31 resultaten

Spiering | 1423-07-26

Leenregister Culemborg fol 101v
Achternamenindex

leenregister Culemborg 1410~: Geertrude Peter Spierincxdochter vrouw van Claues de Wilde 1 ½ morgen gelegen in den Sijel, belend boven: de heer van Buren, beneden: Belie Ruever met haar kinderen; in margine: Ravenswade

Zoelen, van | 1409-06-02

Stichtse, Gaasbeekse Lenen p 18
Achternamenindex

de tiende van Ravenswade, geheten de Geweere, 12 à 13 morgen, heer Otte van Zoelen, vroeger zijn ouders; 1414-02-04: Hubert van Zoelen; 1414-02-08: Otte van Huekelem zoon van heer Otte van Huekelem, zoals heer Otte van Zoelen hield

Heukelom, van | 1414-02-08

Stichtse, Gaasbeekse en Overijsselse Lenen in Gelderland p 18
Achternamenindex

Gaesbeeks leen: de tiende van Ravenswade, Geweere geheten, 12 of 13 morgen: 1409-06-02 Otto van Zoelen, vroeger zijn oudrs; 1414-02-04: Hubert van Zoelen; 1414-02-08: Otte van Huekelem heer Ottenz van Huekelem en geeft dit leen in medegave aan zijn dochter Heylwig, uit Werner van Heese

Delft, van | 1410~

Leenregister Culemborg fol 57, 61v, 72, 111v
Achternamenindex

leenregister Culemborg: - Sweder bastaard van Bloemensteijn 3 morgen van de Akkerwech in de Lek, belend: Henric Hubertsz en jvr Heilwich van Delf; - Geryt van Delf een camp land achter Ravenswade, geheten Scijpskamp, belend: Johan van Leeuwen, de Ravenswaedse steeg; - een kamp achter Ravenswade geheten de Middelkamp, belend boven: Johan van Leeuwen, beneden: Dirck van Heeswyck en Roelof Aerntsz, van de Middelweg tot Huberts achterste kamp van Mijnden. En dit had Hubert van Mijnden opgedragen (had Lambert van der Weteringe) (fol 61v); - Guedert van Delft 4 morgen in het kerspel van Wamel, in die Rijck, belend boven: Uden van Delft, beneden: Alaerts erfnamen van Yzendoorn; - dit is de tijns van Culemborg tot Buesinchem en Zoelmond: - Guedert van Delf van het goed op die Munde 3 ½ d

Weteringe, van der | 1423-07-24

Leenregister Culemborg fol 95v
Achternamenindex

leenregister Culemborg 1410~: - Lambert van der Weteringe ontving 1) een viertel in Culenborgerbroec, belend boven: Henric Henricsz, beneden: Jacob Melisz met leen van Buren, van de Vreedstrose stege tot aan de Blocsweteringe; 2) een tiende op een weert die nu van Herman van Steenre is; 3) 24 morgen in de maelscap van Rijswick, van de Leck tot aan de Broecsteghe, belend boven: de kinderen van Alert van Ravenswade, Johans erfgenamen van Lewen, beneden: St Nicolaes van Ravenswade, Willem Bernts erven en Alert Stevenskinderen; 4) 3½ morgen in Malsenrevelt, belend boven: Herman van den Velde, beneden: heer Hubert van Broeckhusen, te komen op zijn bastaardzoon Diric van Potte of diens wettige kinderen, bij kinderloos overlijden van Dirk op de wettige leenvolgers van Lambert

Pels | 1422-10-13

Leenregister Culemborg fol 92, 64v
Achternamenindex

leenregister Culemborg 1410~: - Johan Pels land in de maelscap van Rijswick in het over broek, 25 ½ morgen en 26 roeden de Brede mate geheten, van de Broeksteeg tot land van de heer van Apkoude, belend: Ponsken Gysbertsz, Aernt Neude en Herman van Lewen Jansz; - Jan Pels 3 ½ morgen in het maalscap van Ravenswade op ten Noerde; 1423: idem

