22 resultaten

Borre | 1426-01-05~ (1425)

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 461
Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: abt Gheryt van Damassche oorkondt dat Jan Borre Claes Bannenz.z maakt Jan Jacob Egbertsz.z en Jacob Janszn voirs die Jan bij zijn vrouw Reyns heeft, elk 10 scilden per jaar die bisschop Frederic dede slaan, vrilike te ghebruken, elc sijn lijf, uit ½ hoeve en een vierdeel land gelegen op Seldert in het kerspel van Loesden, belend oost: Bertout Duwer, Ghysbert van Lodensteyn en Elys van Wede, west: Geryt Zoes, Wouter Rose en Aernt Mutzen erfgenamen

mannen: Gysbert Godscalc, Aelbert Willemsz van Anxstel

Haestrecht, van | 1390-02-17

R.A.U Regesten Domkapittel oorspr Charter no 1953
Achternamenindex

Pouwels van Haestrecht heer tot Loen, geeft aan zijn neef Jan Gheriitdyn [= Jan Gerardijn, cureit van heer Arntsberg, later deken van Gorinchem], tbv het Domkapittel de eigendom van: - een hoeve land gelegen aan de westzijde van de berg, tussen landen van de graaf van Holland en de proost van Ruermond; - een halve hoeve genaamd Ghodevaerts halve hoeve, gelegen aan de oostzijde van de berg aan de dijkweg en naast land van de graaf, - een vierdeel lans gelegen tussen 2 andere in een halve hoeve genaamd Coudenhoven

zegels van Pouwels van Haestrecht en de schout van Bergambacht Pouwels Pouwelsz

Heemstede, van | 1392-08-22

Codex Dipl Neerl serie 2 dl 2 p 228 ev
Achternamenindex

het kapittel ten Dom verpacht aan Johan van Arkel heer van Haghensteyn de tijns en de grote tienden in de parochie van Lexmonde en de grote en smaltienden van 5 hoeven land gelegen in dezelfde parochie, een vierdeel aan de Middelweerd en het kerspel Jaersveld, waarvan de andere helft aan de heer van Vianen behoord, gelegen in de Lecke binnen het kerspel van Lexmond. Voorts de tienden te Tul, Wael en Honswijc, die heer van Vianen in pacht had. Volgt regeling van betaling etc.

borgen: Johan van Scoenouwen, Borre van Heemsteden, Ghysebrecht van der Weyde, Lambrecht die Witte

Borre | 1392-08-22

Codex Dipl Neerl serie 2 dl 2 p 228 ev/Arch Buren
Achternamenindex

het kapittel ten Dom verpacht aan Johan van Arkel heer van Haghensteyn de tijns en de grote tienden in de parochie van Lexmonde en de grote en smaeltienden van 5 hoeven land gelegen in dezelfde parochie en een vierdeel aan de Middelweerd in het kerspel Jaersveld, waarvan de andere helft aan de heer van Vianen behoord gelegen in de Lecke binnen het kerspel van Lexmond. Voorts de tienden te Tul, Wael en Honswijc, die heer van Vianen in pacht had. Volgt regeling van betaling

borgen: Johan van Scoenouwen, Borre van Heemstede, Ghysebrecht van der Weyde, Lambrecht die Witte

Ham, uten | 1473-04-22

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 231v
Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: jvr Margriet, vrouw van Vrederic uten Ham, beleend na dode van Reyer Jacob Nennincksz van Grymmesteyn met 2 vierdeel veen, het ene gelegen in Hezer Veen, belend oost: Jacob van Lichtenberch met een hoeve veen, zijn vrouw aanbestorven van haar broer Gysbert over die Vecht, west: mr Aernt van der Hoeve met 3½ vierdel veen, het andere vierdel gelegen in den kerspel van Zoes, strekkende van der Zoesgrafte tot neffen die meer toe, belend oost: Ghysbert van Lodensteijn, west: Bertout Peter Reynersz; "nu van Hamersfeld, ut in libro abbatis Jacob de Stege fol 39"

mannen: Jan die Coninck, Peter van Zulen, Alffair Ruijsch, Gysbert Henricsz

Hilhorst | 1423-11-27

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 285v
Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: Gherijt Gout als momber van Eest Jan Goutsdochter en met haar vierendelen van maechtalen: Evert Willem Goutsz, Heynric Ghysbertsz, Willam Woutersz en Aernt van Hilhorst, dragen over: - een hofstede tot Zoes, die van Ermgaerts vader Jan Gheryt Hilhorst was, belend zuid: Aernt Hilhorst, noord: Goeswijn Henricsz, - een vierdeel veens in den kerspel van Zoes, dat van Ermgaerts vader Jan geweest is, belend zuid: Ghysbert Scaed Dircsz met zijn broers, noord: jvr Lysbeth van Brandenburch, hof- en tijnsgoed; de abt verleent dit goed vervolgens aan Henric Gysbertsz tbv Wendelmoet, dochter van Aernt Hilhorst, tijns: 2 penn goet gelts sjaars te betalen in onsen hof tot Emminglaer; 1474: dit goed staat op Arnt Hilhorst

tijnsgenoten: Jan Lambertsz, Wouter Aerntsz

Herlaer, van | 1473

Alg Ned Familieblad 1885 p 4, 5/Leenboek Gelderland
Achternamenindex

leen boek Gelderland: jvr Yoest, dochter van Arnt van Herler, vrouw van Gysbert Pieck, met de wateren op de stroom van de Wale en de Weerd te Zuijlichem (p 20); (p 29) vrou Aleyt Piecks welneer echte huysvrou van heer Arnt van Herler, ridder, houdt in leen het vierdeel van de weerd geheten de Esch, tussen Aalst en Poederoijen, uitstel van belening; Marten van Herler heer tot Poederoeijen beleend met ¾ deel van de Esch, alsmede met de grote tienden te Nywel; 1474-03-26: (p 30) jonker Gerrit van Strien broeder te Socueberg [=Zevenbergen] wegens zijn vrouw Aleydt Pieck, weleer vrouw van Arent van Herler als man en momber beleend met ¼ deel van de Nessche, gelegen bij Aelst en Poederoijen; 1473: Marten van Herler met het huis en heerlijkheid van Poederoijen; (p 33) Aleyt heer Wyllems dochter van Herwijnen en welneer huisvrou van Arnt van Herler van Zuilinchem beleend met de Rodegrave tiende van Herwijnen, alsmede de halve alde tiende

