Haer, van der | 1368-1371

Kemp p 102, 105

Achternamenindex

schepenen van Gorinchem: 1368: Hendrik van Puffliet, Sander Rutgersz, Berthout de Kemp Matysz, Laurens Millink, Claas Pros, Arent Meeusz; 1369: Matheus van der Eycke, Bernd Matysz, Rutger van der Haer, Henrik van Tiel; 1371-12-14: Sander Rutgersz van der Haer, Johan Henricsz ? (met hun zegels); 1371: Jan Knobbout Jansz, Sander van der Haer Rutgersz, Laurens Florisz, Sander Henriksz, Jan Henriksz, Henrik Henrik Aechtensz, Herman Goyke Woutersz

Buttinge, van | 1468-07-14

Coll Aanw 240 fol 964, 1038, 1122, 1189v, 1206

Achternamenindex

Reijnier Willemsz van Buttinge x jvr Janne, weduwe van Boudijn Meeusz, wiens dochter Jacomina x Aernt van Goor; (1468-08-01, 1468-09-15) en 1468-09-21: Reynier zegt toe dat indien Aernt kan bewijzen dat hij goederen achter gehouden heeft die aan Aernts vrouw toekwamen na haar vaders dood, hij zich niet met zijn kwitantie zal verweren, gepasseerd voor schepenen van Middelburch

Dongen, van | 1603-02-25

Schepenregister Breda 502 fol 34v

Achternamenindex

landverdeling tussen Jan Jan Mercelisz en Cornelis Berthelmeeusz van Dongen gelegen in de Teteringschen dijck, Jan aangekomen van zijn ouders en Cornelis gekocht van Marie Peeter Jan Meeusz dochter; 1603-01-07: in twee kavels verdeeld en door loting bepaald wie welk stuk kreeg, met beschrijving van de kavels en belending. In de volgende akte verklaart Cornelis aan Jan 125 Kar gld schuldig te zijn

Riede, van | 1390

Ons Voorgeslacht 06-1987 p 335

Achternamenindex

een hoeve in Krimpen aan de Noord, aan de Merwede, belend oost: Jan Meeusz gemeen met de kinderen van Daam Roelofsz, west: Willemsviertel toebehorend aan de kinderen van Daem Roelofsz; 1390: Hanneman Roelofsz met de ledige hand; 1393-06-08: Arnout van Riede bij voerdracht door Roelof van Wyk Hannemansz, hem aangekomen van zijn vader Hanneman Roelofsz; 1395-03-02: Arnout van Riede ten eigen

Haer, van der~ | 1356-1365

Van Zomeren: Gorinchem p 501; Kemp p 85, 89, 92, 95

Achternamenindex

schepenen van Gorinchem: 1356: Meus Aerndz, Sander Rutgertsz, Jan van den Dam, Jan Sebertsz, Claes Cnobbout Henriksz; 1360: Sander Rutgertsz, Dirk de Wolf Gielis van Tiel; 1363: Claas Prot, Jan Last, Jan Rutgersz, Pieter van der Eme, Matheus van der Eyk, Henrik Cnobbout Claasz, Arend Meeusz; 1365: Matheus van der Eycke, Marcelis Aarndsz Vos, Sander Rutgersz, Jan Last, Sander Hendriksz, Claas Pros, Gielis van Tiel; 1371: van der Haer

