Broekhuizen, van | 1339-03-19

Van Mieris II p 616

Achternamenindex

keizer Lodewijk benoemt Willem van Broekhuizen tot camerarius voor Reinaldus comes Gelrensis, die tot hertog verheven is. Andere benoemingen: Jacobus van Myrlaer oeconomum, Everardus van Wylp marescalum, Theodericus van Lienden Buticularuum sen Pouillatorem

Bossche, Sas van den |

Wapenheraut jg I p 13 en 31; Navorscher jg 1852 p 352

Achternamenindex

Gerbrand Sas van den Bossche x Wendelina van den Broek. Hieruit: Johanna Christina Elisabeth x Volckert van Goens; verheven tot ridder door Karel II van Engeland: Gellebrand Sas van Bosch, ridder, 1680-10-22

Wyffliet, van | 1465-02-26

Taxandria jg 48 p 262/Brabantse Leenregisters Cour Féodale 342 fol 185v

Achternamenindex

"van Anthonie van Wyflet, by coepe tegen mijnen genad. heere gedaen bij doode wijlen Jans van den Merwede bastaerts een goet geheeten die Hage binnen de parochie van Eten gelegen"; 1468-05-24: opnieuw verheven

Lanscroon, van | 1626-02-08

Ned Leeuw jg 1913 p 100; Notaris van Zijp Leiden reg 164

Achternamenindex

compareren jhr Jacob van Lantscroon, heer van Kyffhouck als voogd van vaderszijde over de kinderen van Adriaen van Lantscroon en Wendelmont van Brienen; het leengoed Cleyn Colverschoten wordt op de enige zoon Franchoys van Lantscroon verheven

Brienen, van | 1612-04-13

Ned Leeuw jg 1913 p 100; Notaris van Zijp Leiden reg 164

Achternamenindex

ondertrouwd te Leiden: Adriaen van Lanscroon en Wendel van Brienen; 1626-02-08: compareren jhr Jacob van Lantscroon, heer van Kyffhouck als voogd van vaderszijde over de kinderen van Adriaen van Lantscroon en Wendelmont van Brienen; het leengoed Cleyn Colverschoten wordt op de enige zoon Franchoys van Lantscroon verheven

Asperen, van~ | 1553-05-21

Leenregister Ackoy fol 33v

Achternamenindex

Willem prins van Orange oorkondt dat Geryt Jansz pluijmgraaf van Leerdam hem heeft opgedragen 2 morgen land in de heerlijkheid Ackoy, belend boven: de erfgenamen Loeff van Honseler en beneden: Ghysbert Valck. Vervolgens wordt beleend Ghysbert Gherytsz van Royen. In margine: laest verheven op 9 Jan. 1540 fol 14 (vgl 15[55 ?]-12-27, 1540-01-09)

mannen: Jan van Amerongen en Peter Jansz

Ackoy, van | 1593-08-11

Leenregister Ackoy fol 16

Achternamenindex

prins Philips Willem van Orangien etc en prinses Maria etc oorkonden dat juffr. Govert Stormsdochter met haar man Nicolaes van Helmont, schout van Ysselsteyn, heeft opgedragen 1 morgen land genaamd "Smitsmergen", gelegen in de heerlijkheid van Ackoy, belend boven: de pastorije van Accoy, beneden: Merchelis Cornelisz of erfgenamen. Vervolgens belenen zij Jan Otthen van Ackoy hiermee. In margine: laatst verheven 1544-08-16

mannen: Jan Aertsz, Bastiaen Huyberden

Ackoy, van | 1540-01-09

Leenregister Ackoy fol 14

Achternamenindex

Maximiliaen van Egmond, heer van Ackoy, oorkondt dat Metken Staes Jansz dochter met haar man en voogd Jan Aelbersz hem opgedragen hebben 2 morgen land in de heerlijkheid van Ackoy, belend boven: de erfgenamen van Loeff van Hoenseler en beneden: Jan van Aelst. Vervolgens wordt Gerrit Jansz Clijn, pluymgraaf tot Leerdam, ermee beleend. In margine: laest verheven op 1534-07-01, fol 13

mannen: Heynrick die Bruyn Jacobsz, Claes Walichsz

Asperen, van | 1548-08-04

Leenregister Ackoy fol 13

Achternamenindex

Maximiliaen van Egmond als heer van Ackoy beleent Wouter Jansz met 1 morgen te Ackoy, belend boven: de gemeen Liesdel oft gemeente, beneden: Jan Aelbertsz erfgenamen, na dode van zijn vader Jan Woutersz. Ten Zutphenschen rechte. Hulde doet voor hem Peter Jansz, schout tot Ackoy; zijn moeder Meyn Jans Wouters heeft haar lijftocht hieraan; 1548-08-07: hij doet zelf de eed. In margine: laest verheven op St Martensavond 1524 fol 11 (vgl 1513-03-13, 1569-04-23)

mannen: Heynrick die Bruyn Jacopsz, Claes Walichsz; Claes Walichsz, Peter Jansz van Asperen

Haestrecht, van | 1531-08

Taxandria jg 18 p 160-162

Achternamenindex

Marie van Haestrecht houdt van de heerlijkheid van Venloon, de gehele tiende van de auderstraete, de Schilderstiendeke, en de tiende van 2 hoeven bij de sloot, waarvan de pastoor van Venloon de helft zou houden; zij protesteert daartegen "dat de schilders tiend niet en is de schilttiende, ick sla hem doen bleycken den brief van heer Pauwels van Haestricht waerdoor hij gheeft, om van hem verheven te worde int jaer 1448 den 22 Augusti, aen Jan Vuchts het Schilderstiendeke, hetwelcke door heer Robrecht van Grevenbroeck van de naekomelinghe van den voors Jan wederom gecocht heeft"

met een brief van Ymmerzelle de Bouchoven, 1641-07-16