Oostrum, van | 1459-11-03

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 435v
Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: Dirc van Oestrum maakt tot lijftocht voor zijn vrouw jvr Hadewich Jan de Boelendochter: 1) 4 dachmaet land in den kerspel van Zoes, lantwaarts: Gerijt Lambertz, Ghijsbert Hermansz en Jacob Willemsz onderdeylt, zeewaarts: Gherijt Rutgersz en zijn broer Dirck, onderdeylt, 2) een camp land streckende van den Brinck an Wouter Willemsz maet toe, dat van Steven was, lantwaarts: Rose Lambert Wouter Mutschenzdochter, zeewaarts: Henric Lambert Vierlinxz kinderen, 3) een hofstede met engeland, van de Brinck streckende an den Overwech, lantwaarts: Jacob van den Doem, zeewaarts: Ghysbert Scael, 4) de Gheer, zeewaarts: Jacob Heijn Zwagersz, lantwaarts: Ghysbert van Hagenouwen, 5) dat waterstuck, zeewaarts: Ghysbert Hermansz, lantwaarts: Wouter Mattenz, 6) den Bramert, zeewaarts: Ghysbert Hermansz, landwaarts: Jacob van den Doem, 7) ½ mud land, zeewaarts: Ghysbert Scael, landwaarts: de heren van Oudmunster, 8) een schepel land, zeewaarts: Ghijsbert Hilhorst, landwaarts: Jacob van den Doem, 9) een vierdeel veen, zeewaarts: Henric Noten erfgenamen, landwaarts: Jacob van den Doem

mannen: Gysbert Heinricsz, Rutger de Beer Jacobsz

Nyenrode, van | 1496-09-29

R.A.H. Coll Aanw 110 Caput Amstelland etc fol 13 (fol 8)/Berigten Hist Gen IV p 114/Arch Nyenrode Origineel
Achternamenindex

aartshertog Philips van Oostenrijk beleent Jooste van Nyenrode, na dode van haar vader Jan van Nyenrode, met: 1) het huis Nyenrode ende een vierdeel lants die gelegen is van den Brootdyck uytstreckende in die Vecht. Recht erfleen, 2) de helft van de ambachten van de Lier en Souteveen met toebehoren. Erfleen, binnen aftersusterkint niet te versterven, 3) de hoge heerlijkheid van der Lucht, gelegen bij Noortigerhout, behouden ons ons recht ende ressoort van der souvereymte, klockslach, zeedrift, bede, dat grove wilt, onthoudinge van den gebannen ende anders, zooals Ghysbert van Nyenrode en zijn voorzaten die gehouden hebben, 4) de ambachtsheerlijkheid van een dorp ende heye streckende van Langevelt op die Zee noortwaert tusschen den duyndam endeden ouden schelpwech 500 roeden lang, zooals Gysbert van Nyenrode en zijn voorzaten die hielden tot een onversterfelijk erfleen, te verheergewaden met een rode sperwer, 5) het huis te Velsen met korenlande, weylande, boomgaerde en toebehoren, met zulk recht als haar vader het gehouden had; hulde doet Dirk bastaard van Nyenrode, oom en voogd van Jooste (vgl 1482-07-25, 1539-08-27)

getuigen: Dirc van Almonde, schout van Haarlem, Ingelram de Jonge, Dirc van Boneem

Baarn, van | 1453-03-10

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 153v
Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: Roelof van Baern wordt beleend met zijn venen te tijns en te lene in het gerecht van Zoess, achter Zoesenge in de grote en cleyne Slage, en in Hezer Veen, met alle overganc ter Vuersen wert; vervolgens draagt Roelof op 3½ hoeve veen in Heserveen, belend oost: Reynaer Lambertsz en Goedvaert Heinric Bottersz, west: Peter Hamertvelt en de erfgenamen van Aernt van Amerongen; Reynaer Lambertsz draagt op al zijn recht op ½ vierdel veen, die van Lysbeth van Wede waren in de 3½ hoeve; Roelof draagt op: - ½ hoeve veen in Hezerveen, oost: Peter Hamertvelt en Aernts erfgenamen van Amerongen, west: Peter Hamertvelt, - 8 vierdeel veen in Zoesserveen, in de cleijne slage, belend zuid: Steven van Zuylen van Nyevelt, noord: die gemeen grafte, - 3½ morgen in de cleyne slage, belend zuid: nakomelingen van Heinric van Rijn, noord: Heinric Ghysbertsz, - de helft van ½ hoeve veen in de Grote slag, waarvan Henric Godevaert Bottersz het andere deel heeft, zuid: Jacob Nenninc Petersz, noord: Jacob Scadenz; vervolgens wordt Roelof van Baern met dit alles beleend; "versocht bij Roelof zyn zoon infra fol 191 eodem libro"

Goyert de Coninck, Volken van Baern, onse mannen; Zouwe van Rijn, Jan Mouwer, onse tynsgenoten