13 resultaten

Pynssen | 1407-05-12

Reg Rotterdam en Schieland no 1679/Reg Memoriale B.F. fol 27v
Achternamenindex

hertog Willem verklaart nu Voppe Willem Pynsz, priester, Oedzier van Coudenhoven, Pyn Willem Pynsz, Pyn Pieter Jan Oemsz, Domais Jansz, Jan die Witte, Willem Oudziersz en Aernt Claisz, ooms en bloedverwanten van een kind geheten Herman Jacobsz, onder toestemming van Philips van Dorp, zijn tresorier, daar de voogdij over dat kind aan hem gekomen was, zijn overeengekomen met Clais Willemsz, op een boete van 300 nobels, dat Herman zal huwen met Jan Ane, diens dochter, zodra zij daartoe de leeftijd zullen hebben, aan Clais Willemsz de voogdij over Herman toevertrouwd te hebben, met belofte hem daarin te zullen handhaven

Veen, van | 1385-11-20

Reg Rotterdam en Schieland no 1094, 1095
Achternamenindex

Willem van den Veen Ghysebrecht Boeckelsz draagt over aan Jan de Weent, abt van Egmond, 7 morgen gelegen tussen Scye en Delff in Koxhoeven, gemeen met Oedzier van Cralingen en Philips van der Spangen, strekkende van de Delffweg tot aan de landscheiding, in ruil voor 9½ morgen land in het ambacht van Bloemertsdycke bij de woning te Wedena, hem aanbestorven van zijn vader Ghysebrecht Boeckels van den Veen, die hij van heer Jan in leen hield en verkocht had aan Willem van Cralingen; 1385-11-21: Willem van den Veen Bokelsz krijgt de 7 morgen in erfleen

Egmond, van | 1383-02-22

Reg Rotterdam en Schieland no 1054
Achternamenindex

Pieter Venyn Jansz van de Oudedyc draagt op aan Arent van Egmond 5 morgen land in het ambacht van Bokeldijc, strekkende noord over de Bokeldijkse weg ter halver sloot en zuid aan de zeedijk, west: de Houtdoelse (?) waterkering, die Oedzier van Cralingen en zijn ambacht toebehoort, oost: de Heilige Geest ter Ouderschie en Pieter Venyn voornoemd. Benevens zijn eigen goed nog 3 ½ morgen gelegen in het ambacht van Ouderschye, van Pieter Venyn tot aan het erf van Symon Phlipsz, zuid: het Oedziersambacht, oost: de Heilige Geest te Ouderschie en Pieter Venyn. Vervolgens wordt hij ermee beleend, na zijn dood te versterven op zijn zoon Andries, daarna op Bertelmeus Pieter Venynzoon