19 resultaten

Bochoven, van | 1491-05-08 (05-15)

Partic Leenkamer Asperen 1 fol 13v
Achternamenindex

de heer van Asperen beleent Henric van Tuijl met een huis, hofstad en 12 morgen land in het gericht van Est, strekkende van der Merck aan erve Jan Hermansz van Bochoven. Belend: noord de Bomelsche weg, zuid: Willem Rolofsz; eigenlijke belening is van 05-15

Bye, de | 1344-12-12

Cartul Marienweerd no 538
Achternamenindex

Mabely vrouwe van Buren en Bosinchem oorkondt dat Jacob Creinsken Henricsz, Rolof, Egbrecht en oude Lambrecht, Bieen zonen, tbv Marienweerd afstand doen van al hun aanspraken op zekere landen in Tricht "in onzen lande": 1) een stuk land in Trichter Oude hoeven tussen Bernt de Wilde, de gemene wetering en van Auden hoeven; 2) 3 morgen beneden die Oude hoeven, tussen Hubrecht de Scenke en Ghysbrecht van Tuyl; 3) 2 morgen op Trichtermaet tussen de wetering van Malsenrevelt en Otto van Buren; 4) Een hont land in dezelfde slag, tussen Vrederic Borren aan beide zijden; 5) 8 hont in de Sculweert, tussen Coman Gheraert en Aernt Hawe Rolofsz; 6) 2 ½ hont land in de Stripen, tussen Gheraet Rolofsz aan beide zijden; 7) een hofstad tussen Gerard Roelofsz en de heer van Arkel; 8) een hofstad, buitendijks tussen Alaert Walraven en de heer van Arkel; 9) een stuk land in de Sculweert tussen Hubrecht de Scenke en Gheraet Rolofsz; 10)een hofstad gelegen tussen Henric Wynricsz en Hubrecht de Scenke; 11) Een hofstad tussen Ghysbrecht Henricsz en Egbrecht Zannenz; 12) een hofstad tussen Claes van Malsen en Coenraet Valkenz

Dalem, van | 1553-03-09~(1552)

R.A.H. Coll Aanw 125 Caput Arkel fol 114, 115 (fol 34)
Achternamenindex

leenmannen van Arkel oorkonden dat Walraven Rolofsz van Dalem en zijn huisvrouw Elisabeth de keizer als heer van Arkel hebben opgedragen tbv Adriaen Jansz van Loocoop, wonende op Kercken, een camp land genaamd die Polre en de Polredijck, houdende 3 ½ morgen binnen en buitendijks, gelegen op Rietveld, belend boven: het Capittel binnen Gorinchem, beneden: de sluysvliet [dag niet vermeld]; 1553-03-09: belening

Overrijn | 1435-1436

Thesauriersrekening Haarlem 189 fol 96
Achternamenindex

Dirc van Over Rijn, Utrecht, aan hem afgelost 4 brieven op de stad Haarlem: 1) van 6 nobels per jaar op Willem van Warder; 2) 4 nobels per jaar op Valc Rolofsz; 3) 2 nobels per jaar op Jan Nicehuijs; 4) van 2 nobels per jaar op Pieter Reynersz, met 705£ 3sc 4d, met de onkosten van brengen van het geld

Oudwijk, van | 1423-03-24

Leenregister Culemborg fol 93v, 101
Achternamenindex

leenregister Culemborg 1410~: - Ever uten Weerde Rolofsz 13 (doorgehaald en bovengeschreven: 7 morgen van de 13, die 6 heeft Johan van Owick) morgen land in de maelscap van Malderic, belend noord: de erfgenamen van Willem van Rumelaer, zuid: Henric Ottenz; 1429-03-24: - Johan van Oijck 18 morgen te Molderick in Boutsham, van de Tyelse weg tot aan het Hornixveld, dat jvr Foysse Petersdochter van Zulen opgedragen heeft

