Duvenvoorde, van | 1389-12-17

Van Mieris III bl 543

Achternamenindex

hertog Albrecht wil de Riederwaert doen bedijken, maar de heer van Oesterhout verklaart dat "hi van siecten net hem en ar vermeten dat ambocht van Riederkerke te dijken" en geeft het over aan heer Pauwels van Haestrecht, onze Hoefmeester

dominus de Egmonde et de Ysselsteyn, Philippo de Wassenaer, militibus, Wilhelmo de Naeldwijc

Roon, van | 1389-09-07

Reg Rotterdam en Schieland no 1150

Achternamenindex

de ambachtsheren werden in den Hage aangesproken om Riederwaert te bedijken, Bouden van Roden en zijn broer en de pastoor van heer Willem van Oosterhout dit in beraad genomen hebben tot 1 oktober; de graaf heeft de zaak tussen die van Dordrecht en Rotterdam uitgesteld

Naaldwijk, van | 1391-10-17

Reg Rotterdam en Schieland no 1208

Achternamenindex

Willem van Naeldwijc, heer Jan van Berendrecht, Herman Vinck, de klerk van de dijkgraaf van Zuidholland, Jan van Stolwijk en 2 of 3 van het gerecht van Dordrecht in Den Haag ontboden zijn om met de graaf te spreken over het bedijken van de Riederwaert

Arkel, van | 1373-11-06

Ned Leeuw jg 1902 p 20

Achternamenindex

Otto heer van Arckel beleent Boudewyn van Roden met land in zijn ambacht van Roden buiten aan de oude dijk van Riederwaert; sterft Boudyn kinderloos dan komt dit land op zijn moeder jvr Alverade van Windelnisse, en na haar dood op zijn zuster jvr Beatrix van Ryswijk

Arent van Weyborch, Jan Spronc, Wouter van Delf

Rijswijk, van | 1373-11-06

Ned Leeuw jg 1902 p 20

Achternamenindex

Otto heer van Arckel beleent Boudewyn van Roden met land in zijn ambacht van Roden buiten aan de oude dijk van Riederwaert; sterft Boudyn kinderloos dan komt dit land op zijn moeder jvr Alverade van Windelnisse, en na haar dood op zijn zuster jvr Beatrix van Ryswijk

Valkenburg, van | 1353-02-16

Reg Rotterdam en Schieland no 670/Reg EL 33 fol 29

Achternamenindex

hertog Willem beveelt schepenen en raad van de stad Dordrecht om namens hem uit de goederen der ballingen, gelegen in Zwindrecht, Riederwaert en Tieslynswaard, die hij hen ter beschikking had gesteld, 150 scilden te betalen, door hem vanwege zijn moeder aan heer Walraven van Valkenburg heer van Asperen, verschuldigd

Haestrecht, van | 1389-12-17

Van Mieris III bl 543; Reg Rotterdam en Schieland no 1062

Achternamenindex

hertog Albrecht heeft besloten dat Riederwaert bedijkt moet worden en heeft daarover aan de ambachtsheren geschreven: de heer van Oosterhout heeft zijn ambacht Ridderkerk afgestaan aan heer Paulus van Haestrecht, daar hij "van siecten niet hem en dar vermezen dat ambocht van Riederkerke te dijken", waarna heer Pouwels beloofde zijn ambacht te zullen bedijken zoals overeengekomen is

de heer van Egmond en Ysselsteyn, Philippus de Wassenaer, militibus; Willelmus de Naeldwyc

Roon, van | 1411-05-25

Inv Arch Leiden p 223/Arch Klooster Rodenburg

Achternamenindex

voorwaarde waarop Pieter Boudynsz ute Duweland heer van Roden, zijn oom Dirk Zaeys Vrankenz, zijn neef Jan van Rijswick, zijn neef en man van zijn moei Floris van der Boechurst en man van zijn moei Jan van Rodenrysen Danielsz, aan Claes Duust Ysbrantsz c.s. te bedijken geeft het nieuwland in Roden, binnen de oude dijk in Riederwaert

Rode, van | 1393-11-07

Reg Rotterdam en Schieland no 1266

Achternamenindex

hertog Albrecht verklaart nu Boudyn van Roden Pietersz en Boudijn Boudynsz van Roden een polder bedijkt hebben in het land van Roden, gelegen tussen Riederwaert en het land van Putte, groot ongeveer 40 morgen, welk ambacht van Roden genoemden met tienden en hoge en lage heerlijkheid van hem in leen houden, hiervan een afzonderlijk dijkgraafschap te maken

Lecke, van der | 1309-09-19

Reg Rotterdam en Schieland no 200

Achternamenindex

Ghisebrecht van der Lecke, ridder, voogd van Stralen, verklaart da hij minnelijk gescheiden is met zijn broer Pieter van der Lecke over alles wat hen van hun ouders aanbestorven is, en dat hij van alle recht daarop afstand heeft gedaan; hij heeft van zijn broer als erfleen gekregen alle tienden in Riederwaert en het goed Capelle met al zijn rechten

bezegeld door graaf Willem van Holland, Otto graaf van Cleve en Nicolaus heer van Putte en de broers van der Lecke