13 resultaten
Kyfhoek, van | 1485-11-12
Arch Marquette 1106/Cartul Assumburg no 194
Achternamenindex
jvr Gillis van der Lecke gehuwd met Jan van Naaldwijk draagt op tbv Aleid van Kyfhoeck, haar enige dochter en vrouw van Claes van Assendelft, alle goeden en renten van Castricum en het huijs van Hairlem, gelegen te Heemskerk "metten lande, molen ende erve dair toe behoorende, die gerechten ende heerlicheden van beyde die voors. dorpen van Castricum ende Heemskerk met zulcke vervalle ende rechten als dair toebehooren". Mocht Jan van Naaldwijk nog een zoon winnen bij jvr Gillis voorn dan zal jvr Alydt van Kyfhoeck met haar man Claes van Assendelft gehouden zijn die goederen op het eerste vermaan terug te geven, om dan te vererven volgens hun huwelijksvoorwaarden, behoudens dat indien Claas van Assendelft dit goed wederom moest overgeven of indien Alydt van Kyfhoeck zonder kinderen stierf, degene die dan deze goederen ontvangt, aan Claas zijn onkosten zal vergoeden, "behouden altijt joncvr. Katelyne van Assendelft op dese tijt geechte gesellinne van Joost van Haelwijn haere duwarie ende lyftochte die zij daeraen heeft na vuytwijsen die brieven die dair of zijn". Claas van Assendelft doet hulde en manschap voor haar
mr Gheryt van der Mije, Jan Everdey, Jan Bollens, leenmannen
Arkel, van | 1359-05-29
R.A.H. Coll Aanw no 43 fol 137 t/m 140 en fol 197/Reg EL 4 fol 36/Inv Arch Dordrecht p 35 no 99/Van Mieris III p 94
Achternamenindex
Jan van Arkel heeft zich met hertog Albrecht verzoend; bepalingen: 1) Jan zal op dinsdag na Pinksteren in St Geertruidenberg komen en daar 14 dagen blijven 2) Jan zal de hertog dienen 6 weken lang op eigen kosten, wanneer hij daartoe gemaand wordt, uitgezonderd tegen zijn leenheren van Culemborch, Allard van Buren en de stad Delft; 3) Jan zal de vrije kerk aan die Ghiessen maken en wijden zoals deze tevoren was; 4) ter ere van de grafelijkheid van Holland zal er een kapel gesticht worden op de hofstede waar het eerste huis op stond, dat in deze oorlog verbrand was, en die doen provenden, de gift zal aan de hertog komen; 5) de magen van Jan Colijnsz zal hij zoenen en de kerk waarin deze dood geslagen is opnieuw doen wijden (te Blassekynsgrave); 6) Hannekijn Mieus Hoddemontsz zullen "beteringe doen voer dat him sine voete afgespannen zijn"; 7)hij zal de poorters van Dordrecht hun schepen en haver teruggeven en de gevangenen vrij laten; 8) van de markttollen te Gorinchem zullen wij niet meer nemen dan men vroeger deed; 9) hij zal de schade door Claes Oem, Gosewijn Gienz en Giebe Boem geleden, vergoeden; 10) de stad Dordrecht zal in haar recht blijven "van der mate ende roede van wine ende soute"; 11) de hertog zal Jan opnieuw belenen met de goederen door hem van de grafelijkheid gehouden; 12) het geschil over de goede van der Lecke verblijft hij aan arbiters; 13) heer Ghisebrecht van Nyenrode, Jan van Kerfvenen, Florens die Molnaer en Florens die Visser en anderen die wij binnen Delft gezonden hebben, zullen mede verzoend zijn. Arbiters zullen andere twijfelpunten beslissen. Wil de stad Delft eveneens met de hertog verzoen zijn dan moeten zij zich ook verblijven met de arbiters. Alle vijanden zijn verder verzoend. Bezegeld en gedaan ter Goude. De arbiters geven op St Martynsdag 1359 hun uitspraak en uitgewerkte afspraken
Arbiters: de heren van Barbenchon, Ysselsteyn, Brederode, Abcoude, Aerndt van Arkel, Pieter Camerouwer van Haijtstaijn, aangevuld met Gheryt van Heemstede voor de stad Delft
Tengh | 1545-1555
Grote Raad Mechelen Beroepen Holland dl V dossier 459
Achternamenindex
1540-08-02: Jan Tengh c.s. verzocht de gravers die aarde uit dit land weghaalden dit te doen uit het midden en niet langs de oever van de Merwede, doch zij weigerden; 1545-1555: Aernt van Cuyl Henricsz, Jan Claesz Tengh [ Teding ?] en Heynrick Gerritsz van Schoonhoven, mede [!] als voogden van de dochter van Osten Jansz, en Frans Kaerle, contra burgemeesters, regeerders en thesauriers van Gorinchem. Eisers pachtten op 1545-02-03 ¼ deel van een weiland genaamd "Ostiensweerd" van Gorinchem voor de tijd van 8 jaar, gelegen langs de Merwede tegenover Woudrichem, ¾ deel hadden ze in eigendom [eisers ?]. Toen eisers over 1546, 1547 en 1548 geen pacht betaalden, daagden de thesauriers hen voor schepenen van Gorinchem. Eisers voerden aan dat Gorinchem hen door het afgraven van hun land in hun bezit hadden gestoord. Processen voor het Hof van Holland. Op 1548-12-20 eisten zij vernietiging van de executie. In de loop van het proces verwierven eisers .. mandement, waarbij aan verweerders bevolen werd het kanaal, dat zij door hun land gegraven hadden te dempen en de schade te vergoeden. Een tweede proces voor het Hof. Eisers vroegen schadevergoeding voor verlies van aanwas en wegspoeling van hun land. Gorinchem verweerde zich met dat er in het belang van de stad gehandeld was. De Merwede stroomde vroeger nl langs de stad, maar nu had hij zijn loop verlegd. Hierdoor kon er geen tolgeld meer worden geind en ging de handel achteruit. Op 1544-07-03 verkregen ze octrooi om een kanaal te graven door een stuk land van de keizer, naast Ostiensweerdt gelegen. Verder hadden zij een kanaal tussen de Keysers weerd en een stuk land van de gravin van Hornes gedempt. Hiertoe hadden ze aarde gestoken uit het land van de eisers, maar zij hadden slechts de langs het water uitstekende stukken, die anders toch weggespoeld zouden zijn, gebruikt. Bij elkaar was het meer dan een hont, waarvan ¼ eigendom was van de stad. Ze boden daarom aan de waarde van ¾ hont te betalen. Ze ontkende dat zij gegraven hadden door eisers land en dat eisers vroeger meer aanwas hadden. De eis van de stad om de pacht te innen bij Job de Molenare, pachter van eisers, werd door het Hof 1549-05-12 niet ingewilligd. Het Hof verklaarde de executie nietig en veroordeelde Gorinchem tot de proceskosten. In het tweede proces stelde het Hof schadevergoeding aan eisers op 20 Kar gld. Eisers gingen vóór 1554-03-04 hiervan in appel bij de Grote Raad. Intussen gelaste het Hof op 1555-07-02 aan eisers de pacht te betalen