13 resultaten
Splinter | 1476-03-30
Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 302
Achternamenindex
leen van de abdij St Paulus te Utrecht: Jacob Splinter en Symon Gerytsz van Riedwijck dragen op, Jacob ⅔ deel en Symon ⅓ deel van de ½ van een camp land gelegen aan de Turfwech in het Over Veen in het kerpsel van Zoes, waarvan Nelle, weduwe van Reyer Snijer, de andere helft heeft, belend landwaarts: Rutger Jacopsz erfnamen, zeewaarts: Pouwels van Opbueren; vervolgens ontvangen Albert Petersz en zijn vrouw Ruesselt Gerrit Trantsdochter deze helft tot een goede onversterfelijke erftijns van 1 goede oude Joh. Bourgoense braspenninck, te betalen in den hove tot Emminclaer; "dit hebben Aelbert ende Ruesselt overgegeven ende heeft ontfangen Luman Aerntsz"
tijnsgenoten: Gerrit Schaey, Jan uten Broeck
Wyffliet, van | 1341-05-24
Van Mieris II p 650
Achternamenindex
hertog Jan van Brabant oorkondt "dat wij oever een gedraagen zijn met onsen lieven weerden man Jan van Drongelen heer van Eethen ende van Meeuwen alse van eenrehande punden, die hem Jan van Wyflet op die tijt onse borchgrave van Huesden eyschende was, ende seggende dat hij niet schuldigh waar te gebruycken na zijn brieven in die gerechte van Eethen, Meeuwen ende Drongelen, waaraf hem die voers. Jan heeft met goede verscende raaden ..... ende bekendt heeft dat heer Jan van Wyflet, onse borchgraven van Huesden ofte diegene, die na hem borchgrave van onser weghe wesen sal, rechten ende opbueren magh .... in den gerichte van Drongelen vallen, boven 9sc toe; ende daer beneden die roeren hem te berechten sonder argelist. Voert heeft hem bekent de vors. Jan, dat Jan heer van Wyflet, onse Borchgrave ....."
Splinter | 1475-03-13
Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 217, 217v, 300v
Achternamenindex
leen van de abdij St Paulus te Utrecht: Jacob Splintersz draagt over: 1) ⅓ deel van ½ van de ½ van 7 vierendeel veen, onderdeylt, gelegen in Hezer Veen, opstrekkende van der ouder grafte tot aan Hezer sant toe, belend oost: de Zoestsche Venen, west: Geryt Kriecx erfgenamen, 2) het recht van ofgraft van ¼ deel van een hoeve veen in Hezerveen, dat Reijer Snijer in leen hield, en Jacob Splinter geerfd heeft, 3) ⅓ deel van ½ van een stuk veen in Zoest Veen, inde cleyne slage after die Haer, strekkende van den harden lande dat afgegraven is tot aan dit veen, belend: Evert van Lodensteyn Gysbertsz, dat hem aangekomen is bij dode van zijn neef Reyer Snijer, 4) tijnsgoed: ⅓ deel van ½ van een camp land gelegen aan de Turfwech in het Over Veen, in het kerspel van Zoes, waarvan Nelle, vrouw van Reijer Snijers, de andere helft heeft, belend landwaarts: Rutgher Jacobsz erfnamen, zeewaarts: Pouwels van Opbueren, Jacob aanbestorven van zijn neef Reyer Snijer; "habet Albert Petersz ende Ruesselt zyn wijf in fol 302 sequenti"; vervolgens wordt Symon Gerytsz van Rietwijck ermee beleend tot een goed onversterfelijk erfleen, behalve het recht van de erfgenamen van Nelle Reyer Snijers hieraan
mannen: Geryt van Rijn, Willam vann der Meer, Johan van Helmond; tijnsgenoten: Willem van der Meer, Jan van Helmont