Grawert | 1456-07-22

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 433

Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: Geryt Grawert maakt tot lijftocht voor zijn vrouw jvr Yde, dochter van Johan Hilbransz van Bochoven, de helft van de goederen die hij van de abdij houdt, gelegen in het gerichte van Eminclaer, geheten ter ouder Zijlhorst, met synen getimmerte: 1) stuk land, "Bredersveen", belend noord: Airnt Zeghersz van Eminclaer, zuid: de geer met de brenck, west: Reyner Evertsz, daarnaast: Jacob van Lyenlaer, 2) "Alferslant", west: de abdij, oost: Egbert de Beer, 3) "de Bredeacker en de Geer", oost: Jacob van Lyenlaer, west: Egbert de Beer, 4) "Hoevacker", oost: Egbert de Beer, west: de abdij, 5) "Coipskamp", oost: de abdij, west: de Zijlhorst zelf, 6) "die Huusstuuck", oost: Egbert de Beer, west: de abdij, 7) "dat Winckelstuuck", oost: de abdij, west: Egbert de Beer, noord: Reyner Evertsz, 8) "dat stuuck dat Gysbert Gysbert Lambertsz.z. gepangelt heeft tegen Egbert die Bere aen die Vaelte", belend beide zijden: de oude Zijlhorst, zuid: Derick die Coninck, noord: Frederik van Voorn en Egbert die Beer, 9) een duijstcamp, onderdeylt mitter nyewer Zylhorst, belend noord: Derick die Coninck, zuid: de abdij, 10) stuk veen geheten "Henrickscamp". Alle alsulcke utslagen en veenen totter ouder Zylhorst en der nyer Zylhorst horen. Ende mede met ½ van den leen en goeden ter Nyer Zylhorst

mannen: Jacob Meeusz, Peter van Sconenburch

Meer, van der | 1473-11-06

Inv Arch Kerkvoogdij Haarlem 186 fol 10 regest 262/Cartul Zeven Getijden Haarlem

Achternamenindex

leenmannen van de grafelijkheid oorkonden dat Bartholomeus van de Meer transporteert aan de Zeven Getijdemeesters te Haarlem een stuk land in de ban van Spaernwoude op het Veer, gemeen en onderdeel met Pieter Meeusz, belend an die een zijde: Dirck Arysz, an die ander zijde: Willem Dircsz, oost: die Wateringe, west: die Heerwech. "Dit voers. lant es genaemt "het Vrouwenlaet" ende is ghroot 10 maden, aerof dat ons porty coemt 4 maden min een certyer"[= kwartier]

Lambert Claesz en Jan Jacobsz, leenmannen

Sparenwoude

Zaenden, van | 1349-1350

Rek Rentmeester Kennemerland

Achternamenindex

Willem van Zaenden: van de biertollen in Wieringerland (798 fol 3v); (fol 13v) van de tiende van de oostzijde van den Oostenlande, 50 £; (fol 15) van de biertolle, vlastiende in Wieringerland; (fol 16) van zeevond: van enen bote die in Wiringerland aenquam; (fol 35v) afterstal van de biertollen in Wiringerlant 12£ 10sc; 1351-1352: won een geschil met Claes Meeusz over de tienden van Hem, (fol 19) van de tienden van Ypolshove die men Clever hiet 36£; (fol 35) afterstal 36£ 18sc

Goor, van | 1468-07-14

R.A.H. Coll Aanw 240 fol 964, 967v, 968, 970, 1038v, 1122, 1189v, 1206

Achternamenindex

Aernt van Goor, gehuwd met Jacomina, dochter van jvr Janne, nu ter tijd vrouw van Reyner Willemsz van Buttinge, die zij had bij haar eerste man Boudwin Meeusz; toen Boudwin stierf was Jacomina 2 jaar oud, haar moeder hertrouwde een half jaar na de dood van haar vader; eis: haar vaderlijk erfdeel; 1468-09-15 en 31: Reynier bezit een kwitantie gepasseerd voor schepenen van Middelburg waarin Aernts vrouw zich voldaan verklaart van haar vaders erfdeel; zie ook 1468-10-12 en 10-27 (fol 1275v en fol 1345v)

Roijen, van | 1614-01-03

Ons Voorgeslacht 07-1988 p 322

Achternamenindex

leen van Vianen: no 709B) Outena, 1 morgen strekkende van de opstal van de Bieswetering over de nieuwe wetering met een kennipwerfje daaraan, belend zuid: [Allard Maartensz], oost: de leenman, west: Klein Borgelen, Dirc Paulusz na overdracht door Dirc Meeusz; 1616-09-26: Paulus Dircsz na dode van zijn vader Dirc Paulusz, met lijftocht van zijn moeder Maria; 1618-07-04: Anthonis Dircsz na dode van zijn broer Paulus Dircsz; 1628-08-26: Frederic Moll Coenraadsz, na overdracht door Anthonis Roijen Dircsz, belend boven: de leenman, beneden: Klein Borgelen