Leyenburg, van | 1421-11-03

Reg Bisschoppen Utrecht II no 2265

Achternamenindex

de bisschop en de stad Utrecht ontslaan, volgens een overeenkomst tussen Arnt van Leyenberch en diens gevangene Gysbert van Vyanen, zoon van Gysbert van Vianen van Rysenborch ter ener-, en Willem van Broechusen, Johan van Groesbeke, bastaard, en Claes Louwenz ter andere zijde, de 3 laatstgenoemden uit hun gevangenis

Hogendorp, van | 1415-02-01

Reg Bisschoppen Utrecht no 1957, 1958

Achternamenindex

bisschop Frederik machtigt zijn officiaal om Johannes Uterwijc, ridder, te ontslaan van zijn eed, waarbij hij zijn volmacht aan Nicolaus de Hogendorp om diens zoon [de bedoelde zoon wordt hier ook Johannes Uterwijc genoemd] bij de eerste vacature te presenteren tot de vicarie van de H Maagden Maria (en Agatha) Martyr in de kerk van Beverwijc, voor onwederroepelijk heeft verklaard, hoewel zulk een volmacht naar rechte niet kon bestaan; Johannes Uterwijc draagt zijn patronaatrecht over deze vicarie over aan Nicolaus van Hogendorp

Roon, van | 1393-11-07

Reg Rotterdam en Schieland no 1266/Reg Liber V fol 98

Achternamenindex

Boudyn van Roden Pietersz en [zijn oom] Boudyn Boudynsz van Roden hebben een polder bedijkt in het land van Roden, gelegen tussen Riederwaert en het land van Putte, groot ± 40 morgen en houden het ambacht ervan in leen; Boudijn van Roden Pietersz ontvangt het dijkgraafschap van de polder "aangezien het noodzakelijk is om deze polder, die geheel op zich zelve staat, bedijkt te houden en dijkrecht te geven" met machtiging om heemraden en gezworenen aan te stellen of te ontslaan, met dijkschouw volgens Zeeuws recht

Herwijnen, van | 1397-01-25

Reg Rotterdam en Schieland no 1383

Achternamenindex

hertog Albrecht verklaart, dat hij op verzoek van zijn vrouw Margriete van Cleve, Florys Gysbrechtsz weer in gunst heeft aangenomen en hem heeft terguggegeven al de goederen door Florys van hem en van Jan van der Lecke en Breda in leen gehouden, dat hij heer Bruystijn van Herwinen, die ze naderhand in leen gekregen heeft, niet uit de gijzeling zal ontslaan, waarin hij zich bevindt, dan nadat deze de daarop betrekking hebbende brieven heeft afgegeven, voorts dat hij hem zal helpen om terug te krijgen de goederen die de heer van Gaesbeke hem ontnomen heeft

Feijten | 1679-05-28

Inv Arch Bennebroek no 129, 130, 178

Achternamenindex

akte van beroeping van de kerkeraad van Bennebroek aan Lambertus Feyten, vroeger predikant op het eiland Tobago; 1679-06-01: notitie opgesteld door Barth van Hove voor de heer van Benenbroek, over het gepasseerde omtrent het overbrengen van het instrument van beroeping op de persoon van Lambertus Feyten, tot predikant der heerlijkheid Bennebroek (no 130); 1698-07-05: verzoekschrift van de ouderlingen, diakenen en lidmaten van de Geref. kerk te Bennebroek aan de eerwaarde classis te Haarlem om ds Lambertus Feyten uit zijn ambt te ontslaan wegens zijn ongebonden leven, (hij leefde in onmin met zijn vrouw en mishandelde haar herhaaldelijk)

1679 getekend door: Jacob Jansz van Alckemade, Hendrik Gerritsz, ouderlingen, Pieter Lennaertz Bossu, Guiljaem Bossu, diakenen