Polanen, van | 1355-10-09

Reg Rotterdam en Schieland no 718

Achternamenindex

hertog Willem verklaart dat Vranke die Visker met zijn toestemming zijn vrouw jvr Katerine heer Aelbrechtsdochter van Voorne tot lijftocht gemaakt heeft 12 gaarden land, Vranke aangekomen van zijn broer Philips van der Lecke, en gelegen in de hoeve bezijden Jacob Cruls aan de westzijde, zoals Philips hield van heer Willem van Duvenvoorde, belend tussen 's graven erf geheten het Marctvelt en Ponciaen

Lockhorst, van | 1597-03-17

R.A.H. Recht Arch no 2733 fol 49

Achternamenindex

Claes Jansz Dienaer des Woords in de Loosdrecht, voor zichzelf, Truytgen Jansdochter geassisteerd met haar broer Claes Jansz en Jan Jansz van Emenes als voogd van zijn moeder Geertgen Daemendochter, alle erfvolgers van Bout Jansz tot Weesp, erkennen betaald te zijn door Ponciaen Hermansz en Boudewijn Jansz van land groot 7 morgen, gelegen aan de westzijde van de Vecht achter Muijden, belend noord: Claes Tymensz, zuid: Jan Gerritsz Hagen; vervolgens draagt Pontiaen zijn aandeel over aan Boudewijn Jansz

Jonge, de | 1364-02-04

Reg Rotterdam en Schieland no 858

Achternamenindex

Jan van Bloys verklaart in erfleen gegeven te hebben aan Poncyaen van Lakervelt, 7 gaarden land, gelegen in Yselmonde in het ambacht van Ogier van Cralingen, in leen gehouden door zijn ouders en hem aanbestorven, waaraan Trude Aernt Belyenzoonsdochter haar lijftocht heeft, belend oost: land dat Daem Mattenz van hem in leen houdt, west: Heyn die Jonge, strekkende van de Merwede tot aan de landscheiding van Barendrecht, in ruil voor welk land Ponciaen hem van zijn eigen goed heeft opgedragen 2 morgen land in Boenrepas, die hij weer in leen geeft (zie 1374-05-25)

Jonge, de | 1374-05-25

Reg Rotterdam en Schieland no 977

Achternamenindex

graaf Jan van Bloys verklaart, nadat Trude dochter van Aernt Belienz, met haar oudste zoon Jan die Jonghe als haar voogd, hem tbv haar neef Aernoldus van Bobnaghel, heeft opgedragen 7 gaarden land die Ponciaen van Lakervelt van hem in erfleen hield in Yselmonde in het ambacht van Ogier van Cralingen, belend oost: de graaf zelf met erf dat Daem Mattenz van hem in leen houdt, west: Hein die Jonghe, van de Merwede tot de landscheiding van Barendrecht, dit land in erfleen gegeven te hebben aan voornoemde Arnoldus (zie 1364-02-04)

Zijl, van | 1385-03-23

S Muller: Reg Bisdom Utrecht II p 703

Achternamenindex

Goden van Lyenlar 1 mansum, Smeedshoeve geheten, gelegen op Amersfoorder-enge

Borre van Heemstede, Ponciaen van Zijl, Gerardus van Beest, Johannes van Oestrum Nicolaasz

Lockhorst, van | 1603-05-21

R.A.H. Recht Arch no 2733 fol 132/Transportregister Muiden

Achternamenindex

Boudewyn Jansz voor zichzelf en als voogd van zijn zuster Truijtgen Jansdochter, Gerrit Cornelisz voor hem zelf, Claes Tymansz als man en voogd van zijn vrouw Willempje Jacobsdochter, Rutger Hendricksz als vader en voogd van zijn kind bij wijlen Lobbetge Hermansdochter, Peter Gerritsz en Aeltgen Gerritsdochter geassisteerd met Gerrit Gerritsz Horst. En zij allen zich sterk makende voor de weduwe van Claes Harmensz met haar kinderen, alle erfvolgers van wijlen Ponciaen Hermansz, en transporteren aan Claesgen Jacobsdochter de weduwe van Jacobu Gysbertsz en haar erven, een huis en erf binnen Muiden, aan de oostzijde van de Vecht, belend zuid: erfgenamen van Arent Jaep Aertsz en noord: Jan Symensz