Weteringe, van der | 1410~

Leenregister Culemborg
Achternamenindex

leenregister Culemborg: - Geryt van Delf een camp land achter Ravenswade, geheten Scijpskamp, belend: Johan van Leeuwen, de Ravenswaedse steeg; - een kamp achter Ravenswade geheten de Middelkamp, belend boven: Johan van Leeuwen, beneden: Dirck van Heeswyck en Roelof Aerntsz, van de Middelweg tot Huberts achterste kamp van Mijnden. En dit had Hubert van Mijnden opgedragen; dit goed heeft Lambert van der Weteringe (fol 61v); - Arnt Engelsz de helft van 5 morgen te Mauderick, strekkende van de Prickstrate tot aan het Meerland, aan de overste egge, belend boven: Lambert van der Weteringe, beneden: Stesken Steven Doysz van Voorn, later: Lambert van der Weteringe (fol 73); - Gosen van der Weteringe 1 viertel land in het Vreedstro, uit de Bysscopsgrave tot aan Heinricx Hanen, dat hij van de heer van Culemborg houdt, belend boven: de kerk in de oude stad te Kulenborg, beneden: Reyner die Heelt; 1423: Gosen opnieuw beleend (fol 74)

Doys | 1410~

Leenregister Culemborg fol 55, 58, 59, 59v
Achternamenindex

leenregister Culemborg: - Gerit Doijs Willemsz 2 morgen tot Scalcwijck in het gericht van Kulenborg, belend boven: de heren van St Mertyn Utrecht, beneden: Henrick Geritsz van Kleve, onderdeeld met Johan Tullenz; - Goesen Heinricsz 6 ½ hont ter goeder mate, op den Perrick, belend boven: Heijn Goesensz, beneden: Henrick Doijs; - Johan van Beesde 10 morgen in de maelscap van Mauderic van de Perric tot aan de Zoelenre wetering, belend boven: Hubrecht Koevoet Woltersz en Dyerck Doys Gerijtsz, beneden: Henrick Doys van Mauderick; - Konegont die Jorden Doijs vrouw was 4 morgen tot Rijswijk en heeft zij Arnt Scelen opgedragen; - Jorden Doys 3 morgen en 1 ½ hont tot Ravenswade op de Zijl, belend boven: Otte Allartsz, beneden: de heer van Culemborg. - Konegont 3 morgen land en 1 ½ hont te Ravenswade; zij heeft dit land opgedragen en Jan Herman Potsz heeft het ontvangen. - Angnijse des heren zuster van Culemborg, vrouw van Wolter van Overrijn 3 morgen ½ hont op Rotte, belend noord: Doijs van Avezaet, zuid: Otte van Arkel en Scakenland, oost: Johan van Rossum

Cuyk, van | 1248-10-10

Cartul Marienweerd no 66
Achternamenindex

testament van mr Fredericus, kanunnik van St Marie te Utrecht: hij maakt de abdij Camp tot erfgenaam "sed volo ut ipsi de hereditate mea solvant 40 marcias Bernardo consanguineo meo"; 5) dominus Godefridus de Kuyc kwijtschelding van hetgeen hij aan de testator schuldig was; 9) zijn kloosterhuis bij St Marie laat hij na aan Godefridus de Cuyc voor 10 £, waarvan hij 3 £ aan St Catharina moet geven; hij geeft aan Marienweerd: bona mea in Suolemunde et in Ravenswade, et redditus quatuor librarum in Sconouwe

borgen o.a. Henricus de Niwenburg, Godefridus de Kuyc, Theodericus camararius, mede kanunnik, Jacobus camararius St Johannis te Utrecht

Malsen, van | 1342-04-25

Cartul Marienweerd no 512
Achternamenindex

Steven van den Gheer, neef en "man" van Allard van Buren, draagt aan hem op: - 15 morgen 3 hont en 8 scaft in het gericht van Malsen, tussen Marienwaard, de erfgenamen van Jan van Wyc, en tussen de gemene wetering van Ravenswade en van Asch en de wetering tussen Trichtervelt en Malsenrevelt, - een hofstad en een stuk land daaraan in Malsen, tussen kerkenland van Malsen en land van de erfgenamen van der Steghe; zijn neven Willem die Ridder en Stevensz van den Gheer deden afstand. Door hem in vollen eigendom geschonken aan de abdij

hierover waren onze getrouwe mannen: Otto van Buren, onze oude oom, Hac van Malsen, onze neef, Gysbrecht heren Otten van Zoelen, onze neef, Gysbrecht Henricsz, richter tot Malsen, Eghen Dircsz; als gheburen: Ghijsbrecht Henricsz, rechter te Malsen, Jan heer Aerntsz, Willam Raven, Dideric van den Melcwert, Hannoet die Wever