

Polanen, van | 1420-01-30

Reg Rotterdam en Schieland no 2037
Achternamenindex

Gelis van Cralingen, ridder, baljuw van der Goude, betuigt, nu hij vernomen heeft dat zijn zoon Vranc van Cralingen beschuldigd wordt van de doodslag op Alffer van Polanen in den Hage, dat deze daaraan onschuldig is, daar hij te Medemblic bij de tresorier was, toen de doodslag plaatsvond, zoals hij door goede getuigen kan bewijzen; dat de mannen die Alffer doodden, niet waren bloedverwanten of knechten van Vranc, niet zijn klederen droegen noch in zijn dienst waren; dat deze met zijn bloedverwanten zijn onschuld daaraan wil bezweren; verklaart, indien Willem van Pollanen en zijn vrienden daarmee niet tevreden zijn, de beslissing hierover te willen opdragen aan vier van Alffers naaste bloedverwanten, nl heer Dirc van der Lec, Arnt van Duvenvoirde, Jan van Hodenpijl en Jan van Yselsteijn, en verzoek zijn neef heer Jan van Heemstede, Willem van Polanen en zijn bloedverwanten hieromtrent in te lichten en hen te bewegen tot aanneming van zijn voorstel