Treslong, van | 1554-04-15

Inv Arch Kerkvoogdij Haarlem no 186/Cartul Zeven Getijden Haarlem fol 110v

Achternamenindex

Ponciaen van Treslong, schout van Zantvoert, verklaart met schepenen dat Ghuyrt Jan Havicszdochter weduwe van Claes Maertsz, met mr Quiryn Dircsz als haar gecoren voogd, verkoopt aan de getijdemeesters van de Grote of parochiekerk te Haerlem 25 st (2 st Vls gr den stuver) jaarlijkse rente; tot onderpand stelt zij haar "nyeuwe huysken met een schuijr", staande op Zantvoort, wat zij bezit en bewoont, belend "vooreynde van de voirs schuijr dat haer huys plach te weesen an die voerwerff" noord: Katryn Dirck Jacops met haar huis en erf, zuid: Pouwels Dircksz met zijn huis en erf; 1576-04-08: afgelost door Louris Jansz, borg, uit naam van Maritgen Jacobsdochter weduwe van Pieter Vlasman

schepenen: Willem Meesz, Adriaen Dircsz

Lockhorst, van | 1567-05-28

R.A.H. Recht Arch no 2864,2863/Transportregister Weesp

Achternamenindex

de broers Cornelis en Peter oude Jan Reynerszoons, zijn schuldig aan Huybert Herwycks aen de Bydelmeer 20 Kar gld per jaar op 4 morgen in den Huijs zaet, belend zuid en noord: Fije weduwe van Jan Bout (fol 14); 1583-11-19: belend Bout Jansz (fol 31); 1584-01-23: Bout Jans hofstede (fol 8); 1573-10-29: Fye Jan Boutenz weduwe ( fol 115); 1581-04-17: Bout Jansz belend (fol 157), idem 1587-04-06; Elbert Bout Herwichsz, schepen in Bindelermeer (fol 163); 1587-08-05: belend Jan Bouwens (fol 172); 1587-12-02: Cornelis Jansz Bout (fol 186v); 1588-06-06: belend Bout Jansz (fol 220); 1530-12-14: belend Louwe Boutsz (2863 fol 113v), idem: Ponciaen Hermansz (fol 105)

Rijnesteijn, van | 1383-07-14

Geneal Herald Bladen II p 556/Ned Kasteelen III p 32

Achternamenindex

Johan van Rijnensteijne, ridder, draagt de bisschop op: - het gerecht en tienden te Immichusen, dat van de heer van Arkel was, met de borchsteden Langelaer, Daessler, Veenscoten, Waghensvelt, Appelderlaer, Ubbelscoten, Engelaer, Wyttenoerde, Overeem, Dashorst, Wolfswynkel Spichorst, Vliedert, W...; - 4 hoeven land in het kerspel van Woudenberch, Voskuijl en Colvershoeve en een hoeve waar Gheerloch de Valkener zijn lijftocht aan heeft; vervolgens wordt Claes (Oem) van der Sevender ermee beleend

leenmannen: Rolof van Ysendoorn, proesst onser kerken tiente pet Tutrecht [sic], Gisebrecht van Hardenbroec en Ponciaen van der Zyll

Wijk, van | 1410~

Leenregister Culemborg

Achternamenindex

leenregister Culemborg: - Otte van Wijc 6 morgen land min 1 ½ hont in het Nederbroec in de Vredecamp, belend boven: de heer van Buren, Otte die Swerte, Herman Hille, beneden: Florijs van Ynghen; dit leen was Otte overgedragen door Jan van Ommeren (fol 37); - Otte van Wyck Ottenz 4 morgen in Ryswiker maelscap, strekkende van de Broecstege tot aan de Meere, en met 2 akkers tot aan het Graefken, belend boven: Herman Bertradenz en Vrederick de schoenmaker, beneden: Florens van den Werve, met lijftocht voor Otte's vrouw Mechtelt (fol 37); - Ponceynen Aelberts en zijn broer Guedert 4 morgen 2 hont in Rijswiker maelscap, belend boven: Jan Scele, beneden: Sceelken, aan het einde Gerijt van Wijc (fol 37v); - Geryt van Wijc 6½ hont land in Ryswiker maelscap, van de polre tot aan de Wijfdijc, belend boven: Roelof van Boemel, beneden: de vrouwe van Gulick; beleend: Ponciaen Jansz (fol 39)