Zael | 1381-05-07

G.A.Amsterdam Inv Arch Gasthuizen no 14, 23, 36, 37
Achternamenindex

schepenen van Amsterdam: Sijman die Zale en Rolof Jansz; zegel van Sijman: 2 dwarsbalken, de bovenste beladen met 3, de onderste met 2 St Andrieskruisjes; 1386-03-25: Claes Zael Jacobsz (zegel: een dwarsbalk beladen met 3 St Andrieskruisjes, in het schildhoofd in het midden een bol) en Zurvaes Rolofsz; 1389-04-01: Dyrc Zael Jacobsz (zegel: 2 dwarsbalken de bovenste beladen met 3 de onderste met 2 St Andrieskruisjes, in het schildhoofd een ....) en Pieter Gherijtsz; 1389-11-24: Dirc Zale Jacopsz (zegel als voren) en Jacob Ghisebrechtsz (zegel: 3 harpen (2,1) in het midden een ster)

Culemborg, van | 1344-12-12

Cartul Marienweerd no 538
Achternamenindex

Mabely van Buren en van Bosinchem oorkondt dat Jacob Creinsken Henricsz, Rolof, Egbrecht en Lambrecht Bieenzonen tbv Marienweerd afstand doen van al hun aanspraken op landen in Tricht (in onsen lande) tbv de papelike prebende te Beesd: - 2 morgen op Trichtermaet, belend tussen de wetering in Malsenrevelt en Otto van Buren; - 3 morgen beneden die oude hoeve te Tricht, belend ter ener : Hubrecht die Scenc, ter ander: Gysbrecht van Tuul; - een stuk land in de Sculweerd, belend tussen Hubrecht die Scenc, en Jacob Rolofsz; - een hofstad te Tricht, belend tussen Hubrecht Scenc en Gerard Roelofsz; - hofstad tussen Henric Wijnricsz en Hubrecht de Scence

Heukelom, van | 1439

Reg Leenakten 5e stuk Uitheemse lenen p 62
Achternamenindex

8 morgen te Tricht in het land van Buren, belend tussen Johan van der Donck en Willem Rolofsz erfgenamen, geerfd van Herman van Hoekelum op Jut Wannen, weduwe Rolof Gadertsz; met haar zoon Gadert transporteert zij dit goed op Otto van Vueren; 1468: Ot van Asperen van Vueren ontvangt 8 morgen gelegen in de Maet, de Arkelse hoeve geheten, naast Jan van der Donck; 1473-10-05: vernieuwt eed, te vererven op Alyt van Heukelom Adamsdochter; 1475-09-24: Alijt van Heukelom vrouw van Jan van Weerdenborch; 1481-10-15: Dirck van Weerdenborch, onmondig, erve van zijn moeder Aleyt, behalve lijftocht voor zijn vader Johan; 1487-01-02: zijn broer Johan vernieuwt eed; 1495: Catrin van Vueren weduwe van Gysbert van Giessen en vrouw van Johan van Bomel met lijftocht voor haar man; 1495: Johan van Weerdenborch, Dircks broeder kent dit leen voor sijn nyet ende begeerde het nyet te verheffen

Vuren, van | 1439

Reg Gelderse Leenakten 5e Stuk Uitheemse lenen p 62
Achternamenindex

8 morgen te Tricht in het land van Buren, belend tussen Johan van der Donck en Willem Rolofsz erfgenamen, geerfd van Herman van Hoekelum op Jut Wannen, weduwe Rolof Gadertsz; met haar zoon Gadert transporteert zij dit goed op Otto van Vueren; 1468: Ot van Asperen van Vueren ontvangt dit leen, geheten de Arkelse hoeven, gelegen in de Maet, benevens het land van Jan van der Donck; 1473-10-05: Otto vernieuwd eed, het leen zal vererven op Alijt van Heukelom Adamsdochter; 1475-09-24: Alijt van Heukelom vrouw van Jan van Weerdenborch; 1481-10-15: Dirck van Weerdenborch, onmondig, erve van zijn moeder Aleijt, behalve de lijftocht van zijn vader Johan; 1487-01-02: zijn broer Johan vernieuwt de eed; 1495: Catrin van Vueren, weduwe van Gysbert van Giessen en vrouw van Johan van Boemel, beleend, met lijftocht voor haar man; 1495: Johan van Weerdenborch, Dircks broeder, "kent dit leen voor sijn nyet ende begeerde het nyet te verheffen"