Bellinchaven, van | 1470~

Quellen Stift Xanten p 381, 386

Achternamenindex

officium camere Xantensis: in parochia Me[e]r Theodericus de Bellilnchaven de 3 areis, in quarum una moratur plebanus de Renen, site sunt in parrochia de Renen, et de uno agro versus Aspell, vocato "Korte mergen", 2 sol graves

Nagel | 1282-11>

De Fremery Nal no 3/Bijdr Hist Gen 1901 bl 260/Reg EL 5 fol 88r

Achternamenindex

leen van Teylingen: no 22) - Symon Naghel, ibi juxta dammum de Nordike [Noordwijk]versus orientem, juger valentia 30 sc per jaar; - Gerardus Conrardi 2 jugera cum mansione sua ibi prope [volgt op het leen van Symon Naghel te Voorhout]

Hulze, van | 1394

Quellen Stift Xanten p 319, 321

Achternamenindex

de censibus in platea Clivensi te Xanten: Henricus Aurifaber (nunc Grete ingen Huijts) (nunc Gerardi Hotman); extra protam platee Macelli juxta viam: versus Lutingen per Nicolaum de Werde (nunc Johannes de Hulse, qui dat 6 sol et Johannes Goltsmit 18d)

Halen, van | 1400

Memorien Stift Xanten

Achternamenindex

isti sunt agri in Utelshem in parrochia Halen et vocantur "Vrydaghsguet", quos legavit nobis Johannes de Halen, presbiter (p 229, 230); census de domibus prop forum te Xanten: de domo versus plateam Nederstrate, Johannis de Halen, nunc Theoderici Moer, 2 mark (p 258)

Caeck | 1394

Quellen Stift Xanten p 318, 319

Achternamenindex

census in platea Marstrate te Xanten: de domo Gotfridi Kaeck prop domum Johannis de Kemp est versus hospitale, 6 sol per Ottonem Hugen et Belam uxorem ejus nobis legata; census circa forum: de domo Gabellini de Bemel, nunc Lamberti Kaeck, 3 sol, nunc Johannis Kaeck

Birten, van | ….-05-03

Memorien Stift Xanten p 58

Achternamenindex

stierf Hilla van Birten: 6 sol de domo sua in vico fabrorum, 3 sol 18 den de domo Hase molendinarii in platea Maris ex opposito domus Gerlaci Lywe, nunc Johannes Monichof; 18 den de anteriori s camp no versus Renum macelli carnium (?), quod fuit Rudolfi de Vonderen, nunc Theoderici Rynsen

Hacke | 1283-08-29

Cartul Marienweerd no 95

Achternamenindex

schepenen van Zaltbommel (Jordanus filius Gudule, Hermannus filius Arnoldi) oorkonden dat Egidius de Eynspijc en zijn vrouw Cristina voor 50 £, "campum suum circumfossatum et salicibus circumplantatum extra aggerem, situm prope campum domini Ghiselberti de Beesde, militis, in superiori parte versus Eynspyc" en nog andere landen (o.a. Kruckenhofstede) aan Albertus Schermer tbv de abdij Marienweerd verkocht hebben, belend: Marienweerd en Hacko de Tuul

borgen: Henricus en Baudekinus de Eynspijk

Beest, van | 1283-08-29

Cartul Marienweerd no 95

Achternamenindex

schepenen van Zaltbommel (Jordanus filius Gudule, Hermannus filius Arnoldi) oorkonden dat Egidius de Eynspijc en zijn vrouw Cristina, campum suum circumfossatum et salicibus circumplantatum extra aggerem, situm prope campum domini Ghiselberti de Beesde, militis, in superiori parte versus Eynspyc benevens nog andere landen (Kruckenhofstede) aan de abdij Marienweerd verkocht heeft, belend tussen Marienweerd en Hacko de Tuul; Egidius en zijn vrouw Cristina doen vervolgens afstand

borgen: Albertus dictus Schermer, Albertus, Henricus en Baldekinus de Eynspijc

Enspijk, van | 1283-08-29

Cartul Marienweerd no 95

Achternamenindex

schepenen van Zaltbommel (Jordanus filius Gudule, Hermannus filius Arnoldi) oorkonden dat Egidius de Eynspijc en zijn vrouw Cristina voor 50 £, "campum suum circumfossatum et salicibus circumplantatum extra aggerem, situm prope campum domini Ghiselberti de Beesde, militis, in superiori parte versus Eynspyc" en nog andere landen (o.a. Kruckenhofstede) aan Albertus Schermer tbv de abdij Marienweerd verkocht hebben, belend: Marienweerd en Hacko de Tuul; verder genoemd: Albertus, Henricus en Baldekinus de Eynspijc

borgen: Henricus en Baudekinus de Eynspijk

Merwede, van der | 1272-07-06

Reg Rotterdam en Schieland no 70 p 21

Achternamenindex

Henricus abt van St Paulus te Utrecht verklaart in erfleen te hebben gegeven aan Daniel de Merwede, knaap, de tienden van 10 hoeven in Carnesse vlak naast het erf waarop de kerk van Carnesse staat, "versus mare", met voorbehoud van het collatierecht van de kerk aldaar en onder belofte van vrijwaring terwijl Daniel zijnerzijds de eed van trouw heeft afgelegd in tegenwoordigheid van leenmannen, o.a. van Aper de Zwindrecht